Jonge advocaten willen veel vaker dan vroeger parttime werken. De ambitie om te gaan voor de top is niet meer vanzelfsprekend, de behoefte aan balans, autonomie en flexibiliteit is voor steeds meer jonge professionals leidend. Bij de Nederlandse Orde van Advocaten is het een prominent thema: hoe kunnen kantoren jonge werknemers enthousiasmeren voor het partnerschap? Deze alertheid is een gevolg van een trend: jongeren willen vaker parttime werken. Daarover schrijft het FD.

Recente cijfers van het CBS geven aan dat de deeltijdbaan bij jongprofessionals in trek is. De meeste hoogopgeleide mannen tussen 25 en 30 jaar werken nog steeds voltijds (221.000 voltijd tegen 50.000 in deeltijd), maar het aandeel deeltijd groeide in het afgelopen jaar met ruim 10%. Bij hoogopgeleide vrouwen ligt het percentage deeltijdwerkenden op ruim meer dan de helft.

Arbeidsrechtadvocate Els de Wind van advocatenkantoor Van Doorne zegt tegen het FD de trend te herkennen: “’Vooral bij die jonge generatie zie je dat het werk in hun leven moet passen. Zij willen graag hard werken om een goede advocaat te worden, maar niet doorlopend. En het moet duidelijk en bijtijds gecommuniceerd worden als zij in het weekend aan de slag moeten.”

De trend is ook waarneembaar in andere sectoren. Daar waar medewerkers kunnen opklimmen tot partner, merken bedrijven dat het minder vanzelfsprekend is dat mensen dit ambiëren. Uit recent onderzoek van ING naar de accountancy bleek dat twintigers minder bereid zijn om veel uren te werken. Negen op de tien gaven aan dat de hoge werkdruk negatief uitpakt voor hun persoonlijke welzijn. Jongeren zouden zich bovendien niet per se lang aan een organisatie willen binden.

Lees het volledige artikel in het FD.

(Bron: FD)