Pakjesavond nadert en Sinterklaas en zijn pieten leggen de laatste hand aan alle gedichten en cadeautjes. Wat opviel dit jaar is niet alleen dat Sinterklaas per stoomtrein naar Nederland is gekomen, maar ook dat er vele nieuwe Sinterklaas-apps verschenen.  

Gezondheidsapps en medische apps 
De ontwikkeling van apps blijft doorgaan. Ook de groei van gezondheidsapps en medische apps zet nog steeds door. Zo zijn er apps die bijdragen aan onze gezondheid zoals de stappenteller, hartslagmeter en calorieëntracker. Daarnaast bestaan er medische apps die onze bloeddruk- of glucosewaarden kunnen meten of zelfs kunnen vaststellen of onze moedervlek al dan niet kwaadaardig is. Wij maken allemaal dankbaar gebruik van deze applicaties. Maar realiseren wij ons voldoende dat het gebruik van dit soort apps zeker niet zonder risico is? Wat nu als de app een verkeerde bloeddrukmeting doorgeeft of een onjuiste diagnose stelt, met letselschade of zelfs overlijdenschade tot gevolg? En wie kan in dat geval aansprakelijk gesteld worden voor deze schade?  

Wie is aansprakelijk te stellen? 
Het is een complexe materie die ook op ons kantoor de gemoederen flink bezighoudt. Complex onder meer omdat bij de ontwikkeling, maar ook bij het gebruik van de app veel partijen betrokken zijn. Denk aan de ontwikkelaar van de app, de softwareontwikkelaar, de arts en/of het ziekenhuis en dan natuurlijk u en ik als gebruikers van de app.

Specifieke regelgeving hiervoor bestaat (nog) niet. Op grond van de huidige wetgeving heeft de gebruiker-patiënt in principe de keuze wie hij aansprakelijk stelt. Zo bestaat de mogelijkheid om de ontwikkelaar van een gebrekkige app aansprakelijk te houden op grond van productaansprakelijkheid. Daarnaast kan (tevens) de arts en/of het ziekenhuis aansprakelijk worden gesteld als bijvoorbeeld de patiënt onvoldoende is ingelicht over het gebruik van de app en kan worden aangetoond dat sprake is geweest van schending van de zorgplicht. Ook bestaat de mogelijkheid dat de gebrekkige app kwalificeert als ‘ongeschikte hulpzaak’ (in de zin van artikel 6:77 BW) en de arts aansprakelijk kan worden gesteld op de grond dat hij bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst gebruik heeft gemaakt van een ongeschikte hulpzaak.   

Nieuwe Wet Medische hulpmiddelen 
Op 15 oktober jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe Wet Medische Hulpmiddelen die in mei 2020 in werking zal treden en ook direct effect zal hebben op (medische) apps. De wet bepaalt, kort gezegd, dat alle software die is bestemd om te worden gebruikt voor specifieke medische doeleinden onder de definitie van ‘medisch hulpmiddel’ valt. Hierdoor kwalificeren straks meer medische apps als medisch hulpmiddel en gaan bovendien voor bepaalde medische apps strengere veiligheidsregels gelden. Interessant daarbij is dat deze nieuwe regelgeving een expliciete koppeling maakt naar de Richtlijn Productaansprakelijkheid 85/374/EEG (waarop onze Nederlandse productaansprakelijkheidsregelgeving is gebaseerd): fabrikanten van medische hulpmiddelen moeten voor voldoende financiële dekking zorgen in verband met hun eventuele aansprakelijkheid voor gebrekkige medische hulpmiddelen. Bovendien moeten fabrikanten van buiten de EU een gemachtigde binnen de EU aanwijzen die in diens bijzondere rol straks hoofdelijk en gezamenlijk met de importeur en de fabrikant aansprakelijk kan zijn voor eventuele gebrekkige medische hulpmiddelen.

Hoop op meer duidelijkheid 
In haar blog van 7 november 2019 schreef Laura-Jean van de Ven al over de aansprakelijkheid van de producent voor het in het verkeer brengen van gebrekkige producten. Terwijl de nieuwe Wet Medische Hulpmiddelen in 2020 in werking zal treden, staat ook de wetgeving op het gebied van productaansprakelijkheid niet stil. De groei aan complexe technologische producten en de Europese rechtspraak van de afgelopen jaren hebben gemaakt dat twee groepen experts zich momenteel buigen over de toepassing van de Richtlijn Productaansprakelijkheid. De verwachting is dat de Europese Commissie op korte termijn hierover een rapport zal presenteren. De hoop is dat dit rapport meer duidelijkheid geeft voor effectieve toepassing van de productaansprakelijkheidsregelgeving in de toekomst.  

mr. Karen Jelsma, Beer advocaten