De TSB-regeling voor beroepsziekten door gevaarlijke stoffen is nu bijna een jaar van kracht. Het aantal aanmeldingen blijft achter bij de verwachtingen. Mensen weten de weg naar het ISBG nog niet goed genoeg te vinden, vertelde scheidend directeur Jan Warning tijdens het mini-symposium ‘Beroepsziekten op een kruispunt’ van het IAS en ISBG op 18 december bij de SER in Den Haag.

“In de spreekkamer van de arts is er in de regel weinig aandacht voor arbeid,” aldus Warning. “Een arts vraagt niet naar het verband tussen de aandoening en het werk. Voor de behandeling en genezing maakt het namelijk niet uit. Het gevolg is dat er dus veel mensen in Nederland rondlopen met een ziekte, aan wie nooit verteld is dat deze (mogelijk) door het werk is veroorzaakt.”

Jan Warning was acht jaar directeur van het IAS en werd in 2022 ook directeur van het instituut ISBG dat de TSB-regeling uitvoert. De regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB), die per 1 januari 2023 in werking is getreden, biedt uitkomst aan benadeelden die ziek zijn geworden door blootstelling op het werk aan gevaarlijke stoffen en letselschade hebben opgelopen. De regeling gaat uit van een forfaitaire financiële tegemoetkoming van € 22.839,00 aan alle werkenden die door de blootstelling aan gevaarlijke stoffen op hun werk een ernstige aandoening hebben opgelopen. De tegemoetkoming ziet daarom niet op (volledige) schadevergoeding, maar dient als blijk van erkenning.

Tijdens het symposium pleitte Warning voor meer preventie, naar buitenlands voorbeeld. “In Duitsland wordt een percentage van de premie voor compensatie van beroepsziekten verplicht besteed aan preventieactiviteiten. In Frankrijk krijgen bedrijven met een hoge instroom van beroepsgerelateerde ziekten een bezoek van voorlichters. Ook in België zijn er brancheorganisaties waarvan voorlichters en adviseurs gericht langskomen. Er moet veel meer aandacht komen voor preventieve maatregelen.”