In februari van dit jaar nam de vereniging van letselschadeadvocaten LSA stellig afstand van het betalen voor zaken. “Niets nieuws,” noemde consultant Arjan Loonstra het standpunt van de LSA in een opiniestuk in het PPS-Bulletin (2022-2), omdat “het provisieverbod van de Nederlandse Orde van Advocaten al gold voor advocaten”. In een vandaag gepubliceerde reactie laat de LSA weten dat dit niet helemaal klopt.

Betalen voor zaken in sommige gevallen toegestaan
De algemene gedragsregels staan het betalen voor zaken in sommige gevallen namelijk toe. “Sinds 2018 is het onder bepaalde voorwaarden toegestaan te betalen voor het verkrijgen van opdrachten,” aldus de LSA. “Maar de LSA is, waar het personenschadezaken betreft, geen voorstander van deze verruiming”.

LSA-leden spreken af: wij betalen niet voor zaken
De LSA is namelijk van mening dat de bijzondere positie van LSA-advocaten ten opzichte van de kwetsbare groep personen bij het behandelen van letsel- en overlijdensschade zich niet verhoudt tot het betalen voor potentiële zaken of cliënten. Daarom is in januari binnen de vereniging afgesproken om van de verruiming van de mogelijkheden van de NOvA geen gebruik te maken en in geen enkel geval te betalen voor zaken.

Geen vergoeding toegestaan per lead of zaak
Het LSA-standpunt over het betalen voor zaken is dus een relevante aanvulling op de algemene gedragsregels. “Een LSA-advocaat mag geen beloning of provisie ontvangen als zaken direct of indirect naar een andere belangenbehartiger worden verwezen en er mag ook niet worden betaald voor of bij het verkrijgen van opdrachten door of via verwijzing door anderen. Weliswaar mag een LSA-advocaat zaken ontvangen via een bemiddelingswebsite, maar enkel indien er geen vaste of variabele vergoeding wordt betaald per lead of zaak”.

Bemiddelingswebsites
Dat de diensten van sommige bemiddelingswebsites eveneens onder het provisieverbod vallen, bleek uit de publicatie van Letselschade.NU van 3 juni 2022. Een acquisitiewebsite die aangaf uitsluitend met ervaren letselschadeadvocaten samen te werken, leverde zaken aan tegen betaling van 15% van de gefactureerde buitengerechtelijke kosten. De LSA liet in een reactie weten dat deze vorm van samenwerking voor LSA-advocaten niet is toegestaan.