Een terugkerend vrijdags onderdeel van Letselschade.NU is ‘Tien vragen aan…’, waarin een letselschadeprofessional een klein inkijkje geeft in zijn of haar leven en drijfveren. Vandaag is het de beurt aan Martijn Stolk (46). “Officieel is mijn functie directeur van Justiz Letselschade B.V. Maar in de praktijk zou ik mijn functie liever gewoon ‘meewerkend voorman’ willen noemen.”

Hoe ben je erin gerold?
Na mijn studie Sociaal Juridische Dienstverlening heb ik eerst een paar jaar als schuldhulpverlener gewerkt bij de Gemeentelijke Kredietbank in Rotterdam. Ik vond dat mooi werk, maar miste toch ergens de echte voldoening, omdat ik als ‘broekie’ van 25 jaar voelde dat ik nog niet het ‘gezag’ had verworven om mensen die ouder waren dan ik te vertellen hoe ze met hun geld moesten omgaan. Ik vond mijn werk in dat opzicht dus erg onbevredigend.

Een vriend van mij werkte in die tijd als afdelingshoofd bij Klaverblad Rechtsbijstand. Op deze afdeling kwam een plekje vrij voor een letselschadebehandelaar en toen ik werd gevraagd te solliciteren, hoefde ik daar niet lang over na te denken. Nadat ik een paar maal samen met de schaderegelaar van Klaverblad op bezoek was geweest bij enkele cliënten was ik verkocht. Dit was het werk waar ik alles in kwijt kon en waarin ik voor mijn gevoel ook echt het verschil kon maken.

Ik heb diverse opleidingen gevolgd en bouwde zo de ervaring in de letselschadebranche steeds verder uit. Ik bleef ondertussen de wens koesteren om ooit een eigen adviesbureau of iets dergelijks te kunnen runnen. En zo heb ik na wat carrièremoves in 2016 met hulp van een toenmalig compagnon Justiz Letselschade B.V. opgericht.

Hoe ziet een normale vrijdag er voor jou uit?
Op vrijdag plan ik bij voorkeur geen afspraken buiten de deur en werk ik thuis. Ik start de dag altijd met de ‘ambitie’ om alles wat voor die week nog op mijn to-do-lijstje staat af te werken voor het weekend. Hoewel ik door de jaren stiekem van tevoren ook al wel weet dat dit meestal een illusie is. Maar goed, we beginnen dus met frisse zin aan het stapeltje met werk dat er meestal nog ligt. Vaak heb ik een kort overleg met onze secretaresses en af en toe heb ik op vrijdag een onlinesessie met mijn coach. Bij voorkeur met een kop koffie erbij.

Na de lunch maak ik een momentje vrij om een half uurtje te wandelen en even op te laden. Verder heb ik ’s middags altijd een kort overleg met onze collega, die bij Justiz de administratie bijhoudt. En dan blijkt de vrijdag meestal toch weer te kort zijn en mijn lijstje te lang om alles gedaan te krijgen. Maar dan schuif ik uiteindelijk gewoon even alles aan de kant om het weekend in te stappen en zit de werkdag en werkweek er weer op.

Wat geeft je de meeste voldoening in je werk?
De grootste voldoening haal ik uit een goed geholpen en tevreden cliënt. Als je ziet dat iemand na het oplopen van letselschade de draad in het leven is kwijtgeraakt, maar na enige tijd de touwtjes weer zelf in handen heeft kunnen nemen en verder kan met zijn/haar leven, word ik heel gelukkig.

Je stapt op een kwetsbaar moment in iemands leven binnen zonder dat je diegene kent. Dat is altijd een spannend moment voor beide partijen, maar ik vind het fijn als je dan merkt dat je met jouw kennis en ervaring het vertrouwen kunt winnen en mensen echt verder kunt gaan helpen in hun zoektocht naar gerechtigheid en herstel. Gedurende de behandeling van het dossier wordt de vertrouwensrelatie steeds verder opgebouwd. Soms ben je slechts enkele maanden bij iemand betrokken, maar soms zelfs wel meerdere jaren. Je leert iemand dan echt kennen en raakt op elkaar ingespeeld.

