De Inspectie SZW roept werkgevers in de bouw op om meer werk te maken van veiligheid. Een oproep die nadrukkelijk gericht is op de kleinere bedrijven. Op hun bouwplaatsen doen zich procentueel gezien namelijk de meeste ongevallen voor. Of het zin heeft? “In de praktijk komt er vaak niet veel van terecht. Veiliger werken is vaak ook duurder.”

Schafttijd op een bouwplaats in Deventer. Bij het Van der Valk-hotel in wording. Werknemers van hoofdaannemer Dura Vermeer uit Hengelo en diens onderaannemers komen samen om te luisteren naar vertegenwoordigers van vakbond FNV Bouw. Mariëlle Roelofsen en Marleen Bal willen het hebben over de pensioenperikelen, maar veiligheid op de bouwplaats is altijd een thema. Dat maken posters aan de wand van de – keurige – schaftruimte duidelijk.

Elkaar aanspreken
Die aandacht is hard nodig ook. Want op de bouwplaats zit een ongeluk in een klein hoekje. Bennie Haamberg (65), al 33 jaar werkzaam bij Dura Vermeer kan erover meepraten. Een struikelpartij eindigde in een val op een stuk ijzer. Met het herstel thuis was hij een paar weken zoet. “De nazorg van Dura was perfect. Ik heb aangepast werk gekregen. Zo hoef ik op de bouwplaats niet meer naar boven”, legt hij uit. Hij is tevreden over de aandacht voor veiligheid. Collega’s onderling spreken elkaar aan op onveilig gedrag, geeft hij aan. „En we mogen het werk stilleggen als de situatie onveilig is. Je wordt altijd serieus genomen.”

Maar Dura Vermeer behoort tot de grote jongens in de bouw. Met een omzet van boven de miljard euro. Die hebben hun zaakjes op het gebied van veiligheid doorgaans wel op orde, zeggen de FNV’ers Roelofsen en Bal. Het probleem lijkt veel meer te zitten bij kleine bedrijven. Dat is niet alleen een gegeven in de bouw, ook werknemers van kleinere bedrijven in andere sectoren worden veel vaker dan gemiddeld geconfronteerd met ongevallen. “Grote bedrijven zijn gewoon meer met veiligheid bezig dan de kleinere.”

Onveiligheid melden? Je bent al gauw ‘de sjaak’
Volgens cijfers van de Inspectie SZW zijn er in 2017 27 kleine en middelgrote bouwbedrijven in Overijssel beboet, nadat werknemers door een onveilige situatie op de bouwplaats slachtoffer werden van een ongeval. ‘Vallen van hoogte’ blijkt daarbij geregeld voor te komen. Zoals gezegd: de inspectie roept de werkgevers op om meer te investeren in de veiligheidscultuur. Waar Bennie Haamberg goede ervaringen heeft bij zijn baas Dura Vermeer, en best openlijk zijn – positieve – verhaal wil doen, kiest een ander slachtoffer met ándere ervaringen bij een ánder bedrijf voor de anonimiteit. Met redenen, zo blijkt: “Als je veiligere opties aandraagt, wordt daar niet naar geluisterd. Erger nog, je bent letterlijk ‘de sjaak’ als je steeds onveilige situaties meldt. Uiteindelijk zijn ze je dan liever kwijt dan rijk. Het heeft grotendeels met geld te maken. Veiliger werken is vaak ook duurder”.

Toolboxmeeting
Hij reageert dan ook sceptisch op de oproep van de inspectie om meer te investeren in de veiligheidscultuur. “Tja. Het kan er op papier nog zo mooi uitzien, in de praktijk komt er vaak niet veel van terecht. Het is een theoretische façade”, zegt hij. Hij geeft een voorbeeld. Bedrijven hebben een werkoverleg waardoor de veiligheid op de werkplek bevorderd moet worden, een zogenoemde toolboxmeeting. “Meeting betekent bijeenkomst nietwaar? Maar van samenkomst is geen sprake. Je kunt het beter een toolbox-émail noemen.” Het komt volgens deze bouwvakker voor dat werknemers wordt gevraagd een handtekening te zetten voor iets waar ze nooit aan deel hebben genomen. “En dan zijn er ook nog mensen die niet goed kunnen lezen.”

Huilend
Hans Crombeen, sectorbestuurder van vakbond FNV Bouw, snapt de angst onder bouwvakkers om als ‘klikspaan’ te boek te staan. “Je moet heel stevig in je schoenen staan om op te spreken. Loyaliteit reikt heel ver en mensen worstelen vaak met de vraag of ze hun werkgever aan moeten spreken. Bovendien zijn ze bang dat een bedrijf failliet gaat, wat niet alleen gevolgen heeft voor hen, maar ook voor hun collega’s.”

