De afdeling werd weleens het ‘strafkamp’ genoemd. Altijd bijna dertig graden, en als de zon scheen, zag je een mist van stof in de ruimte. Zwaar werk was het ook. Boven de machines voor het glasdraaien kon het in de zomer vijftig graden worden, glasvezeldekens uit elkaar trekken was nog het best te vergelijken met gewichtheffen. Aan het eind van de fabriekslijn rolden de vrouwen de dekens op. Daar gingen de prikkende glasvezels in je kleren zitten.

Maar viezigheid, dat waren de mensen van de glasafdeling wel gewend. In de fabriek van AAF International in Emmen, producent van luchtfilters, werkten begin 2017 zo’n 150 mensen. Veel van hen al meer dan twintig jaar – helemaal op de glasafdeling, waar de werknemers luchtfilters voor autospuiterijen maakten.

Het was zwaar, maar ook mooi werk, vertelt Hilvert Snijders (61), die veertig jaar op de glasafdeling werkte. Genoeg autonomie, het team was een geoliede machine. Door het eelt op zijn handen voelde hij de glasvezels niet eens meer.

„Kleine pijntjes” kenden ze bovendien wel. Maar de laatste jaren kregen ze meer gezondheidsklachten. „Hoofdpijn, elke dag hoofdpijn”, vertelt Snijders. „Hele strippen ibuprofen gingen er soms doorheen”, zegt ook Bert Zandbergen (48), toen tweeëntwintig jaar in dienst.

In maart 2017 kwam daar wat sommigen de ‘druppel’ noemen bij. Op de glasafdeling werd een nieuwe kleurstof geïntroduceerd, waarmee de dekens een meer egale kleur groen kregen – de nadrukkelijke wens van een klant. Muren, machines, kleding: alles was sindsdien groen. Blonde haren werden groen, neuzen en oren bleven nog dágen groen. Als de fabrieksarbeiders thuis onder de douche stonden, vloeide de kleurstof uit hun poriën met het badwater weg.

Roelof Kuiper (50), de namen van zijn zoons op zijn arm, waste zich weleens met Dasty, een keukenontvetter. „Jij bent gek dat je daar nog heengaat”, zei zijn vrouw dan. Maar er moest toch geld worden verdiend, vond hij. Hij werkte er al twaalf jaar. Zandbergen uitte zijn zorgen gemakkelijker. „Als ik die kleur op mijn tong er al niet meer af krijg, wat zit er dan in mijn longen?”, vroeg hij zich soms hardop af.

Inval in Emmen
Het blijkt achteraf slechts het begin te zijn geweest van een periode waarin het goed misging in de fabriek. Op 15 maart 2018, een jaar later, doet de recherche van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een inval in Emmen, neemt meetrapporten in beslag, en begint in opdracht van het Functioneel Parket een strafrechtelijk onderzoek. AAF International, dochter van American Air Filter Company (eigendom van het Japanse Daikin), staat nu als verdachte voor de rechter. Donderdag 23 januari vindt een tweede regiezitting plaats.

Het Openbaar Ministerie verwijt de fabriek niet voldoende te hebben gedaan om te voorkomen dat medewerkers werden blootgesteld aan een te hoge concentratie formaldehyde, een kankerverwekkende stof. Dat is in strijd met artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet. Het OM riep voorafgaand aan de rechtszaak 85 mogelijke slachtoffers op.

Ruim 120 oud-werknemers meldden zich uiteindelijk voor een schadevergoeding. Veel van hen hoorden pas van de hoge blootstelling toen de Inspectie SZW de glasafdeling in het najaar van 2017 dwong te sluiten. Op die afdeling werkten ruim zestien mensen met formaldehyde-houdende lijm. Zij wisten alleen dat ze vage gezondheidsklachten hadden, dat ze ’s avonds groen huiswaarts keerden.

