Dit is het 45ste jaar dat ik als advocaat werkzaam ben. Het duizelt een beetje als ik naar dat getal kijk, maar het werkplezier is in de loop der jaren alleen maar toegenomen. Wat het ook steeds leuker maakt, is dat je als ervaren advocaat een bijdrage kunt leveren aan de opleiding en ondersteuning van jongere collega’s en ook die van studenten. 

Door mr. John Beer 

Ontwikkeling van jong, juridisch talent
Sinds 2014 bestaat de Stichting Beer impuls die is opgericht door de aandeelhouders van het kantoor Beer advocaten N.V. De stichting stelt zich onder meer ten doel om de ontwikkeling van jong talent op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht en de personenschade te ondersteunen. In dat verband werden de afgelopen jaren aan diverse universiteiten gastcolleges en masterclasses gegeven. Bovendien wordt jaarlijks, en ook dit jaar, een scriptieprijs uitgereikt waarvoor diverse vakgroepen hun scriptie inzenden. Helaas heeft de gewoonlijk zeer feestelijke uitreiking in het afgelopen jaar plaats moeten maken voor een digitale versie, maar hopelijk kan het dit jaar weer normaal.   

Dezer dagen leveren mijn collega Mildred Brun en ik als onderdeel van de activiteiten van Beer impuls een bijdrage aan een onderwijsprogramma van de Universiteit van Amsterdam. Voor mij bijzonder en erg leuk om op die manier terug te keren naar de universiteit waar ik ben opgeleid. 

Kennismaking met het advocatenvak
Het betreft het onderwijsprogramma onder de naam ‘Amsterdam Law Firm’ dat wordt geleid door de hoogleraar Peter Rijpkema. Daarin wordt beoogd om studenten te laten kennismaken met de advocatenpraktijk. Dit jaar heeft een groot deel van de studenten in dat programma gekozen voor de advocatuur die zich met aansprakelijkheid en personenschade bezighoudt. Dat deel nemen Mildred en ik voor onze rekening.  

Het wordt terecht belangrijk gevonden om studenten gedurende hun studie enigszins te laten kennismaken met de praktijk en met de persoonlijke keuzes die zij bij aanvang van hun loopbaan moeten maken. Een belangrijk deel van de studenten houdt het voor mogelijk dat ze advocaat zullen worden, maar daarmee is nog niet duidelijk wat voor advocaat ze willen worden. Het is mooi om een rol te kunnen spelen bij dat soort keuzes. 

In de eerste bijeenkomst, deels digitaal en deels in persoon, ging het om een introductie op het vakgebied en de relevante zaken en ontwikkelingen die de laatste tientallen jaren hebben plaatsgevonden. Erg leuk te merken dat de studenten die voor dit deel van het programma hebben gekozen hun actieve interesse toonden en met ons in gesprek gingen. Aan het eind van die bijeenkomst ontvingen alle studenten een mail waarin een patiënt een ziekenhuis aansprakelijk stelde voor schade als gevolg van een tekortkoming. 

De studenten waren verdeeld in groepen die voor de benadeelde of voor het ziekenhuis optraden. Aan de hand van de casus hebben zij in de daaropvolgende drie weken adviezen geschreven, of voor de benadeelde of voor het ziekenhuis.  

Nagebootste interactie tussen cliënt en advocaat
De tweede bijeenkomst bestond uit de presentatie van de adviezen aan de cliënten. Dat waren Mildred en ik dus. Mooi te zien hoeveel werk de studenten er van hadden gemaakt. Zonder veel acteertalent stelden we zo nu en dan een vraag waaruit hopelijk voldoende bleek hoe interactie tussen een advocaat en diens cliënt kan verlopen en wat voor cliënten wel of niet belangrijk is. Onze vragen en de nadien nog gegeven toelichting zal in de komende drie weken in een processtuk worden verwerkt.  

De laatste, derde bijeenkomst zal er voor de rechtbank – wij dus – gepleit gaan worden. Ik zie er opnieuw erg naar uit.    

(Bron: Beer advocaten)