Het mooiste is dat vanuit het opgebouwde vertrouwen uiteindelijk in goed overleg beslissingen genomen kunnen worden, waardoor de cliënt weer zelf verder kan koersen in het leven. Als het moment dan eenmaal daar is en alles naar tevredenheid is geregeld, dan kan ik daar echt een diepe voldoening over koesteren en trots op zijn.

Met welk onderdeel van je werk heb je moeite?
Ik ben iemand die van nature naar harmonie streeft. Waar ik gelukkig wordt van een in goede harmonie bereikte oplossing, word ik er dus juist erg ongelukkig van als dat niet lukt of als er ‘onenigheid’ blijft bestaan. Dat kan natuurlijk aan van alles liggen.

Wat ik vooral lastig vind, is dat ik vanuit mijn rol als belangenbehartiger toch vaak een beetje tussen de verzekeraar en onze cliënt in sta en dan zie dat met net wat meer toenadering of empathie de oplossing vaak niet ver weg is. Maar dat als het wederzijds begrip er toch niet komt, de standpunten verharden en een zaak daardoor toch net escaleert.

De ‘juridische waarheid’ in ons vak kent zoveel (menselijke) aspecten en zakelijke nuances, dat er bij de professionals die bij de zaak betrokken zijn wederzijds een bepaalde openheid en kwetsbaarheid moet kunnen bestaan (ik noem dat maar even ‘vakvolwassenheid’) om in een constructieve dialoog alle plussen en minnen aan beide zijden op een rijtje te krijgen en onder ogen te zien. Als die ruimte en het vertrouwen er van beide zijden is, ligt de oplossing bijna altijd binnen handbereik. Maar als er door starheid, onwil of bijvoorbeeld tijdgebrek (wat helaas te vaak voorkomt) er geen betrokkenheid en verdieping is of kan zijn en de oplossing daardoor niet gevonden kan worden, kan ik daar best een beetje gefrustreerd over zijn. Je wilt dan als professional niet op de mens maar op de bal blijven spelen; maar het is dan soms best een uitdaging hoe je de wedstrijd sportief blijft uitspelen zonder dat er per se meteen een scheidsrechter aan te pas moet komen.

Waar ben je trots op?
Ik ben trots op het team van Justiz Letselschade en ik ben er vooral trots op dat ik zie dat iedereen in mijn team ‘het hart op de goede plek’ heeft. We zijn natuurlijk allemaal anders, maar we hebben toch ergens allemaal hetzelfde DNA en dat dragen we allemaal op onze unieke werkwijze uit.

Ik ben er ook trots op dat we de afgelopen jaren met elkaar een bedrijf in de markt hebben kunnen neerzetten waarin we onze missie om anderen te helpen al meer dan zeven jaar hoog in het vaandel dragen. Misschien is dat van buitenaf niet altijd even zichtbaar of toetsbaar; maar als wij onze missie in een bepaalde zaak hebben kunnen waarmaken voor onze cliënt, dan is er altijd wel een moment van trots dat we met elkaar delen.

Wie was in je loopbaan je belangrijkste leermeester?
Door de jaren heen heb ik zoveel geleerd van allerlei mensen, dat ik niet echt één specifieke persoon als belangrijkste leermeester in gedachten heb. Ik heb denk ik vooral geleerd van mensen die al langer in het vak zaten dan ik en met hun uitgebreide ervaring een bepaalde ‘mildheid’ (of wijsheid?) hadden verworven. Ervaren vakgenoten dus die mij hebben kunnen laten zien dat je een letselschade niet geregeld krijgt als je je verhardt in een bepaald standpunt of eenzijdig ingraaft in een ‘juridische waarheid’. Ik heb vooral van hen geleerd dat die juridische waarheid zelfs tot aan de rechter toe soms toch nog twee kanten kan blijken te hebben.