Uitgebreid daarover zeuren – dat deed je niet op de fabrieksvloer. „Ik ga toch niet de hele dag tegen mijn collega zeggen: ik heb hoofdpijn”, zegt Snijders. „Wat heeft die daaraan.” Kuiper: „Je neemt gewoon pillen, en klaar.” Bovendien wás het ook zwaar werk, dat was nooit anders geweest. Snijders: „Je denkt er gewoon niets van.”

Pas toen ze in oktober 2017 hoorden dat de toegestane hoeveelheid formaldehyde op hun afdeling fors was overschreden, begonnen ze te googlen. Ze realiseerden zich dat ze er jarenlang zonder voldoende bescherming hadden rondgelopen, met alleen een veiligheidsbril, wit T-shirt en blauwe werkbroek.

De schok was groot. Niet in de laatste plaats omdat de band tussen de werknemers hecht was. Snijders ontmoette zijn vrouw in de fabriek, de vrouw van Zandbergen werkte eerder ook op de glasafdeling. Iederéén kent wel iemand die ooit op de afdeling stond.

Zandbergen: „Dan ga je dus die hele film terugspoelen – geldt dit ook voor haar?”

Kanker in de neus
Uit meetrapporten in bezit van NRC, waaruit Dagblad van het Noorden deze week ook berichtte, blijkt dat werknemers op de glasafdeling van AAF International in Emmen al in 2008 en 2010 werden blootgesteld aan hoeveelheden formaldehyde ruim boven de toegestane grens. In 1999 was AAF al gewaarschuwd voor een te hoge concentratie formaldehyde. Telkens adviseerden de bedrijven die de metingen deden de blootstelling te verminderen.

In 2003 noemde de Gezondheidsraad formaldehyde mogelijk kankerverwekkend, en deed het aanbevelingen voor grenswaarden. In 2007 voerde SZW die in. De stof kan, op termijn, kanker in neus en luchtpijp veroorzaken en is vaak irriterend voor de ogen, aldus gezondheidsinstituut RIVM. Door inademing van formaldehyde kunnen ook hoofdpijnklachten ontstaan, meldt de GGD.

Uit de meting van 2010 blijkt de blootstelling zelfs ná reparatie van een afzuiger tot wel tweeëntwintig keer hoger dan toegestaan. Het bedrijf dat de metingen doet, Emmtec in Emmen, windt er geen doekjes om: „Er moeten maatregelen genomen worden om de formaldehyde-blootstelling omlaag te brengen.”

Uit een meetrapport van 29 september 2017, afkomstig van Vos Advies en eveneens in bezit van deze krant, blijkt dat maar deels gebeurd: de blootstelling aan formaldehyde is dat jaar nog steeds vier tot negen keer te hoog. Al die jaren werd de werknemers niets verteld.

Naast AAF International staan ook twee leidinggevenden voor de rechter. Danny G., aan wie de meting van 2010 was geadresseerd, en Peter E., die operationeel verantwoordelijk was. Het OM verwijt hun en het bedrijf nalatig te zijn geweest van januari 2013 tot en met 18 oktober 2017. Vanaf 2013 classificeert het internationaal agentschap voor kankeronderzoek IARC formaldehyde als bewezen kankerverwekkend voor de mens.

De advocaten van de leidinggevenden willen nu niet inhoudelijk reageren, omdat zij vinden dat het debat over deze zaak in de rechtszaal thuishoort. „Wij laten het daarom bij de opmerking dat er op dit moment nog een belangrijk deskundigenonderzoek plaatsvindt naar, onder andere, de metingen van formaldehyde. Het is voorbarig om conclusies te trekken voordat dit rapport is uitgebracht”, melden zij.

Uitzonderlijk smerig
Het „gemopper” over de groene kleurstof is het eerste wat Hans Bosma (59) opvalt, wanneer hij in de zomer van 2017 aantreedt als plant manager. De glasafdeling is smerig, dat ziet hij meteen. Hij loopt als manager al langer in dit soort fabrieken rond, maar dit is uitzonderlijk. Helemaal in vergelijking met andere afdelingen, waar alles keurig op orde lijkt.

