Een advocatenkantoor vordert betaling van openstaande advocaatkosten van een voormalig cliënt nadat die is overgestapt naar een andere belangenbehartiger. De voormalig cliënt betwist echter de hoogte van de geclaimde bedragen. Ook is hij is teleurgesteld omdat de advocaat weinig voor hem zou hebben betekend. De rechtbank acht dit verweer echter onvoldoende onderbouwd en wijst de vordering van het kantoor toe. Het slachtoffer wordt ook veroordeeld tot een proceskostenvergoeding.

Lees de uitspraak hier.

in 2019 heeft werd betrokkene het slachtoffer van een scooterongeluk, waarbij hij letsel heeft opgelopen. vervolgens heeft hij het betrokken advocatenkantoor ingeschakeld, waarbij een machtiging werd ondertekend met de volgende bepaling:

“Opdrachtgever machtigt [advocatenkantoor] de door wederpartij onbetaald gelaten en op naam van de opdrachtgever gestelde buitengerechtelijke kosten op de aansprakelijke partij te verhalen, zo nodig in rechte. Indien opdrachtgever tussentijds de opdracht intrekt is hij/zij alle door [advocatenkantoor] gemaakte buitengerechtelijke kosten waaronder honorarium, eigen bijdrage en overige ten behoeve van de schadevaststelling gemaakte kosten ineens verschuldigd aan [advocatenkantoor].”

Het advocatenkantoor heeft vervolgens diverse werkzaamheden verricht in opdracht van de voormalig cliënt en verschillende facturen verzonden naar de wederpartij. Een deel van de gefactureerde buitengerechtelijke kosten bleef echter onbetaald.

Overstap
In juni 2020 stapte de voormalig cliënt over naan een andere belangenbehartiger. Daarop eist het advocatenkantoor betaling van de openstaande kosten van de voormalig cliënt op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht. Het slachtoffer erkent dat hij contractueel is gehouden om de kosten te betalen, maar hij betwist de hoogte van het bedrag. Hij voert bovendien aan dat hij teleurgesteld is in het advocatenkantoor omdat dat kantoor weinig voor hem zou hebben betekend. Zo heeft zou er nooit een huisbezoek hebben plaatsgevonden en werd er amper gecommuniceerd.

Beoordeling rechtbank
In de ondertekende machtiging staat vermeld dat de voormalig cliënt de kosten voor de werkzaamheden van het kantoor ineens verschuldigd is wanneer hij de opdracht tussentijds intrekt. Deze situatie heeft zich voorgedaan, nu de voormalig cliënt uit eigen beweging is overgestapt naar een andere belangenbehartiger. De voormalig cliënt is dan ook in beginsel gehouden om de door het advocatenkantoor verrichte werkzaamheden – en daarmee de factuurbedragen – te betalen.

De voormalig cliënt heeft de hoogte van de openstaande factuurbedragen betwist. Met uitzondering van één factuur heeft het advocatenkantoor aan de hand van urenspecificaties en een uiteenzetting van de verrichte werkzaamheden de factuurbedragen echter voldoende onderbouwd. De betwisting van de voormalig cliënt is onvoldoende gemotiveerd. Zodoende wordt de vordering, behoudens de niet-gespecificeerde factuur, toegewezen.

De voormalig cliënt krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen.