Dutchbat-veteranen die in de jaren negentig de val van Srebrenica in voormalig Joegoslavië meemaakten moeten een symbolische schadevergoeding krijgen van 5000 euro. Ook moet Defensie hen publiekelijk meer steunen omdat de militairen op een uitzonderlijke missie zijn gestuurd.

Dat is een van de adviezen van de commissie Borstlap die onderzocht hoe Dutchbatters geholpen kunnen worden met de problemen waar ze nog steeds mee worstelen. De militairen voelen zich 25 jaar na de dramatisch verlopen missie nog steeds in de steek gelaten, onvoldoende erkend en gewaardeerd. Dat blijkt uit een groot onderzoek van het ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum onder 430 veteranen die aan de missie hebben deelgenomen. De operatie in 1995 eindigde met de val van de moslimenclave Srebrenica, en de genocide op 8000 moslimmannen door Bosnische Serviërs.

Gemengde gevoelens
De meeste veteranen kijken met gemengde gevoelens terug op deze tijd. Het kameraadschap en de levenservaring noemen ze positief, blijkt uit het onderzoek. Maar de missie mislukte door een gebrek aan mankracht, bewapening, brandstof en voedsel, een beperkt mandaat van de Verenigde Naties en het uitblijven van luchtsteun. Dat dit in de beeldvorming Dutchbat wordt aangerekend, drukt zwaar op de veteranen. Ook hebben ze het gevoel in de steek gelaten te zijn door het ministerie van Defensie, ontbreekt het aan waardering en hebben ze gevoelens van machteloosheid, onbegrip en frustratie.

Een op de drie veteranen ervaart een duidelijk negatieve invloed van de missie op hun leven. Ze hebben het bijvoorbeeld psychisch moeilijk of kampen met andere gezondheidsklachten. Ook hebben ze last van de publieke verwijten over Dutchbat en zijn sommigen het vertrouwen verloren in anderen, de politiek en de overheid. De meeste veteranen zijn dik tevreden met hun leven en geven het een 7,3. Ze hebben leren omgaan met hun ervaringen. Dat lijkt mooi nieuws, maar veteranen die op andere missies zijn geweest geven hun leven gemiddeld een 8.

Ook is er een grote groep met klachten, vooral psychisch. Een kwart heeft nog zoveel stressklachten dat ze een verhoogd risico hebben op blijvend trauma. Zij lopen tevens meer risico verslaafd te raken aan alcohol of drugs. Het thuisfront heeft daar ook onder te lijden. Een op de drie partners geeft aan dat de negatieve ervaring van de militair hun leven eveneens negatief beïnvloedt. Zo zijn er spanningen of worden bepaalde uitstapjes met het gezin vermeden. Meer dan de helft van de veteranen had bij terugkeer na de missie meer steun willen hebben. Ze vinden dat ze niet de juiste nazorg hebben gekregen. Ook ontbrak het aan aandacht voor hun welzijn. Meer dan 25 jaar na de missie heeft een op de drie veteranen nog steeds behoefte aan zorg.

Een op de vijf wil zelfs professionele hulp, maar krijgt die vooralsnog niet. De mensen die wel hulp kregen, hebben wisselende ervaringen. Sommigen zijn lovend, anderen vinden dat klachten niet goed zijn onderkend. De meeste veteranen voelen zich onvoldoende gewaardeerd door de overheid, het ministerie van Defensie en de samenleving. Ook door de media voelen ze zich weggezet als dader of schuldige. Ze hebben het gevoel dat ze zich nog altijd moeten verdedigen vanwege negatieve oordelen over Dutchbat III. Bij collega-veteranen en directe familie en vrienden is die waardering er wel.

Twee derde van de veteranen wil dat er meer gebeurt om erkenning en waardering te krijgen. Ze denken dan aan initiatieven om het feitelijk juiste en ‘echte verhaal’ in de media en het onderwijs te vertellen. Ook opperen sommigen financiële compensatie of een militaire decoratie en zouden anderen graag zien dat defensie zich achter hen schaart. Bijvoorbeeld door publiekelijk te verklaren dat de militairen tijdens de missie alles hebben gedaan wat ze konden doen.

Erkenning
De onderzoekers adviseren om nu echt werk te maken van erkenning en waardering in welke vorm dan ook. Ook moet beter in kaart worden gebracht hoe individuele veteranen nu functioneren. Dat moet leiden tot betere zorg en hulp waardoor hun kwaliteit van leven omhoog gaat. Ook moet de toegang tot zorg laagdrempeliger. Nu weten veteranen vaak niet welke mogelijkheden er allemaal zijn.

Een onafhankelijke begeleidingscommissie onder leiding van Hans Borstlap adviseert nu elke Dutchbat III-veteraan een symbolisch bedrag uit te keren van 5000 euro. Defensie moet publiekelijk met een verklaring komen waaruit erkenning en waardering spreekt voor de veteranen. En moeten ze actiever achter hun mensen gaan staan als er in de media aantoonbare onjuistheden worden gepubliceerd. Ook moet defensie terugkeerreizen financieren en mogelijk maken naar Srebrenica en moeten ze elke veteraan in een brief uitnodigen zich te melden bij het veteranenloket als ze nog professionele hulp nodig hebben.

Alice Schut van de Dutchbat-III vereniging is blij dat er nu eindelijk werk wordt gemaakt van de erkenning. “Het is pas te laat als iedere Dutchbatter dood is. Maar de meesten zijn nu nog in leven. Persoonlijk doet de schadevergoeding mij niet zo veel. Ik vind het veel belangrijker dat er nu zwart op wit komt dat we op een onmogelijke missie zijn gestuurd.”

Voor een aantal veteranen is het symbolische bedrag zeker niet genoeg, laat advocaat Michael Ruperti weten. Hij staat 200 Dutchbatters bij die twee jaar geleden al een schadeclaim neerlegden. Zij eisten toen 1000 euro per verstreken jaar na de missie, wat nu zou neerkomen op 25.000 euro.  “Door de psychische klachten, de morele verwonding én de reputatieschade blijven mijn cliënten van mening dat deze schade gecompenseerd moet worden en dat er gerichte maatregelen moeten worden genomen om de schade te herstellen. De nu voorgestelde compensatie is een goed teken, maar wordt niet gevoeld als een compensatie die recht doet aan de geleden schade.”

(Bron: Parool)