Bosma schrikt pas écht als de Inspectie SZW de eerste dag na zijn aanstelling de fabriek binnenwandelt. Hij weet: dat doen ze niet zomaar. Lourens Kloppenburg (50), als manager verantwoordelijk voor de veiligheid in de fabriek en dan pas een half jaar in dienst van AAF International, is minder verontrust. De Inspectie, zegt hij, heeft hem laten weten dat het bezoek in het kader valt van het programma Bedrijven met Gevaarlijke Stoffen.

Beide mannen weten dan nog niet dat een van de medewerkers op de glasafdeling de Inspectie vlak daarvoor heeft gebeld. Ze is het zat om met groene lokken naar huis te gaan. Bovendien heeft ze niet het idee dat er naar haar wordt geluisterd. Er wordt wel aan de afzuiging gesleuteld, maar minder groen is het er in die drie maanden niet op geworden.

Ook verwachten Bosma en Kloppenburg niet dat de meetrapporten waar de Inspectie SZW hun die dinsdag, 18 juli 2017 naar vraagt, digitaal niet een-twee-drie te vinden zijn. En dat terwijl de Inspectie vrij vlot constateert dat er met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Een fabriek móét zulke gegevens dan voorhanden hebben.

De Inspectie kondigt aan op 25 september, na de zomervakantie, nog eens langs te komen. Bosma en Kloppenburg beseffen dat ze vóór die tijd een hoop informatie boven water moet krijgen. Kloppenburg gaat bellen met oud-veiligheidsmanagers: waar zijn die rapporten gebleven?

Vanwege de aanhoudende klachten op de glasafdeling had Kloppenburg al een meting voor de blootstelling aan de groene kleurstof aangevraagd. Aan die opdracht voegt hij meteen een nieuwe formaldehydemeting toe. Ook weet hij met aanwijzingen van oud-managers uit verschillende lades en kasten rapporten uit 1999, 2008 en 2010 tevoorschijn te halen.

Daaruit blijkt een veel te hoge blootstelling aan formaldehyde. En als de eerste uitslagen van de nieuwe meting half september binnenkomen, zijn ook die niet goed. Bosma is met „stomheid geslagen” – hoe kán het dat die rapporten niet voor het grijpen lagen?

Beschermende kleding
Bert Koster (49), leidinggevende op de glasafdeling en lid van de ondernemingsraad, herinnert zich dat Kloppenburg en Bosma hem en Erwin Nonner (44), teamleider van de technische dienst, daarop bij zich riepen. Met de groene kleurstof is alles in orde, zegt Kloppenburg. „Maar we hebben een veel groter probleem: de formaldehyde.” „Wat verwacht je van ons?”, vraagt Nonner.

Koster, die in de buurt opgroeide, werkt al vanaf zijn zeventiende voor AAF International. Nonner is officieel in dienst bij Oosvoort Techniek, maar werkt sinds 2005 als monteur in de fabriek. Beiden horen zij die dag voor het eerst dat de formaldehydewaarden veel te hoog zijn. „We hebben jullie hulp nodig om dit op te lossen, want we willen de afdeling graag op een gezonde manier open houden”, geven Kloppenburg en Bosma aan.

Op dat moment wordt van alles in het werk gesteld om de blootstelling alsnog te verminderen. Ventilatiesystemen worden gerepareerd, afzuiging wordt verbeterd, lucht anders door de ruimte geleid. Nonner en zijn team willen alleen nog met beschermende kleding de vloer op. „Ik heb een paar angsten in mijn leven, één daarvan is ziek worden door kanker.” In 2016 is zijn broer aan die ziekte overleden. „Dat risico wil ik niet opzoeken”, zegt hij.

