Een terugkerend vrijdags onderdeel van Letselschade.NU is ‘Tien vragen aan…’, waarin een letselschadeprofessional een klein inkijkje geeft in zijn of haar leven en drijfveren. Vandaag is het de beurt aan Robert Withagen (36). Robert is werkzaam als senior rekenkundig expert bij De Bureaus. Naast het onderzoeken en het berekenen van de schade in personenschadedossiers levert hij ook een bijdrage aan het begeleiden en opleiden van enthousiaste talentvolle mensen tot allround rekenkundige. Daarnaast is hij als docent en examinator verbonden aan Letsel Opleidingen.
Hoe ben je erin gerold?
In zekere zin is het vak mij met de paplepel ingegoten. Al op jonge leeftijd heb ik veel verhalen meegekregen van mijn vader Rini Withagen over het werk in de letselschadebranche. Hij vertelde altijd met veel passie en bevlogenheid over zijn werk. Dat werkt aanstekelijk en mijn enthousiasme voor het letselschadevak is toen al ontstaan. Laten we zeggen dat de appel niet ver van de boom valt.
De eerste keer dat ik daadwerkelijk zelf in aanraking kwam met personenschadedossiers was in 2008. Toen heb ik gedurende een half jaar als student-stagiair een kijkje in de keuken mogen nemen op de afdeling Letselschade van Asselbergs & Klinkhamer Advocaten, waarbij ik me met name bezig heb gehouden met aansprakelijkheidsvraagstukken.
In mijn jaren als student heb ik studierichtingen gekozen die wellicht niet direct wijzen op een carrière in de letselschadebranche. In eerste instantie de studie Bedrijfskunde met het accent op bedrijfseconomie en aansluitend de studie Ondernemingsrecht. Na afronding van mijn studies heb ik mij in eerste instantie georiënteerd op een functie als bedrijfsjurist. In diezelfde periode werd ook de vacature van Het RekenBureau (thans De Bureaus) onder mijn aandacht gebracht. Mijn keuze was toen snel gemaakt. Ik zag het als een unieke kans om bij Het RekenBureau te kunnen werken in de letselschadebranche, terwijl ik daarmee ook mijn voorliefde voor het werken met cijfers en het bijkomstig juridisch onderzoekswerk perfect kon combineren. The rest is history. Inmiddels ben ik bijna 10 jaar voor De Bureaus werkzaam.
Hoe ziet een normale vrijdag er voor jou uit?
In het verleden gaf ik altijd vanaf maandag tot en met donderdag ‘vol gas’ om het vervolgens op vrijdag iets rustiger aan te kunnen doen met het weekend voor de deur. Sinds enkele jaren is de instroom van nieuwe rekenopdrachten bij De Bureaus zodanig toegenomen, dat dit ervoor heeft gezorgd dat ook op vrijdagen nog heel hard moet worden gewerkt. Tijd voor borrels en andere gezellige aangelegenheden zijn daardoor voor mij even naar de achtergrond verdwenen.
Overigens vind ik dat niet heel storend, wanneer ik weet dat die extra inspanningen ertoe leiden dat mijn opdrachtgevers een dossier naar volle tevredenheid van alle belanghebbenden kunnen afwikkelen. Ik wil juist benadrukken dat ik mijn opdrachtgevers zeer dankbaar ben voor het vertrouwen in ons kantoor. En het is ook juist omwille van dat vertrouwen dat ik graag bereid ben om even iets meer meters te maken. Uiteraard zoek ik op vrijdagavond altijd wel de ontspanning op, meestal door het kijken van een film onder het genot van een goed glas whisky.
Wat geeft je de meeste voldoening in je werk?
Er zijn veel aspecten die mij voldoening geven in mijn werk. Ik zal daar dus een keuze in moeten maken. Mijn voorkeur gaat altijd uit naar de behandeling van zo complex mogelijke dossiers, waarin ik veel cijfermatig ‘puzzelwerk’ te verrichten heb. Het doet mij veel plezier om in dergelijke dossiers als het ware de knoop te kunnen ontwarren en om daarbij de rekenkundige oplossingen – hoe ingewikkeld de materie ook mag zijn – in een rapport schriftelijk toe te lichten op een manier die niet alleen voor mijn opdrachtgevers goed te volgen is, maar vooral ook voor de betrokkene zelf. Het is mijn overtuiging dat, wanneer de totstandkoming van de berekeningen in begrijpelijke taal volledig duidelijk kan worden gemaakt, dit uiteindelijk bij zal dragen aan een eindregeling die recht zal doen aan de schade van een betrokkene.
Met welk onderdeel van je werk heb je moeite?
We leven in een tijd waarin het erop lijkt dat snelheid boven alles gaat. Plaatst iemand vandaag een bestelling bij een webshop, dan is ook meteen de verwachting dat de bestelling de volgende dag aan de voordeur wordt afgeleverd. Stuurt iemand vandaag een e-mailbericht, dan is ook de verwachting dat het bericht binnen 24 uur van antwoord zal worden voorzien. De trend die ik de laatste jaren bespeur is dat dit aspect ook steeds meer zijn intrede doet in de letselschadebranche. En dat is natuurlijk niet onlogisch en wellicht ook op onderdelen wel wenselijk. In mijn werk als rekenkundige zou snelheid echter niet maatgevend moeten zijn.
