Als je werkt met cliënten die vreselijke dingen hebben meegemaakt, is kennis van trauma’s geen overbodige luxe. ‘Niet om soft te zijn, maar voor je effectiviteit als advocaat.’ Je ademhaling versnelt, je pupillen worden groot. Alle energie gaat naar overleven, andere functies worden uitgeschakeld. Je wordt bleek en krijgt een droge mond: het is “fight or flight”. Dreigt er echt levensgevaar, dan kun je in de “freeze”-stand raken. Je wordt schijnbaar emotieloos, krijgt het koud. Er is sprake van dissociatie. Je spierspanning gaat omlaag, je kunt zelfs flauwvallen.’

We zitten bij een training ‘effectieve gespreksvoering met getraumatiseerde cliënten’ voor asieladvocaten van trainers Bas Snippert en Joost Haagsma. Snippert legt uit wat er in stresssituaties gebeurt in het autonome zenuwstelsel. ‘Fight or flight’ en ‘freeze’ zijn normale reacties op een bijzondere situatie, vertelt hij. Als het gevaar geweken is, gaat je zenuwstelsel vanzelf terug naar die van ‘social engagement’. ‘Je ademhaling wordt weer rustig, je bent energiek en stabiel, maar niet hyper. Je staat in contact met je omgeving.’

Dat is hoe het hoort te gaan. Alleen: soms gaat door allerlei factoren het overlevingssysteem niet meer vanzelf uit. Je blijft in de fight-, flight- of freeze-stand terwijl je al lang weer veilig bent. Dan spreek je van een trauma (letterlijk: wond) of in zeer ernstige gevallen van een posttraumatisch stresssyndroom.

Vragen afvuren
Mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld heeft dagelijks te maken met getraumatiseerde cliënten. Hoe pakt zij dat aan? ‘Ik ga geen vragen afvuren die naar de kern van het lijden gaan, dat schiet niet op. Je moet vertrouwen opbouwen en dat kost heel veel tijd. Ik hou me buitenstaander, suggereer niet dat we samen in het probleem staan. Je kunt wel sympathie tonen, maar empathie is al lastig: het is niet altijd zo gemakkelijk in te voelen wat mensen hebben meegemaakt. Bij meneer Prinsen, voor wie ik een misbruikzaak doe tegen de katholieke kerk, kwamen pas na een hele tijd tranen. Ik had die niet nodig voor de zaak, maar je staat er daarna wel meer samen in.’

Niet alleen slachtoffers hebben trauma’s. Bijna alle strafklanten van Veerle Hammerstein hebben ook ‘bagage’, in welke vorm dan ook. Je merkt dat, maar vaak weet je het niet zeker omdat er niet in elke zaak een psychologisch rapport ligt, vertelt Hammerstein. En of je erop aanstuurt dat zo’n rapport er komt, hangt er maar vanaf. ‘Het is laveren tussen verantwoordelijkheden: je wilt de rechter laten zien wie hij voor zich heeft, maar je moet voorzichtig zijn dat je de cliënt niet de tbs of PIJ in duwt.’

Een zaak die Hammerstein erg heeft aangegrepen, betreft een vrouw uit Oeganda, die na afwijzing van haar asielverzoek zo wanhopig was dat ze geprobeerd zou hebben zichzelf en haar kind met rattengif om te brengen. Hammerstein nam de zaak over toen de rechtbank vier jaar gevangenisstraf had opgelegd wegens poging tot doodslag. ‘Er lagen psychologische rapporten waarin cliënte duidelijk niet het achterste van haar tong liet zien. Ik heb om een nieuwe rapportage gevraagd, van een meer cultuurbewuste onderzoeker, met een tolk in haar moederstaal. Toen kwam eruit dat mevrouw was mishandeld, nare seksuele ervaringen had gehad en leed aan PTSS.’

