De regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) is vooralsnog geen succes. Het aantal aanvragen is een jaar na invoering van de regeling lager dan verwacht (170 aanvragen) en 75% van die aanvragen is afgewezen of niet behandeld. De Kamerleden Patijn (GroenLinks-PvdA) en Van Oostenbruggen (NSC) stelden hierover Kamervragen. Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft deze vragen inmiddels beantwoord.

De minister is, net als de Kamerleden, verrast door het lage aantal aanvragen en het hoge percentage afwijzingen. Zij erkent dat mensen dubbel slachtoffer zijn, omdat ze eerst ziek zijn geworden door het werk en vervolgens geen tegemoetkoming krijgen, omdat de werkgever/bedrijfsarts de blootstelling niet of onvoldoende in kaart heeft gebracht.

De TSB-regeling is te onbekend
De minister erkent dat de regeling TSB te onbekend is bij de doelgroep, waardoor het aantal aanvragen (en toekenningen) erg laag is. “Uit het aantal aanvragen blijkt dat de doelgroepen onvoldoende zijn bereikt. Ook zijn er onder de aanvragers mensen die niet binnen de huidige doelgroep vallen.” De minister belooft beterschap: “Dit laat het belang zien van een gerichtere communicatie die de juiste doelgroepen beter weet te bereiken. Ik werk aan een betere manier van communiceren die zich per beroepsziekte richt op zowel slachtoffers als professionals, samen met de uitvoeringspartners. U ontvangt hierover nadere informatie in een voortgangsbrief in de tweede helft van dit jaar.”

Veel aanvragen worden afgewezen
Uit de cijfers blijkt dat er 170 aanvragen in behandeling zijn genomen, waarvan er 41 zijn toegekend en 129 zijn afgewezen. De oorzaak van de meeste afwijzingen is dat de diagnose van de aanvrager onvoldoende duidelijk is of omdat de ziekte niet binnen de regeling valt.

Een andere reden is dat de relatie tussen de ziekte en het werk niet ‘voorshands aannemelijk’ was, terwijl juist voor dat begrip was gekozen om de causaliteitsdrempel te verlagen. Dat pakt in de praktijk dus anders uit. “Voorhands aannemelijk betekent dat er voor een toekenning een toetsing van medische- en blootstellingsgegevens nodig is, maar dat er geen 100% causaliteit hoeft te worden aangetoond. Ik vind dit belangrijk omdat ik de tegemoetkoming gericht wil verstrekken aan de mensen die vallen binnen de doelgroep van de regeling. Ik kijk momenteel wel of hierbij voldoende ruimte is voor maatwerk.”

Aanvragers moeten kosten maken
Een tweede probleem is dat sommige aanvragers kosten moeten maken om een aanvraag in te dienen, omdat de zorgverzekeringswet de benodigde diagnostisering niet dekt. De minister wil dat oplossen: “Om een aanvraag voor de TSB te kunnen indienen, moet de aanvrager een medische diagnose overhandigen van een ziekte die in de bijlage van de regeling staat. Voor de TSB geldt per ziekte een protocol waarin staat aan welke voorwaarden een medische diagnose van de ziekte moet voldoen. Bij bepaalde ziekten kan een reguliere arts of medisch specialist de diagnose niet vaststellen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij schildersziekte (CSE). Om in aanmerking te komen voor een TSB-tegemoetkoming, moet een multidisciplinair team conform het protocol de CSE-diagnose hebben gesteld. Enkele onderdelen hiervan vallen niet onder de reguliere zorg waardoor er geen vergoeding vanuit de Zorgverzekeringswet (ZvW) is. Hiervoor is een bijbetaling nodig. Dit kan in bepaalde gevallen een drempel vormen voor toegang tot de regeling. Dit probleem heeft mijn aandacht. In de volgende voortgangsbrief zal ik u informeren hoe ik hier binnen de TSB mee wil omgaan.”

Maatregelen
De minister zegt de Tweede Kamer toe in de tweede helft van dit jaar nadere informatie te verschaffen over hoe de geconstateerde knelpunten worden opgelost.