Een ongeluk zit in een klein hoekje. Letterlijk, in sommige gevallen. Zo ook in een zaak van een werknemer van KLM, die in de nachtelijke uren van 23 oktober 2016 via een open luik aan de voorzijde van een vliegtuig bagage moest inruimen. Via een sprong in een luik diende de werknemer in het vliegtuig te komen. En dat gaat helaas mis. Een huis-, tuin- en keukenongeval of een bedrijfsongeval? De rechtbank Amsterdam liet zich er in maart 2022 over uit.

Door mr. Mariska Kamsteeg

Wat is er gebeurd?
Op 23 oktober 2016 heeft de werknemer een Boeing 737-700 geladen. Nadat het laden van ingecheckte bagage was afgehandeld moest er nog handbagage in het ruim worden geladen. Dit moest via het open luik aan de voorzijde van het vliegtuig gebeuren. Er waren hiervoor geen materiële hulpmiddelen ter plaatse, zoals een kar of rampsnake. Om via het luik in het bagageruim te komen, teneinde de handbagage van de teamleider te kunnen aannemen en laden, heeft de werknemer vanaf de grond de afstand tot het luik overbrugd door zijn beide handen door de opening van het luik heen op de bodem van het ruim te plaatsen, zichzelf met kracht op te drukken en omhoog te springen. Deze wijze van toegang verschaffen tot het ruim, al dan niet met behulp van een “voetje” van een collega, was en is gebruikelijk als er op dat moment geen hulpmiddel beschikbaar was/is. De werknemer is tijdens de sprong in het ruim met zijn arm op de deurrand geslagen, waardoor zijn rechterschouder uit de kom ging. Daarna sloeg hij met zijn gezicht op de deurrand. Hij is vervolgens met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd.

Wat is het geschil
In deze procedure staan twee geschilpunten centraal. Allereerst zegt KLM dat er geen sprake is van ‘schade in de uitoefening van de werkzaamheden’, wat een vereiste is voor werkgeversaansprakelijkheid. KLM zegt namelijk dat uit medische informatie blijkt dat de schouder van de werknemer regelmatig uit de kom schiet door een aandoening. Dat is dus een risico en schade die voor rekening van de werknemer komt, niet van de werkgever.

Ook zegt KLM dat de werknemer, toen hij in het ruim sprong, de hulp van zijn collega  (het geven van een “voetje”) heeft afgeslagen en zijn waarschuwing in de wind geslagen. Het geven van een voetje was een veilig en geschikt hulpmiddel, waardoor KLM lijkt te zeggen dat er sprake is van eigen schuld.

Het recht
Volgens artikel 7:658 BW geldt als uitgangspunt dat de werknemer dient te stellen en bij betwisting te bewijzen dat hij in de uitoefening van zijn functie schade heeft geleden. In het algemeen zal daartoe voldoende zijn dat komt vast te staan dat het ongeval hem is overkomen op de werkplek, waarbij het begrip werkplek ruim mag worden genomen. Niet alleen een kantoortuin of bedrijfspand is een werkplek, maar ook een vliegtuig.

In het geval vaststaat dat de werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW óf als hij bewijst dat  dat nakoming van zijn zorgplicht het ongeval niet zou hebben voorkomen óf dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Er moet sprake zijn van opzet (willens en wetens bepaaalde handelingen uitvoeren) of van bewuste roekeloosheid (de werknemer is zich tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van het roekeloos karakter daarvan daadwerkelijk bewust is geweest)

Wat beslist de rechtbank
Met het eerste geschilpunt zegt KLM dat de werknemer geen schade heeft dóór het werk, maar door zijn aandoening waardoor zijn schouder telkens uit de kom schiet. De rechter is het daar niet mee eens. Als de werknemer niet in het ruim had moeten springen voor zijn werkzaamheden met de bagage, zou zijn arm niet uit de kom zijn geschoten. Het ongeval is hem dus overkomen terwijl hij krachtens zijn arbeidsovereenkomst werkzaamheden verrichtte onder gezag van KLM. Of de werknemer geen schade had gehad als hij geen aandoening had gehad is niet relevant als het gaat om de vaststelling van de werkgeversaansprakelijkheid. Artikel 7:658 lid 2 BW bepaalt namelijk dat de werkgever alleen dan niet aansprakelijk is voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, indien de werkgever aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of indien hij aantoont dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. En omdat er geen andere wijze was om in het ruim te komen dan het nemen van een sprong (al dan niet met voetje) is niet aan de zorgplicht van de werkgever voldaan.

Het tweede geschilpunt, dat de werknemer hulp én een waarschuwing in de wind heeft afgeslagen, leidt niet tot het oordeel dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Allereerst omdat KLM helemaal niet kan bewijzen dat er een waarschuwing is gegeven of hulp is aangeboden. Maar ook omdat de werknemer niet opzettelijk een gevaarlijke sprong heeft genomen en uit niets blijkt dat hij voor de sprong heeft bedacht dat hij (heel) gevaarlijk bezig was. KLM is daarom aansprakelijk voor het letsel dat de medewerker opliep.

Conclusie
Als werknemer beschermt de wet u goed en de vraag of de werkgever uw veiligheid voldoende heeft gewaarborgd wordt streng getoetst. Uit deze uitspraak blijkt dat zelfs pre-existente klachten en mogelijk wat onvoorzichtigheid van de werknemer niet aan aansprakelijkheid in de weg staan. Helaas voor dit slachtoffer is dat pas 6 jaar na het ongeval vast komen te staan.

(Bron: Jeroen Bosch Advocaten)