Als er een ongeval, ramp of misdrijf gebeurt, staat het leven van het slachtoffer en zijn of haar naasten vaak volledig op zijn kop. Meestal zijn zij op dat moment nog helemaal niet bezig met allerlei juridische vraagstukken zoals wie er verantwoordelijk is voor de schade, of er een belangenbehartiger ingeschakeld moet worden en of een vordering voor schadevergoeding veilig gesteld moet worden. Dat is volstrekt begrijpelijk: aandacht voor de gezondheid van het slachtoffer en zijn of haar herstel is het belangrijkste en de rest kan daardoor naar de achtergrond verdwijnen. Helaas heeft de wetgever hier niet altijd rekening mee gehouden en kunnen bepaalde juridische handelingen op korte termijn noodzakelijk zijn. De rechter zal, ook als dat gevoelsmatig onredelijk is, de wet moeten volgen en heeft daarin vaak geen beleidsvrijheid.
Door mr. Irene Timmermans
Meer of minder haast geboden
Over het algemeen verjaart een vordering tot schadevergoeding pas na 5 jaar vanaf de bekendheid met de schade en de aansprakelijke persoon en kan dit met een simpele brief worden gestuit en begint dan een nieuwe termijn van 5 jaar te lopen. Maar hierop gelden uitzonderingen bij bijzondere rechtsbetrekkingen. Denk aan een ongeval waarbij een overeenkomst van personenvervoer speelt (3 jaar en soms zelfs een vervaltermijn van 3 maanden) en een vordering tegen een producent van een gebrekkig product (3 jaar). Als je niet binnen de verjaringstermijn (of vervaltermijn) op tijd je rechten opeist, kan je al je aanspraken op schadevergoeding verliezen.
Maar zelfs deze uitzonderingen met kortere verjaringstermijnen verwachten geen actie binnen afzienbare tijd na het ongeval, de ramp of het misdrijf. Waar ik in dit blog de aandacht op wil vestigen, is het wettelijke vereiste dat een vordering op smartengeld (ofwel: immateriële schade) bij leven moet worden opgeëist. Dat betekent dat een slachtoffer zelf, zijn belangenbehartiger of de gemachtigde namens het slachtoffer bij de aansprakelijke partij aanspraak moet maken op smartengeld (immateriële schade) vóórdat iemand overlijdt. Dit kan een rol spelen bij ernstige ongevallen waarbij een slachtoffer in coma raakt of dusdanig letsel heeft opgelopen dat de dood daarop volgt. Juist bij dit soort ongevallen (rampen of misdrijven) waarbij de gevolgen zo afschuwelijk en veelomvattend zijn, zal de vergoeding voor het smartengeld veelal hoog liggen. Immers, de compensatie voor deze pijn en gederfde levensvreugde zal in die omstandigheden billijk moeten zijn. Mocht het slachtoffer of diens nabestaanden het veilig stellen van deze vordering bij leven hebben nagelaten, dan kan na het overlijden geen aanspraak meer worden gemaakt op de vordering voor smartengeld (immateriële schade). Mocht dit door of namens het slachtoffer wel zijn gebeurd, dan bepaalt de wet dat de vergoeding na overlijden toch mag worden uitgekeerd aan de erfgenamen.
Eén telefoontje voldoende
Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Jaap is slachtoffer geworden van een verkeersongeval: hij is op zijn racefiets in de dode hoek aangereden door een vuilniswagen. Met gillende sirenes wordt hij door de ambulance opgehaald. In de ambulance is hij nog bij kennis en vertelt hij de ambulancebroeders dat de bestuurder van de vuilniswagen niet uit zijn doppen keek en hij wil dat de onderste steen boven komt. In het ziekenhuis is zijn familie continu bij hem, maar helaas verslechtert de toestand van Jaap. In een helder moment belt de vader van Jaap met een letselschadeadvocaat om te vertellen wat er gebeurd is. De advocaat noteert de belangrijkste gegevens en drukt Jaap op het hart zich te bekommeren om zijn zoon en de rest bij haar te laten. Na het telefoontje legt de advocaat direct contact met het betrokken vuilnisbedrijf en diens verzekeraar en zorgt ervoor dat de rechten van Jaap en zijn naasten veilig worden gesteld. Kort erna overlijdt Jaap en een tijd later, wanneer de familie daar aan toe is, wordt het contact met de advocaat hervat. De advocaat vertelt de familie dat de vordering van Jaap op schadevergoeding tijdig is veilig gesteld en overerft op de familie als wettelijke erfgenamen. Als de vader van Jaap had nagelaten dit telefoontje te plegen, dan had de boodschap geluid dat de aanspraak op vergoeding van smartengeld (immateriële schade) niet langer bestond.
Helpende hand
De impact van een ongeval, ramp of misdrijf op het slachtoffer en diens naasten mag niet worden onderschat. Beer advocaten wil een helpende hand bieden door juridische zaken uit handen te nemen. Dat betekent ook dat wij alles in werking willen zetten om problemen zoals hierboven omschreven te voorkomen. Mocht deze situatie bij u spelen, aarzel dan niet om contact op te nemen met Beer advocaten, zodat wij tijdig de benodigde juridische stappen kunnen ondernemen.
(Bron: Beer advocaten)