Zelf trauma’s bespreken met de cliënt, daar is Hammerstein voorzichtig mee. ‘Ik vraag wel naar eventuele problemen, maar als iemand geen antwoord geeft, vraag ik niet door. De cliënt heeft er niets aan als hij verward raakt, of hij nu met zijn advocaat praat of met een psycholoog.’

Tips
Hoe praat je met je cliënt over traumatische ervaringen?

  1. Zorg zo mogelijk voor een overzichtelijke, harmonieuze omgeving.
  2. Bied keuzes: ‘Waar wilt u zitten?’ ‘Zegt u maar wanneer u wilt pauzeren.’
  3. Neem een open gesprekshouding aan en spreek op rustige conversatietoon.
  4. Bied oriëntatie op het hier en nu: benoem wie je bent, waar jullie zijn, wat de bedoeling is.
  5. Zorg voor items voor positieve oriëntatie. Een theepot die je kocht op vakantie, een koekjesblik van vroeger: het kan stof vormen voor een verbindend gesprekje.
  6. Snijd niet direct het ‘hete’ onderwerp aan maar werk ernaartoe. Schakel bij zware gesprekken zo nodig af en toe terug naar neutrale of positieve onderwerpen.
  7. Neem de tijd en oefen geen druk uit.
  8. Zorg als het ‘te heet’ dreigt te worden voor ‘afkoeling’ (glaasje water, samen lopen naar het koffieapparaat).
  9. Zorg goed voor jezelf: neem tijd voor ontspanning en verwerking. Als je zelf in de vecht- of vluchtstand zit, ben je niet effectief.

Ontleend aan de training Effectieve gespreksvoering met getraumatiseerde cliënten (traumainadvocatuur.nl).

Dadels op tafel
Asieladvocaten móéten vaak wel ingaan op pijnlijke kwesties, terwijl er voor het opbouwen van vertrouwen heel weinig tijd is – en dat laatste wordt na de voorgenomen beperking van de rechtsbijstand in asielzaken nog veel erger. In de training van Snippert en Haagsma krijgen asieladvocaten tips hoe ze het gesprek kunnen voeren zonder de cliënt onnodig verder te ontregelen. Bijvoorbeeld: ‘Getraumatiseerde mensen zijn georiënteerd op gevaar. Help je cliënt oriënteren op het hier en nu: bespreek waar jullie zijn, wie je bent, wat de bedoeling is. Dat biedt veiligheid.’

Meer weten?

  • Trauma en het lichaam, Een sensomotorische benadering van psychotherapie,  Pat Ogden, juni 2019.
  • Pharos, Handreiking ‘Geef ons de tijd…’, oktober 2018, via www.pharos.nl.
  • Trauma en Geheugen, hoe brein en lichaam traumatische ervaringen levend houden, Peter A. Levine, juni 2018.
  • The body keeps the score, Mind, Brain and Body in the Transformation of Trauma, Bessel van der Kolk, september 2015.
  • Secondary trauma in the legal professions, a clinical perspective, Yael Fischman PhD, februari 2008, https://bit.ly/2ZMzIp6.

Dingen in de ruimte kunnen zorgen voor ‘positieve oriëntatie’. Een deelnemer vertelt: ‘Ik heb altijd een doos met dadels staan uit Dubai, waar mijn dochter woont. Dat levert vaak een ontspannen gesprekje op.’

Bij het rollenspel zien deelnemers die cliënt spelen opeens beren die ze als advocaat niet zouden ontwaren. Een ‘cliënt’ evalueert: ‘Toen jij dat schrift erbij pakte, raakte ik in paniek: wat schrijft ze op? Wat gaat ze met mijn informatie doen? Pas toen je zei: “dit is voor mezelf” kon ik er iets mee.’

Een andere ‘cliënt’ zag zijn ‘advocaat’ denken: kom óp nou met die informatie. ‘Ik werd er onzeker van, voelde een blokkade tegenover iemand die dat niet begrijpt.’

