We starten weer met de rubriek Tien vragen aan…! Het is dit najaar weer een terugkerend vrijdags onderdeel van Letselschade.NU, waarin een letselschadeprofessional een klein inkijkje geeft in zijn of haar leven en drijfveren. Vandaag is het de beurt aan Tjip Ridder (65). Tjip is directeur en register-expert personenschade van Ridder Letselschade én fotograaf bij Ridder Fotografie.
Hoe ben je erin gerold?
In 1992 werkte ik als schade-expert bij Toplis and Harding in Rotterdam. Ik was afkomstig van de recherche en kreeg hoofdzakelijk inbraken en fraudegevallen in onderzoek. Daar was ik eigenlijk wel gauw klaar mee. In oktober 1992 vertrokken daar Henk Geurst en Heleen Schipper om een nieuw bedrijf op te richten, Andriessen & Geurst. Bij Toplis and Harding bleef toen letterlijk een doos met dossiers achter en niemand die wist hoe we die dossiers moesten gaan aanpakken. Ik heb mij toen aangemeld om de letselschadedossiers te gaan behandelen, blij als ik was om iets anders te kunnen gaan doen. Een bijzondere start van een lange carrière in letselschadeland!
Hoe ziet een normale vrijdag er voor jou uit?
Een vrijdag is voor mij een dag als alle andere. Meestal is het wel stiller op kantoor, doordat de vrijdag vaak als parttime dag wordt gebruikt.
Wat geeft je de meeste voldoening in je werk?
De meeste voldoening geeft mij een dossier waarin ik als vierde of vijfde belangenbehartiger optreed en zo’n dossier toch tot tevredenheid van allen kan afhandelen. Tegenwoordig komt dat veel minder vaak voor, omdat we het zo druk hebben met dossiers waarin wij de eerste belangenbehartiger zijn.
Met welk onderdeel van je werk heb je moeite?
Zou je mij deze vraag vijf jaar geleden hebben gesteld, dan zou mijn antwoord zijn geweest: met niet-beargumenteerde afwijzingen door verzekeraars. Anno 2023 is mijn antwoord: met de enorm lange responstermijnen. Het is langzamerhand niet meer te doen om cliënten uit te leggen waarom er na drie maanden of langer nog geen reactie is gekomen van gene zijde. Ik vrees overigens wel dat dit niet alleen bij verzekeraars speelt, maar daar is het probleem wel het grootst. Aan de zijde van de belangenbehartigers zie je gewoon dat er steeds meer aanbieders komen, waardoor de drukte daar beperkt blijft. Bovendien kan een belangenbehartiger een nieuwe zaak weigeren, een WA-verzekeraar kan dat niet. Die heeft immers een polis verkocht waarop schade is ontstaan en moet zo’n dossier dus in behandeling nemen. Het is dus allemaal wel logisch, maar niet minder irritant.
Waar ben je trots op?
Ik ben trots op het bedrijf dat ik samen met mijn vrouw in 2006 heb opgericht en daarna heb uitgebouwd. Ik zeg altijd, het is begonnen op een slaapkamer met een lening van de bank en één dossier in de kast. Wij geloofden toen al dat internet een vlucht zou nemen en dat is ook gebeurd.
Kijk ik nu naar ons bedrijf, dan ben ik trots op de mensen die er werken. Stuk voor stuk professionals met hun hart op de juiste plaats. Wij leggen met z’n allen de nadruk op kwaliteit en niet op de groei van de onderneming. Wij zijn nu met z’n tienen en dat is een prima aantal om de kwaliteit goed te kunnen waarborgen. Dat neemt niet weg dat wij meer aanvragen binnen krijgen dan we kunnen behandelen, dus ook bij ons zijn vacatures.
Wie was in je loopbaan je belangrijkste leermeester?
Ik had een leermeester van wie ik leerde hoe het niet moest. Hij was de directeur en vond je het hele jaar een kanjer, totdat het december werd en loonsverhogingen en bonussen werden besproken. Dan hoorde je opeens negatieve zaken die je het hele jaar niet had gehoord. Zo wilde ik het zelf niet doen en ik denk (en hoop) dat mij dat is gelukt.
In positieve zin heb ik veel gehad aan de onbevangenheid van Martin de Witte in de periode dat ik bij SAP werkte. Hij schroomde niet om direct gas te geven met zijn befaamde ‘drietrapsraket’ (drie verzoekschriften voor een voorlopig deskundigenbericht) indien hem een standpunt van een verzekeraar onwelgevallig was. Niet afwachten, maar proactief aan de slag.
Wat zou je vandaag veranderen in de letselschadebranche als je kon?
Ik zou wel het nodige willen veranderen, maar voor nu zou ik willen dat er meer aanbieders van letselschadecursussen zouden komen die tegen een veel vriendelijker prijs, veel betere leergangen zouden aanbieden. Wat ik nu hoor van collega’s over het niveau van de opleidingen en de kosten daarvan, doet mij vermoeden dat we de personele problemen in letselschadeland voorlopig nog niet zullen oplossen. Er is wel enige verbetering te bespeuren, maar het kan beter, moet beter.
Mag ik nog wat veranderen? De invoering van first-party-verzekering met verplichte verwijzing naar het BW ten aanzien van de schaderegeling, inclusief een equivalent van BW 6:96 en de verzekerde som zoals in de WAM is voorgeschreven. De maatschappij waar de premie is ontvangen, betaalt ook de schade uit aan de eigen verzekerde, dat lijkt me prima.
Wat is je favoriete vrijetijdsbesteding?
Ik heb vele hobby’s, maar als ik er eentje moet noemen is dat golfen. Daarbij heb ik het geluk dat er een mooie 36 holes baan op 2 minuten fietsen bij mijn huis vandaan ligt.
Van welke muziek hou je?
Als ik één moet noemen, neem ik een duik in het verleden en ga ik terug naar mijn ‘Sturm und Drang’ periode. Ik kom dan uit bij David Bowie. Ik heb ooit al zijn LP’s (een zwarte (of witte/blauwe) vinylschijf die je ronddraaide op een zgn platenspeler) gehad en ging naar zijn concerten. Ik spreek dan over de tijd van ‘Ziggy Stardust’ en ‘The Thin White Duke’. Zijn latere werk vond ik niet geweldig meer.
Waarom David Bowie? In die jaren voelde ik mij, als puber, uiteraard onbegrepen en de muziek van Bowie sloot daar naadloos bij aan. Hij veranderde steeds van image, iets wat ik niet kon.
Wat staat er bovenaan je bucketlist?
Gezond blijven staat met stip op 1. Mijn lijf is niet het sterkste onderdeel van wie ik ben en ik heb tegenwoordig veel energie nodig om dat lijf aan de praat te houden.