Een nieuw vrijdags onderdeel van Letselschade.NU is ‘Tien vragen aan…’, waarin een letselschadeprofessional een klein inkijkje geeft in zijn of haar leven en drijfveren. Guido van der Corput (35) bijt het spits af. Hij werkt als advocaat Letselschade bij Berntsen Mulder Advocaten. Daarnaast is hij bestuurslid van de Vereniging Jonge Professionals Personenschade (VJPP).
Hoe ben je in het vak gerold?
In augustus 2011 ben ik begonnen als HBO-stagiair bij SRK Rechtsbijstand op de afdeling Letselschade. Op dat moment had ik geen idee wat het werk zou inhouden. Het beviel meteen zo goed, dat ik tijdens mijn studie bij SRK ben blijven werken als juridisch medewerker. Vervolgens heb ik mijn hele studie zo ingericht dat ik mij verder kon ontwikkelen binnen letselschade. Ik ben tijdens mijn master bij Eiffel gaan werken en zo bij verschillende verzekeraars terecht gekomen (Van Ameyde, Aegon en Allianz). Daarna ben ik als schaderegelaar bij Crawford & Company aan de slag gegaan. In 2017 ben ik begonnen bij Berntsen Mulder Advocaten, waar ik nog steeds met veel plezier werk als advocaat.
Hoe ziet een normale vrijdag er voor jou uit?
Vrijdag is mijn parttime dag en heb ik een dag met mijn twee kinderen (Indy en Jip). In de ochtend breng ik Indy naar school en ga daarna met Jip naar de markt. In de middag haal ik Indy op, gaan we lunchen en gaat Jip naar bed. Stiekem pak ik dan nog even wat mailtjes van werk op en zodra Jip weer wakker is, gaan we meestal nog even buiten spelen. Tegen de avond gaan we samen koken (bij voorkeur van Indy met muziek van K3 hard op de achtergrond). Soms komen er ‘s avonds nog wat vrienden langs. Zo niet, dan hebben mijn vrouw en ik de avond (vanaf 19:00 uur) samen en trekken we een fles wijn open, zetten een serie op of gaan we gamen.
Wat geeft je de meeste voldoening in je werk?
Ik doe dit werk om mensen te helpen. Ik vind het een prachtig rechtsgebied omdat je een goede combinatie hebt tussen het recht en het menselijke. Ik krijg er een goed gevoel van als ik daadwerkelijk een bijdrage kan leveren in het herstel van mijn cliënt en zijn of haar letselschadezaak tot een goed einde kan brengen. Ik doe dit natuurlijk het liefst in goed overleg met de verzekeraar, zodat er zo min mogelijk ruis op de lijn komt en de cliënt kan doen wat belangrijk is: focussen op het herstel. Ik word warm van cliënten die oprecht blij zijn. Zo had ik een tijdje terug een oudere cliënte met een dementerende man. Ze was door het ongeval eenarmig geworden en er volgde na een paar jaar een mooie schadevergoeding. Ze gebruikte de schadevergoeding vervolgens deels als investering in de laatste goede jaren van haar man, door dingen te doen die op hun bucketlist stonden. Gewoon doorgaan met het leven en er samen het beste van maken.
Met welk onderdeel van je werk heb je moeite?
Ik erger mij aan partijen die zich niet aan gemaakte afspraken houden (of het nou aan de verzekeraarskant of belangenbehartigerskant is). Daarnaast heb ik ook moeite met sommige medisch adviseurs aan de zijde van de verzekeraar die op de stoel van de behandelaar gaan zitten óf harde adviezen schrijven waarmee een zaak meteen op scherp komt te staan. Het gaat dan met name om de toonzetting van het advies. Als zo’n advies klakkeloos wordt doorgestuurd, staat een zaak op scherp. Dat doet veel met een slachtoffer en is vaak niet nodig.
Waar ben je trots op?
Ten eerste (heel cliché) op mijn vrouw en mijn kinderen. Ten tweede op ons team Letselschade bij Berntsen Mulder Advocaten. Ons team heeft een heerlijke combinatie van kennis, pragmatiek, saamhorigheid en we vechten voor onze cliënten. Iedereen kan bij elkaar naar binnen stappen voor advies of om even te sparren. Daarnaast is niemand te beroerd iets van een ander aan te nemen of te helpen. Ten slotte ben ik trots op mijn bestuur bij de VJPP. We maken goede stappen in het professionaliseren van deze vereniging en geen idee is te gek. Daar komt bij dat we gewaagd zijn aan elkaar, waardoor we elkaar ook kunnen remmen als we doordraaien in mooie ideeën. Het levert ook nieuwe vriendschappen met mooie avonturen op!
Wie was in je loopbaan je belangrijkste leermeester?
In de loop der tijd zijn er meerdere mensen geweest die op een bepaald moment precies het juiste hebben gezegd of hebben gedaan. Ik vind het dus lastig één specifieke ‘leermeester’ te noemen. Monique Bolleurs remde mij bij SRK niet af, maar stimuleerde mijn enthousiasme; Peter Hoogenberg gaf mij bij SRK op het juiste moment en met de juiste toon feedback; Ik heb veel geleerd van Joost van den Berg en Harry Kooper in mijn Aegon tijd. Ook bij Berntsen Mulder heb ik twee personen van wie ik veel leer en die ik bewonder: Anneke van Tol en Karin Nijman. Ze stimuleren mij allebei (op hun eigen manier) om het beste uit mijzelf te halen en door te ontwikkelen.
Wat zou je vandaag veranderen in de letselschadebranche als je kon?
Als het met één druk op de knop zou kunnen, zou ik de reactietermijnen bij (de meeste) verzekeraars willen verbeteren. Ik denk dat het branchebreed gedragen wordt dat de termijnen bizar lang zijn voordat een inhoudelijke reactie komt op een mail of brief. Daarnaast zou ik ook willen zien dat er vanuit de verzekeraar standaard wordt gewerkt met één medisch adviseur. Het slachtoffer kan vervolgens beslissen om met één of twee medisch adviseur te werken (en het slachtoffer is degene waar het over gaat).
Wat is je favoriete vrijetijdsbesteding?
Ik vind het heerlijk om dingen met mijn gezin te doen en met vrienden af te spreken. Daarnaast golf ik graag. Het is heerlijk om buiten te lopen, je alleen maar bezig te houden met een balletje en al het andere even van je af te laten glijden. Het gaat mij dus niet zozeer om een lage handicap, maar meer om alles wat erbij komt kijken. Daarnaast houd ik van snowboarden (al is dat maar enkele keren per jaar, vanwege het gebrek aan bergen in Nederland), series kijken, koken en goede wijn drinken (bij voorkeur een Brunello di Montalcino).
Van welke films hou je?
Dan zou ik Indiana Jones kiezen, met uitzondering van The Kingdom of the Crystal Skull. Deze films zijn de reden dat ik (ooit) was begonnen met de studie Archeologie. Helaas kwam ik van een koude kermis thuis, want er waren maar weinig banen waarin je dagelijks oude tempels of schatten vond. Daarnaast bleek het graven zelf niet echt mijn ding te zijn. De films blijven echter fantastisch!
Wat staat er bovenaan je bucketlist?
Parachutespringen, al heb ik het niet zo op hoogtes dus het staat er al een jaar of vijftien op.