Staalbouwbedrijf Hollandia Infra BV heeft een boete van 25.000 euro in de vorm van een strafbeschikking betaald, meldt het Openbaar Ministerie. In juli 2018 kwam een werknemer om het leven bij laswerkzaamheden in een bedrijfshal van Hollandia in Krimpen aan den IJssel. Het OM verwijt Hollandia dat zij onvoldoende heeft gedaan om het ongeval te voorkomen en te zorgen voor een veilige werkomgeving voor werknemers.
Op 11 juli 2018 was een werknemer bezig met laswerkzaamheden aan een sluisdeur in de bedrijfshal in Krimpen aan den IJssel. Er moest een langwerpige bak gelast worden aan de deur. Om de langwerpige bak tijdens de werkzaamheden op de plek te houden, was er een ballastblok van 2500 kilo op de bak gezet. Tijdens de laswerkzaamheden is het blok gekanteld en met het volle gewicht op de werknemer gevallen. De werknemer liep hierdoor letsel op aan zijn hoofd, rug en benen. Hij is ter plekke overleden.
Het bedrijf heeft het incident gemeld bij de Inspectie SZW. Die is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Op basis van het onderzoek concludeert het OM dat Hollandia de arbeidsomstandighedenwet heeft overtreden. Een werkgever heeft de plicht om te zorgen voor een voldoende veilige werkomgeving voor werknemers en dat heeft Hollandia naar het oordeel van het OM onvoldoende gedaan.
De werkwijze voor het werken met ballastblokken bij het bedrijf, was onvoldoende concreet omschreven en gevaren waren onvoldoende in kaart gebracht. Een werkgever is dat wel verplicht. Dit om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de wijze waarop de werkzaamheden met ballastblokken veilig kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast waren de werknemers onvoldoende voorgelicht over de risico’s van het werken met ballastblokken en de te nemen maatregelen om de risico’s –zoals het onstabiel worden en omvallen van de blokken- te voorkomen, dan wel te beperken. Het ballastblok was niet met hulpmiddelen vastgezet, of geborgd tegen vallen of kantelen.
Het OM vindt dat de werkgever het gevaar dat kon onstaan, had moeten inventariseren en voorzorgsmaatregelen had moeten nemen om het zoveel als mogelijk te voorkomen. Hierdoor heeft de werkgever de arbeidsomstandighedenwet overtreden, aldus het OM. Hollandia had redelijkerwijs moeten weten dat zij op 11 juli 2018 de werknemer bloot stelde aan levensgevaar of dat bij die werkwijze met dit arbeidsmiddel ernstige schade aan diens gezondheid kon ontstaan.
De dood van de werknemer valt niet toe te rekenen aan Hollandia. Maar naar het oordeel van het OM kan wel gezegd worden dat Hollandia de voorwaarden heeft geschapen waaronder het tragisch ongeval heeft kunnen plaats vinden. Hollandia heeft niet gewild dat het ongeval zou plaats vinden. De weerslag op collega’s was en is groot en het bedrijf betreurt het ongeval zeer.
Het OM ziet de betaling van een strafbeschikking van 25.000 euro als een passende afdoening. Indien de zaak voor de rechtbank was gebracht had het OM een zelfde sanctie geëist. Meegewogen heeft dat Hollandia zorg heeft gedragen voor een financiële tegemoetkoming voor de nabestaanden. Het bedrijf heeft de feiten erkend en maatregelen genomen om een dergelijk incident in de toekomst te voorkomen. De zaak is hiermee afgedaan, meldt het OM.
(Bron: Transport Online)