De rechtbank Oost-Brabant heeft een staalconstructiebedrijf uit Loosbroek veroordeeld tot een geldboete van 17.500 euro. Het bedrijf is verantwoordelijk voor een ongeval waarbij een 17-jarige medewerker om het leven kwam.

De jongen wilde in juni 2018 een metalen strip van ruim 150 kilo uit een rek in de bedrijfsloods halen. Hij klom aan de zijkant op het rek om vervolgens met een elektrische takel de strip op te tillen. Op enig moment schoven de bovenste strips van het rek af en raakte de jongen beklemd. Hij kwam hierdoor te overlijden.

Uit onderzoek blijkt dat het bedrijf de Arbowet op verschillende wijzen overtrad. Zo waren er in het rek veiligheidslips aangebracht om te voorkomen dat de strips eraf konden schuiven. De stapel strips in het rek kwam echter boven die lips uit. Ook op andere plaatsen in het bedrijf waren strips te hoog opgestapeld. Daarnaast had het bedrijf de verplichte risico inventarisatie en -evaluatie niet helemaal op orde. Hierin stond namelijk niet beschreven wat de risico’s waren van het werken met het strippenrek. Verder blijkt dat het bedrijf haar werknemers wel in- en voorlichtte over de werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s. Maar deze aandacht was niet doeltreffend. 

De voorlichting of instructie was veelal mondeling door meerdere personen, waarbij verantwoordelijkheden niet duidelijk waren belegd. Het was voor werknemers niet duidelijk wie toezicht hield. Op het moment van het ongeval wist zelfs niemand precies wat het slachtoffer aan het doen was, waardoor toezicht daarop simpelweg niet mogelijk was. Bovendien was bij het strippenrek geen instructie met daarop beschreven de wijze waarop werkzaamheden moesten worden verricht, zoals bijvoorbeeld wel instructies zaten op de machines in het bedrijf.

Grote impact
Het dodelijke ongeval had een grote impact op de nabestaanden. De rechtbank realiseert zich dat onherstelbaar leed aan hen is toegebracht en dat een straf, in welke vorm of omvang dan ook, dit leed niet ongedaan zal kunnen maken. De vertegenwoordigers van het bedrijf zien de ernst van dit leed in. Ook nam het bedrijf aanvullende veiligheidsmaatregelen. Zo is onder meer het strippenrek buiten gebruik gesteld. De vertegenwoordigers zijn ook zelf getroffen door het ongeval; zij moeten leven met het verlies van een werknemer die onder hun verantwoordelijkheid aan het werk was. Omdat het Openbaar Ministerie de zaak langer dan nodig op de plank heeft laten liggen, moet de rechtbank een strafkorting toepassen van 2.500 euro. Al met al legt de rechtbank een geldboete op van 17.500 euro. Daarnaast moet het bedrijf de kosten van de uitvaart van ruim 12.500 euro vergoeden aan de nabestaanden.

(Bron: Rechtspraak)