Maar uiteindelijk zijn het dan denk ik toch vooral de verhalen van slachtoffers zelf, die mij het meeste hebben bijgebracht. Ik weet niet meer wie het was, maar er was tijdens één van de cursussen die ik volgde bijvoorbeeld een dame met een hoge dwarslaesie die over haar ervaringen in een letselschadezaak kwam vertellen. Ze vertelde dat gedurende haar langlopende letselschadezaak er nooit een persoon was geweest die haar de vraag stelde: wat zou jij nu eigenlijk willen of wat heb jij eigenlijk nodig? Daar werd ik toen echt wel even stil van en dit heeft bij mij ook wel ergens een knop omgezet.

Wat zou je vandaag veranderen in de letselschadebranche als je kon?
Als ik dat kon veranderen, zou ik willen regelen dat er in onze branche meer tijd, ruimte en capaciteit beschikbaar zou komen om goed naar elkaar te kunnen luisteren, zodat er vanuit een echte, menselijke betrokkenheid en een bepaalde gelijkwaardigheid letselschades geregeld kunnen worden. Dus niet dat een dossierbehandelaar bijvoorbeeld 150+ dossiers moet behandelen en de dossiers waar het om gaat slechts een nummer zijn, want dan is het gewoon onmogelijk om echt betrokken te zijn, maar dat er dus op alle fronten voldoende goed opgeleide mensen beschikbaar zijn die een letselschadeslachtoffer echt centraal willen, kunnen  en durven stellen.

Volgens mij gaat het hier al jaren om en is de wil op elke personenschadeafdeling van willekeurig welke verzekeraar in Nederland ook volmondig aanwezig. Maar blijkbaar wordt het belang hiervan nog steeds niet gezien op het (directie)niveau waar de beslissingen over de capaciteitsproblemen en opleidingen op die afdelingen worden genomen. Dus als ik dat zou kunnen, dan zou ik daar de k(n)oppen wel graag eens willen omdraaien.

Wat is je favoriete vrijetijdsbesteding?
Ik vind het altijd heerlijk om na een week hard te hebben gewerkt, mijn aandacht even helemaal aan iets anders te kunnen besteden: mijn gezin, samen klussen in de tuin, iets van hout in elkaar knutselen of een weekendje optrekken met vrienden enzovoorts.

Verder laad ik altijd op als ik in de waan van de dag een momentje vind om even alleen te zijn. Voor mij is dat idealiter een wandeling op een stille en mooie plek in de natuur. Als ik dan in die rust ook nog een ijsvogel of bijvoorbeeld gewoon een gouden zonnestraal die door de regenwolken heen breekt kan spotten, ben ik helemaal een tevreden mens!

Van welke films hou je?
In sommige opzichten ben ik misschien wel een beetje een cultuurbarbaar, maar als het gaat om boeken en films houd ik vooral van verhalen waarin de strijd tussen ‘goed en kwaad’ wordt gestreden (en waarin het ‘goede’ uiteindelijk overwint natuurlijk). Niet per se de heftige films waarin een of andere ‘die hard’ de show steelt, maar een film waarin de diepere levenslessen worden geleerd en een karakterstrijd wordt gevoerd of waarin een diepere moraal wordt uitgebeeld. Ik heb bijvoorbeeld nog niet lang geleden met mijn gezin naar ‘The Lord Of The Rings’ gekeken. Daar kan ik dan nog wel een heel tijdje over ‘doormijmeren’.

Wat staat er bovenaan je bucketlist?
Tja, ik heb niet echt een bucketlijst. Maar als ik dan iets bovenaan een lijstje zou willen zetten, dan lijkt het mij wel leuk om nog eens keertje een aantal vlieglessen te kunnen nemen. Niet per se om een ‘PPL’ te halen, want dat is een veel te dure hobby, maar gewoon om het vliegen een keertje zelf vanuit een cockpit te hebben kunnen ervaren met de handen aan het stuur. En wie weet waar ik dan nog wel naar toe vlieg…