Het bewustzijn van deze groep was hoog, vinden de trainers achteraf. ‘Dat is lang niet altijd het geval,’ zegt Snippert. Haagsma: ‘Terwijl contact maken zo belangrijk is. Niet als therapeut of om soft te zijn, maar om als advocaat effectief te zijn. Een ontregelde cliënt kan niet goed vertellen wat jij nodig hebt.’

Wakker gelegen
De strafzaak van de Oegandese vrouw liep, ondanks de inspanningen van Veerle Hammerstein, slecht af in appel. Hoewel de cliënte tussentijds was vrijgelaten, haar leven op orde had gekregen en het OM een grotendeels voorwaardelijke straf eiste, kreeg ze toch weer vier jaar onvoorwaardelijk. ‘Deze vrouw raakt nu alles kwijt, haar kinderen, haar huis, haar baan, haar verblijfsvergunning. Terwijl ik na de zitting tegen haar zei – en dat doe ik bijna nooit – dat het goed zou komen.’

Hammerstein heeft er wakker van gelegen. ‘Ik was bang dat ze zichzelf weer iets aan zou doen. Ik hield contact en schakelde hulpverlening in. Inmiddels bereiden we cassatie voor. Dan zoek je een cassatieadvocaat die niet alleen goed is, maar die ook in staat is haar hand vast te houden. Voor deze vrouw is elke dag dat de procedure loopt spannend.’

De zaak deed Hammerstein even twijfelen aan haar beroep. ‘Als je alles initieert wat je kunt vanuit je vak, en het wordt met een pennenstreek terzijde gelegd: wat heeft mijn werk dan voor zin gehad? Een intens verdrietige zaak. Ik heb er veel over gepraat, dat hielp. En ik zie het als mijn werk, niet als mijn roeping. Een trauma is het niet.’ Misschien omdat ze haar ervaring in een indringende blog van zich af schreef. Maar het bestaat wel: mensen die met getraumatiseerden werken kunnen een ‘secundair trauma’ oplopen.

Sudoku’s
Wat doen de asieladvocaten op de training om overeind te blijven? De een doet nooit meer dan twee gesprekken op een dag en neemt tussendoor pauze, de ander gaat na afloop op kantoor een poosje sudoku’s zitten maken. Een derde zegt: ‘Misschien heb ik met enige regelmaat burn-outs omdat ik hier nooit iets aan heb gedaan.’ Ook voor deze groep advocaten is het zwaarste dat je de cliënt lang niet altijd kunt redden. ‘We hebben een ontmoedigend rechtsgebied soms.’ Dan is alleen nog de erkenning van de cliënt inspiratiebron. Als die, in alle verdriet, zegt: ‘Jij hebt er alles aan gedaan.’

Liesbeth Zegveld begrijpt dat een zaak verliezen voor asieladvocaten traumatisch kan zijn. ‘Bij hen is het op leven en dood: blijven of niet blijven. In mijn zaken is het onrecht meestal langer geleden geschied, het gaat erom je recht te halen. Je staat er sterk in met elkaar, of je nou wint of verliest; anders begin je er niet aan. Het zou voor mij denk ik pas traumatisch zijn als ik het idee had dat mijn cliënten niet serieus werden genomen, maar dat is in het algemeen wel zo. Rechters zijn ook in de afgelopen twintig jaar de mens veel centraler gaan stellen.’

Toch… laatst zag Zegveld de film A Private War, over de in Syrië omgekomen oorlogsjournaliste Marie Colvin. ‘Toen merkte ik dat het bij mij dieper doordringt dan ik me bewust was, dat de trauma’s ook bij mij beklijven. Maar of ik er last van heb in de zin dat ik hulp zou moeten zoeken… dat niet, geloof ik. Het feit dat je in de rechtszaal iets met de onrechtvaardigheid kunt doen, geeft de kracht om door te gaan.’

(Bron: Advocatenblad)