De afgelopen vijftien jaar heeft thuiswerken langzaam gewonnen aan populariteit. Steeds meer mensen werken één of meerdere dagen vanuit huis en vermijden zo lange files, overvolle treinen of drukke kantoortuinen. Het COVID-19 virus heeft ertoe geleid dat thuiswerken in een stroomversnelling is gekomen. Op advies van het RIVM moet iedereen die thuis kán werken, dat vanaf 13 maart 2020 ook echt doen.
Door mr. Miranda Walburg
Aan iedereen wordt gevraagd zijn of haar steentje bij te dragen om het coronavirus zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Dus kantoortijgers zitten thuis en mensen met cruciale (of ‘vitale’) beroepen werken onverminderd door. Maar wat mogen deze harde werkers eigenlijk verwachten van hun werkgever? Op welke manier moeten de werkgevers hun steentje bijdragen?
Zorgplicht werkgever
In het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht heeft een werkgever de wettelijke verplichting te zorgen voor een veilige werkomgeving ter voorkoming van letselschade (of erger: overlijdensschade). Een werkgever is verplicht om de werkplek zo in te richten, dat werknemers daar veilig en gezond kunnen werken. Ook moet een werkgever voldoende maatregelen nemen en instructies geven om gezondheidsproblemen bij werknemers te voorkomen of zo veel mogelijk te beperken. Daarbij moet de werkgever wetten en richtlijnen volgen, zoals bijvoorbeeld de arbowetgeving en nu ook de adviezen van het RIVM.
Wel of niet naar het werk?
Ondanks de duidelijke adviezen van het RIVM wordt aan sommige werknemers door hun werkgevers gevraagd ‘gewoon’ naar hun werk te komen. Als de werknemer (of diens huisgenoten) geen gezondheidsklachten heeft en thuiswerken niet mogelijk is, mag een werkgever in beginsel aan zijn werknemers vragen om naar hun werk te komen. De werkgever moet er dan wel alles aan doen om de kans op besmetting op de werkplek zo klein mogelijk te maken.
Het komt ook voor dat aan de werknemers die verkouden zijn of bij wie koortsklachten in het huishouden voorkomen, wordt gevraagd naar hun werk te komen. De werkgever neemt daarmee het risico dat collega’s worden besmet en handelt dus niet als een goed werkgever. Een verkouden werknemer hoeft dan ook niet aan zo’n onredelijk verzoek te voldoen. Als je thuisblijft vanwege een onveilige werkplek of gezondheidsklachten, heb je als werknemer nog steeds recht op loon.
Een tussencategorie: werknemers met een verhoogde kwetsbaarheid, bijvoorbeeld vanwege astma, hoge bloeddruk of diabetes. De werkgever doet er in die gevallen goed aan voor de veiligheid van de werknemer te kiezen en thuis te laten werken.
Werknemers kunnen in die gevallen het beste in gesprek gaan met hun werknemer om de mogelijkheden te bespreken. Zomaar thuisblijven zonder duidelijke reden is geen goed idee. Dit geldt overigens ook voor werknemers die niet verhoogd kwetsbaar zijn, maar wel erg bang voor besmetting.
Thuiswerken
Waar miljoenen Nederlanders donderdag 12 maart jl. nog massaal op kantoor zaten, zat de meerderheid vrijdag de 13e (!) ineens met een laptop aan de keukentafel. De verantwoordelijkheid van een werkgever houdt niet op bij het verlaten van het kantoorpand, maar geldt ook bij thuiswerken. Thuiswerken is voor de werkgever vaak een lastige verplichting omdat een werkgever bijvoorbeeld minder goed zicht heeft op de werkplek, het aantal pauzes en de gewerkte uren.
Langdurig werken achter een beeldscherm kan gezondheidsklachten aan armen, nek en schouders opleveren. Deze beroepsziekten noemen we ook wel RSI (Repetitive Strain Injury) of KANS (Klachten Arm, Nek en/of Schouder), denk bijvoorbeeld aan een ‘muisarm’.
Ter voorkoming van deze klachten is het erg belangrijk om een goede werkhouding aan te nemen. Een goede werkhouding ziet er volgens de arbowetgeving als volgt uit:
Om in deze houding te kunnen werken, mogen beeldscherm en toetsenbord niet aan elkaar vast zitten. Het scherm van een laptop is dan te laag, waardoor je met je hoofd naar voren buigt en de spanning verhoogt op nek- en rugspieren. Als mensen langer dan twee uur per dag werken met een laptop, moeten zij daarom beschikken over een los beeldscherm of een extra toetsenbord.
De werkgever heeft dus een plicht om de thuiswerkplekken van zijn werknemers (zo veel mogelijk) op deze manier in te richten. Ook de kosten daarvan komen voor rekening van de werkgever, tenzij dit redelijkerwijs niet van de werkgever gevergd kan worden. De vraag waar het op neer komt, is dus: mogen werknemers in crisistijden van de werkgever verwachten dat hij veel geld steekt in een thuiswerkplek die na een paar weken nooit meer gebruikt zal worden? Echt redelijk lijkt dat niet, maar er zijn een heleboel (goedkopere) tussenoplossingen, waarmee de ideale werkhouding zo veel mogelijk kan worden bereikt.
Werkgevers kunnen bijvoorbeeld onderdelen van de kantoorwerkplek thuis laten bezorgen zoals een goede bureaustoel, een toetsenbord of een extra beeldscherm. Dit is een redelijk laagdrempelige, oplossing waardoor de werknemer niet alleen op een verantwoorde manier kan thuiswerken, maar ook erg efficiënt. Ook Beer advocaten heeft hiervoor gekozen, zodat de belangen van slachtoffers ook in deze roerige tijden goed behartigd blijven. Videobellen met cliënten, digitaal overleg met collega’s, telefonisch contact met wederpartijen en het schrijven van blogs: het gaat allemaal door vanuit de woonkamers van onze advocaten en secretaresses.
Niet thuiswerken
Maar hoe zit het dan voor alle werknemers in cruciale beroepsgroepen, die niet thuis kunnen werken? Wat mag er in die gevallen precies van de werkgever verwacht worden? Dit is afhankelijk van het soort werk en lijkt vooral maatwerk te zijn. Zo worden kassamedewerkers beschermd door middel van plexiglas en heeft een grote supermarktketen de vakkenvullers fluoriserende hesjes gegeven om aandacht te vragen voor de 1,5-meter-afstand-regel. Ook de trambestuurders en conducteurs in Amsterdam zitten inmiddels achter plastic folie. Het uitgangspunt blijft dat de werkgever verantwoordelijk is voor de veiligheid van de werkplek en er alles aan moet doen eventuele (besmettings)gevaren te voorkomen.
(Bron: Beer advocaten)