In augustus van vorig jaar schreef ik mijn laatste blog. Het was het derde blog in een reeks over hersenletsel bij sporters en de tijd heeft wat dat betreft ook sindsdien niet stilgestaan. Het zou daarom voor de hand kunnen liggen hier een vierde blog aan te wijden, maar dat doe ik niet. Ik sluit niet uit dat ik er later nog wat over zal schrijven, maar voor nu verwijs ik de geïnteresseerden naar een reeks recente artikelen in onder meer het NRC. Dit blog gaat over iets anders. Ik zal u uitleggen waarom.

Door mr. Lucas Hogeling

Geen voetbal of hersenletsel
Op mijn vorige blogs ontving ik best wat reacties. Het merendeel daarvan positief, of in ieder geval aanmoedigend, maar ook een enkele meer kritische noot. Zo kreeg ik een e-mail van een man die ik hier vanuit privacyoverwegingen Nick noem. Nick vond mijn blogs – en dan vat ik een en ander voor het gemak meer even in mijn eigen woorden samen – op zichzelf best lezenswaardig, maar de relevantie daarvan voor de dagelijkse juridische praktijk beperkt.

Oké, Nick, touché. En toegegeven: ik houd nu eenmaal van voetbal en dat maakt het een laagdrempelig thema voor een blog, met het risico van een hooguit zijdelings juridische inhoud. Omdat ik liever geen one-trick pony wil zijn, gaat dit blog in de kern dus niet over voetbal of hersenletsel.

Een verstoorde balans
Beer advocaten is gespecialiseerd in aansprakelijkheids– en verzekeringsrecht, letselschade en schade door overlijden. Mijn kantoorgenoten en ik staan iedere dag slachtoffers bij van vreselijke verkeers– of arbeidsongevallenmedische fouten en geweldsmisdrijven. Dat vinden wij belangrijk werk, maar het maakt het soms ook zwaar. Vaak is sprake van ernstig en blijvend letsel, met een grote impact op het leven van de benadeelde en de mensen daaromheen. Het leed van een ander gaat je niet in de koude kleren zitten. Juist om deze mensen zo goed mogelijk bij te kunnen staan, is het (in ieder geval voor mij) belangrijk om regelmatig de gedachten te verzetten en met heel andere dingen bezig te zijn.

Ik beleef dan ook veel plezier aan de interne nevenfunctie van voorzitter van de vrijdagmiddagBeerborrelcommissie. In COVID-loze tijden nodig ik aan het eind van de werkweek alle kantoorgenoten uit voor een gepaste afsluiting daarvan en stimuleer ik om ter ontlading onderwerpen te bespreken die helemaal niets met ons werk te maken hebben. Zelf vertel ik dan graag honderduit over mijn liefde voor de dartsport, benadruk ik keer op keer dat The Matrix met afstand de beste film aller tijden is, deel ik – alleen als ik gewonnen heb – trots mijn tennisresultaten en schep ik tussen het hoongelach door op over de gouden kegel die ik heb gewonnen met een persoonlijk record op de bowlingbaan (250). Dat mijn kantoorgenoten hier wat laatdunkend op reageren (“ga eens naar een museum”) maakt mijn plezier alleen maar groter.

De balans tussen werk en ontspanning is nu helaas fragiel. Bij het schrijven van mijn laatste blog in augustus 2020 dacht ik dat de piek van de COVID-problematiek wel weer achter ons lag en dat ook ons kantoor snel weer gevuld zou zijn. Inmiddels vrees ik dat ik mijn ticket voor het EK-2020 ook deze zomer niet zal kunnen verzilveren, terwijl het concert van The Weeknd in de Ziggo Dome van afgelopen oktober ondertussen al verplaatst is naar oktober 2022. Tijdens mijn vakantie en ondanks alle maatregelen maakte ik gelukkig nog wel een mooie verre reis naar het einde van het alfabet. Het was genieten geblazen in Zwolle.

Relevant voor de dagelijkse juridische praktijk
De wekelijkse bijeenkomsten zijn nu al bijna een jaar niet mogelijk en ik mis ze. Ik mis de fysieke samenkomst met mijn collega’s, de ontspannen afsluiting van de week en ik mis ook het schrijven van de wekelijkse uitnodiging in de hoop op een zo groot mogelijke opkomst. Als een vorm van compensatie heb ik nu hier de ruimte genomen om erover te schrijven. Het geeft mij ontspanning en de energie om mij weer te richten op de inhoudelijke behandeling van mijn zaken en het bijstaan van cliënten. Daarmee is dit blog van wezenlijk belang voor de dagelijkse juridische praktijk, in ieder geval voor die van mij. Al weet ik niet of dat nu is wat Nick bedoelde.

(Bron: Beer advocaten)