EPZ, onderaannemer Sagro en twee leidinggevenden zijn volgens hun advocaten niet schuldig aan de bedrijfsongevallen die in 2015 op het terrein van de kolencentrale in Borssele plaatsvonden. De verdediging vraagt in alle gevallen om vrijspraak. De rechtbank in Den Bosch boog zich voor de tweede dag over de vraag wie schuldig is aan drie ernstige bedrijfsongevallen in de kolencentrale in Borssele in 2015.

De officier van Justitie sprak dinsdag tijdens de eerste zittingsdag van ‘grote beoordelingsfouten en een nonchalante houding’. Het OM eiste daarom een boete 225.000 euro tegen EPZ en tegen Sagro een boete van 75.000 euro. Ook moeten twee leidinggevenden ieder 25.000 euro betalen, vindt Justitie. Sagro staat terecht voor één ongeval, de meest ernstige, waarbij een 52-jarige Vlissinger om het leven kwam. De man kwam op 20 november 2015 in een kolentrechter terecht.

In deze zaak wijzen EPZ en Sagro naar elkaar als het gaat om wie nu de feitelijke werkgever van de man was en dus ook verantwoordelijk. De man was in dienst van Sagro, maar volgens dat bedrijf hield EPZ toezicht en verleenden zij de opdrachten. Beide bedrijven zijn het er wel over eens dat het slachtoffer in strijd met de gebruikelijke werkwijze handelde en zij niet hadden kunnen voorzien dat ooit iemand in de kolentrechter terecht zou komen.

Onjuiste kleding
Wat betreft het bedrijfsongeval op 24 juli 2015 waarbij een werknemer brandwonden opliep door gloeiende asdeeltjes, wijst de verdediging van EPZ ook naar het feit dat het slachtoffer in strijd met de werkinstructies handelde. Tijdens werkzaamheden aan een verstopte stoomketel liet hij een luik openstaan waardoor vliegas kon vrijkomen. Ook droeg de werknemer onjuiste kleding, korte in plaats van lange mouwen. EPZ beweert voldoende toezicht te houden op veilig werken, maar ‘je kunt er niet 24 uur per dag naast staan.’

Voor het bedrijfsongeval op 23 september 2015 neemt EPZ enige schuld op zich. Twee mensen liepen toen ernstige verwondingen op door stofexplosies in de biomassacentrale. Volgens EPZ was er een risico-analyse uitgevoerd, daarbij is de kans op een stofexplosie niet onderkend. Dat was een onjuiste aanname. Desondanks vraagt de verdediging ook hier om vrijspraak, omdat van opzet geen sprake is.

Wat gebeurde er tussen juli en november 2015?
Een 64-jarige Vlissinger liep 24 juli 2015 tweedegraads brandwonden op door gloeiende asdeeltjes. De man was bezig met werkzaamheden aan een verstopte stoomketel. Twee maanden later, op 23 september 2015, raakten in de biomassacentrale vier mensen gewond door stofexplosies. Twee van hen liepen ernstige verwondingen op. De biomassacentrale lag op het terrein van de kolencentrale. Op 20 november 2015 overleed een 52-jarige man uit Vlissingen bij een bedrijfsongeval op het terrein van de kolencentrale. Volgens onderzoek van de politie kwam de man in een kolentrechter van een transportband terecht.

De advocaten van de twee managers van EPZ vroegen de rechtbank rekening te houden met de zware wissel die de rechtszaak privé en zakelijk op de mannen heeft getrokken. Het valt de verdachten met name zwaar dat ze verantwoordelijk worden gehouden door het Openbaar Ministerie voor het overlijden van de 52-jarige Vlissinger op 20 november 2015. De schadevergoeding van een half miljoen euro die de weduwe van het dodelijk slachtoffer vordert, werd door zowel EPZ als Sagro als onvoldoende onderbouwd betiteld.

De nabestaanden die dinsdag wel bij de rechtszaak aanwezig waren, lieten vandaag verstek gaan. Volgens hun raadsvrouw was het te zwaar voor de familie om te komen.

(Bron: Omroep Zeeland)