In de hele wereld wordt reikhalzend uitgekeken naar een goed werkend vaccin tegen COVID-19, voor iedereen. Het wordt gezien als het felbegeerde entreebewijs dat weer toegang geeft tot een bruisend en actief leven buiten de muren van de eigen woning. De eerste berichten zijn hoopgevend. Zo kopten de kranten onlangs: ‘Voorjaar 2021 gaat het licht weer schijnen’ en ‘Coronavaccin Pfizer voldoet aan eisen veiligheid en effectiviteit FDA’.
Door mr. Irene Timmermans
Van de regen in de drup
Laten we hopen dat de vaccins inderdaad doen wat ze beloven en voorkomen dat nieuwe, onnodige slachtoffers worden gemaakt. Toch is het van belang het hoofd koel te houden en na te denken over de rechtspositie van de mensen die vanwege een mogelijk gebrekkig vaccin tegen COVID-19 letselschade oplopen. Helemaal ondenkbaar is dit niet, zo leert de geschiedenis. Zo staat Beer advocaten momenteel verschillende slachtoffers bij die een ernstige slaapziekte, genaamd ‘narcolepsie’, hebben opgelopen als gevolg van een gebrekkig vaccin tegen de Mexicaanse griep, Pandemrix genoemd.
Net als in elke andere letselschadezaak zijn soms meerdere partijen (naast elkaar) aan te spreken voor opgetreden letselschade. Zo kan bij een gebrekkige vaccinactie de producent of leverancier van het vaccin aansprakelijk zijn, maar ook de arts als de vaccinatie door medisch onzorgvuldig handelen onjuist wordt gegeven. Ook de staat die het vaccin als ‘veilig’ beschouwt en de vaccinatie bijvoorbeeld opneemt in het Rijksvaccinatieprogramma kan aansprakelijk zijn. In dit blog ga ik nader in op de aansprakelijkheid van de producent. In een volgend blog zal mijn kantoorgenoot Laura-Jean van de Ven de aansprakelijkheid van anderen dan de producent nader uitdiepen.
In het geval een vaccin schade veroorzaakt, is de producent enkel aansprakelijk als juridisch van een ‘gebrek’ van het product gesproken kan worden. Daarvoor moet worden bedacht welk veiligheidsniveau de gevaccineerde van het vaccin mocht verwachten. Het enkele feit dat het vaccin bijwerkingen geeft, is voor aansprakelijkheid onvoldoende. Wel zal het risico op (ernstige) bijwerkingen natuurlijk in verhouding moeten staan tot het risico waartegen het beschermt (COVID-19). Ook moet de producent goed onderzoek doen naar de bijwerkingen van het vaccin en de potentiële gebruikers daarover zo volledig mogelijk informeren.
Onvoorziene bijwerking
Het is alleen, ook gelet op de druk om zo spoedig mogelijk een werkend vaccin op de markt te brengen, niet ondenkbaar dat het coronavaccin een onvoorziene bijwerking zal hebben. Het is dan de vraag of dit risico voor rekening en risico van de producent komt. In Nederland geldt dat als het voor de producent op grond van de meest geavanceerde inzichten van wetenschap en techniek onmogelijk was om de bijwerking te ontdekken, hij vrijuit gaat. Als de producent dit geavanceerde onderzoek naar het vaccin heeft nagelaten, bijvoorbeeld om een vaccin zo spoedig mogelijk op de markt te kunnen brengen, dan zal een gebrek hem in principe wel toe te rekenen zijn. Dat is anders als het gebrek een gevolg is van het naleven van dwingende overheidsvoorschriften. Belangrijk is dat een producent steeds onderzoek moet blijven doen naar mogelijke bijwerkingen en deze nieuwe inzichten ook moet mededelen.
Hoe uniek is deze crisis?
Het is de vraag of de coronacrisis zo uniek is dat dit een afwijking van deze hoofdregels rechtvaardigt. Sommige rechtsgeleerden vinden dat hier sprake is van een uitzonderlijke situatie omdat veel druk wordt uitgeoefend op de farmaceutische industrie om de vaccins sneller beschikbaar te laten zijn dan reguliere vaccins. Dat zou volgens hen rechtvaardigen dat de samenleving in de vorm van de overheid (deels) mee zou moeten betalen aan mogelijke schadeclaims. Ook wordt de mogelijkheid van een speciaal schadefonds geopperd, waarin de overheid en producent allebei financieel bijdragen. Wat voor mij centraal staat, is dat – mocht het zover komen – gedupeerde gevaccineerden met gezondheidsschade niet zelf van de regen in de drup belanden, maar hun schade kunnen verhalen op de partij die daarvoor verantwoordelijk is. Laten we hopen dat het nooit nodig zal zijn.
(Bron: Beer advocaten)