Arbeidsmigranten komen tijdens hun werk in Nederland in de knel met de coronamaatregelen. Eén op de vijf kan geen anderhalve meter afstand houden op de werkvloer en loopt extra besmettingsgevaar. In distributiecentra, groothandels en pakketsorteercentra geldt dit zelfs voor de helft van de werknemers. Dit blijkt uit een enquête van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) onder 380 arbeidsmigranten.

Aanleiding voor het Inspectie-onderzoek zijn de misstanden in slachthuizen, die aan het begin van de coronacrisis aan het licht kwamen. In mei vorig jaar moesten enkele vleesverwerkers de deuren sluiten, nadat er grote corona-uitbraken waren onder met name buitenlandse medewerkers. De veiligheid kon niet langer worden gegarandeerd. Daarnaast zouden medewerkers onder druk zijn gezet om door te werken met ziekteverschijnselen. Ook in de fruitverwerking ontstonden coronabrandhaarden onder arbeidsmigranten.

Op elkaar gepropt in busjes
Door corona kregen de slechte werkomstandigheden van arbeidsmigranten, naar schatting vijfhonderdduizend in Nederland, ineens vol de aandacht. Uit een rondgang van NRC in mei vorig jaar langs vakantieparken, oude barakken en wooncomplexen bleek dat arbeidsmigranten met veel mensen in kleine woningen wonen en op elkaar gepropt in busjes naar hun werk worden gebracht. Ook vertelden veel arbeidsmigranten dat hun zorgverzekeringen niet waren geregeld en ze afhankelijk zijn van hun uitzendbureau voor een baan én bed. Bij werkverlies, zo bleek, werden veel arbeidsmigranten onmiddellijk op straat gezet door hun uitzendbureau. Reden voor de Inspectie om onderzoek te doen naar de naleving van de coronamaatregelen onder arbeidsmigranten.

lees het hele artikel hier.

(Bron: NRC)