Tegelijkertijd wordt de vakbond naar zijn zeggen soms met huilende bouwvakkers geconfronteerd als ze door hun werkgever ‘extreem onfatsoenlijk worden behandeld na een arbeidsongeval’. “Jaren van loyaliteit blijken dan helemaal geen vruchten af te werpen.” Crombeen onderstreept dat veiligheid op de bouwplaats ook alles te maken heeft met bouwkosten en concurrentiepositie. “Als je geen veiligheidsregels hebt, ben je goedkoper dan de concurrent. Maar daarmee benadeel je ook de bedrijven die het wel goed doen.” Zo’n situatie is volgens de vakbondsman bizar.

Twente
Vakbond FNV Bouw heeft een eigen meldpunt Veiligheid in de Bouw. Daar kunnen mensen, ook anoniem, onveilige situaties melden. “Maar zelfs dan zijn mensen huiverig, want stel je voor dat iemand op de bouwplaats erachter komt dat jij diegene bent die gemeld heeft”, zegt Mariëlle Roelofsen van FNV Bouw op haar beurt. „Vooral in bepaalde plaatsen in Twente speelt dit een grote rol. Als mensen daar praten zijn ze bang nooit meer ergens aan de bak te komen. Veel, zo niet alles, draait daar om de bouw.” Verschillende bronnen bevestigen dat aan deze krant. Volgens hen heerst er een soort angstcultuur. “Die cultuur wordt in stand gehouden om mensen dichtbij te houden. Spreek je op? Dan word je als het ware verbannen.”

Bouwend Nederland, de landelijke vereniging van bouw en infrabedrijven zegt zich niet in het door de vakbond geschetste beeld te herkennen. Sterker nog: Charles Verheyen, lid van het programmateam veiligheid van de 4300 leden tellende ondernemersorganisatie beweert dat het beeld niet klopt. Juist de middelgrote en kleine werkgevers hebben een hele nauwe band met hun werknemers, zegt hij. “De werkgever ziet zijn medewerkers soms net als zijn kinderen.”

Angst voor rompslomp

Wel gelooft Bouwend Nederland dat werkgevers bedrijfsongevallen soms niet melden uit angst voor rompslomp. “Hoewel ondermelding lastig te herkennen is, vrees ik dat dit inderdaad gebeurt.” Dat is volgens Verheyen absoluut niet goed te praten. “Veiligheidsbewustzijn moet aanwezig zijn. Overal en altijd. Zowel bij werkgever als werknemer.”

Bouwend Nederland wil de komende tijd een verdiepingsslag maken. “De oorzaak achter de oorzaak zien te vinden, zodat we ons meer kunnen richten op effectieve interventies.” Met de campagne ‘Bewust veilig iedere dag’, die eind vorig jaar is gestart, hopen de werkgevers in dit verband een belangrijke slag te slaan. “Hierin staat met name het voeren van open gesprekken tussen werknemer en werkgever centraal”, vertelt Verheyen. „Eenmaal per jaar houden wij een Bewust Veilig Dag. Het afgelopen jaar verdubbelde het aantal deelnemende bedrijven. Die toename was met te zien in de sector van het midden- en kleinbedrijf. Dat is heel positief.”

Groei
Feit blijft dat het aantal arbeidsongevallen blijft stijgen. Die toename wijt Bouwend Nederland voornamelijk aan de groei. “Er wordt enorm veel gebouwd en dus is er meer risico op ongevallen. Dat is een logisch gevolg. Wat overigens niet betekent dat wij daar genoegen mee nemen. Ons streven is 0 dodelijke arbeidsslachtoffers in de bouw en infra”, aldus Verheyen.

Terug naar de bouwplaats in Deventer. Bennie Haamberg, de ervaren rot van Dura Vermeer, zegt nooit te maken hebben gehad met angst op de werkvloer. Niettemin kan hij zich wel indenken dat angst werknemers van kleinere bedrijven ervan weerhoudt om onveilige situaties te melden. “Er heerst een andere cultuur bij grote aannemers dan bij kleine. Ik werkte zelf ooit bij een kleine aannemer. Daar was het niet ongebruikelijk dat je even gereedschap van de buren leende. Voor veiligheid was niet veel aandacht. Maar dat is bij Dura Vermeer ondenkbaar.”

(Bron: Tubantia)