Dat steeds vaker wordt verzocht om rekenwerk vooral heel erg snel en binnen een zo korte mogelijke tijd uit te voeren, daar heb ik de meeste moeite mee. Het adequaat onderzoeken en berekenen van een schade vergt immers maatwerk, waarbij juist een grote mate van zorgvuldigheid en kwaliteit is vereist. Kwaliteit kost nu eenmaal tijd. De totstandkoming van berekeningen moet van A tot Z volledig en juist zijn om tot correcte uitkomsten te kunnen komen. Het werken met cijfers is nu eenmaal zeer foutgevoelig en het te snel uitwerken van berekeningen werkt fouten in de hand. Een kleine fout in een berekening kan grote financiële consequenties hebben.
Waar ben je trots op?
In mijn nog jonge leven heb ik door hard te werken veel bereikt, waardoor ik nu een heel mooi leven kan leiden. Dat maakt mij een gelukkig en tevreden mens. Daar ben ik vooral erg trots op.
Wie was in je loopbaan je belangrijkste leermeester?
Een heel belangrijke vaardigheid waarover je als rekenkundige dient te beschikken is een autodidactisch vermogen. Dat komt mede omdat er voor het vak van rekenkundige in Nederland geen (voor)opleiding aan hogescholen of universiteiten bestaat. Om diezelfde reden ontkom je er als rekenkundige – zeker in de beginjaren – ook niet aan dat je een goede leermeester nodig hebt.
Mijn belangrijkste leermeester is zonder enige twijfel Erik-Jan Bakker. Erik-Jan heeft mij vanaf het moment dat ik destijds in dienst trad bij Het RekenBureau op uiterst kundige wijze begeleid en mede dankzij zijn inspanningen heb ik mijzelf door de jaren heen kunnen ontwikkelen tot een ervaren rekenkundige. Tot op de dag van vandaag werken wij nog altijd op een heel plezierige manier met elkaar samen.
Verder zou mijn antwoord op deze vraag onvolledig zijn, wanneer ik de naam van Hans van Dam niet zou noemen. Hans was werkzaam bij Letselschade.com tijdens mijn beginjaren als rekenkundige. Hans heeft mij intern opgeleid in het opstellen van bedrijfseconomische analyses in letselschadedossiers. Hoewel ik in mijn jaren als student al de nodige voorkennis had opgedaan over deze materie, werd mij tijdens deze interne opleiding duidelijk dat in letselschadedossiers een heel specialistische aanpak is vereist. Ik ben blij dat Hans bereid was om zijn kennis en ervaring in de jaren kort voor zijn pensioneren nog met mij te delen.
Tenslotte ben ik ook veel dank verschuldigd aan Ferda van Benthem, Francie Peters en natuurlijk ook mijn vader Rini Withagen. Van hen heb ik veel geleerd over het letselschadevak in algemene zin en over de juridische aspecten in letselschadedossiers.
Wat zou je vandaag veranderen in de letselschadebranche als je kon?
Zoals ik al aangaf is de instroom van nieuwe rekenopdrachten bij De Bureaus in recente jaren fors toegenomen. Dat gezegd hebbende, ben ik tegelijkertijd ook van oordeel dat er in de letselschadebranche nog te weinig wordt gerekend en er dus welbeschouwd te weinig opdrachten worden gegeven aan rekenkundigen.
Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. Het ziet op een capaciteitsprobleem. Er zijn in Nederland eenvoudigweg te weinig goede ervaren rekenkundigen. Je zou permanent een vacature voor een ervaren rekenkundige kunnen plaatsen, maar dat biedt weinig perspectief. De vijver waarin je vist is simpelweg te klein. Als ik iets kon veranderen, dan zou het wel zijn dat er enerzijds meer wordt gerekend in letselschadedossiers en dat er anderzijds veel meer ervaren rekenkundigen in de letselschadebranche werkzaam zouden zijn om ook aan die (toenemende) vraag te kunnen voldoen.
Wat is je favoriete vrijetijdsbesteding?
Eigenlijk heb ik meerdere favoriete vrijetijdsbestedingen. Als ik dan toch een keuze moet maken, kies ik voor sport. Ondanks de toenemende populariteit van padel, speel ik nog steevast twee keer per week een wedstrijd squash. Daarnaast vind ik het fijn om te fitnessen, hoewel dit er in de voorbije jaren door omstandigheden minder van is gekomen dan ik graag zou willen. Het goede voornemen voor 2024 is dan ook om langzaam maar zeker weer vaker in de gewichten te gaan hangen en dit af te gaan wisselen met kickboksen.
Van welke muziek hou je?
Mijn absolute passie in het leven is muziek. John Miles wist in de tekst van zijn nummer ‘Music’ mijn gevoel bij muziek heel treffend te verwoorden: “Music was my first love. And it will be my last.” Naast dat ik veel naar muziek luister, ben ik ook een groot muziekverzamelaar. Tijdens mijn thuiswerkdagen luister ik altijd met heel veel plezier naar albums uit mijn verzameling. Verder ben ik in het verleden ook zelf als muzikant in bands actief geweest en ook vind ik het erg leuk om met regelmaat concerten te bezoeken. Mijn favoriete muziekgenre is black metal.
Wat staat er bovenaan je bucketlist?
Het klinkt misschien cliché, maar dat is toch om nog zoveel mogelijk van de wereld te kunnen zien. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik al veel mooie en bijzondere vakantiebestemmingen heb mogen bezoeken, maar er zijn toch nog meer dan genoeg landen over die nog op mijn bucketlist staan.
—