Terecht, vindt leidinggevende Koster achteraf. Want als op 29 september 2017 het officiële rapport van de nieuwe metingen binnenkomt, blijkt daaruit dat de blootstelling aan formaldehyde wel is verminderd, maar nog steeds vijf tot negen keer te hoog. Het is voor de Inspectie SZW reden om op 18 oktober 2017, om 10.20 uur, de werkzaamheden op de glasafdeling te stoppen. De machines moeten uit.

Gegronde angst
De mensen van de glasafdeling worden in eerste instantie elders in de fabriek aan het werk gezet. Maar een maand later, op 13 november, krijgen ze allemaal bericht de dag erop naar hotel De Giraf in Emmen te komen. Daar blijkt hun angst gegrond. Het bedrijf is al jaren verlieslijdend, vertelt operationeel directeur Europa Stefan Berbner, begeleid door beveiligers, er in gebrekkig Engels. De fabriek zal per september 2018 sluiten. Op een handvol mensen na verliest iedereen zijn baan.

AAF International draait in 2007 nog 68 miljoen euro omzet en maakt 574.660 euro winst. In 2009 daalt de omzet naar 35 miljoen euro, met een verlies van 7 miljoen. Na een kleine opleving in 2010 keren de verliezen terug. In 2016 is de omzet 30 miljoen euro, het verlies 7,6 miljoen.

De sluiting heeft niets met de stopzetting van de glasafdeling te maken, verzekert AAF International die dag in regionale media. Maar alle betrokkenen die NRC heeft gesproken, vermoeden dat de komst van de Inspectie SZW de sluiting wel degelijk heeft versneld. AAF International begon al rond 2009 met de bouw van een fabriek in Slowakije, met als doel een deel van de werkzaamheden daarheen te verplaatsen. Sindsdien vonden in Emmen meerdere reorganisaties plaats. Alle productietaken zijn nu verplaatst naar Slowakije en Letland, de glasafdeling is nooit meer geopend.

Voor Hilvert Snijders is het verlies van zijn baan nog steeds het meest pijnlijk. „Ik was geen echte student”, vertelt hij. „Dus ja, je gaat van school, en je had gelijk werk.” Dat niemand hem vertelde van de formaldehyde, daar is hij boos over. Altijd had hij last van een „kikker in zijn keel”, zat daar meermaals voor bij de dokter. Was wat hij nu weet relevant geweest voor zijn huisarts?

Door een val met zijn fiets brak Snijders twee jaar geleden zijn heup, de fabriek was destijds nog open. Volledig hersteld is hij niet, maar hij weet ook dat het nog een tijd duurt voor zijn pensioen ingaat. Die jaren overbruggen, daar ziet hij tegenop. „Ik weet niet beter dan dat ik fysiek werk doe”, zegt hij. Het liefst had Snijders nog gewoon in de fabriek gewerkt – „op een gezonde manier”.

Voor Zandbergen en Kuiper, jarenlang naaste collega’s, geldt dat ook. Ze waren net een „getrouwd stel”, zeggen zij. Kuiper: „Als hij soms ruzie had met zijn vrouw, dan merkte ik dat meteen. Nou moet je normaal doen, idioot, zei ik dan. Zo waren wij met elkaar.”

Wat er allemaal is gebeurd sinds 2017, komt altijd wel even ter sprake. ’s Nachts schreef Zandbergen een tijd lang alles van zich af, als zijn hoofd begon te malen. „En als ik zo’n slachtofferoproep van het OM krijg, dan slaap ik weer een weekend niet.” Kuiper heeft dat minder. „Jij bent meer een binnenvetter”, zegt Zandbergen.

Kuiper werkt inmiddels als uitzendkracht elders, Zandbergen heeft een tijdelijk contract bij DSM. Op de glasafdeling hadden ze een vaste baan; daarom klaagde je ook niet snel. Wie zegt dat ze toen, in de nasleep van de crisis, zomaar een nieuwe baan hadden kunnen vinden?

Het OM verwijt verdachten AAF International, Danny G. en Peter E. niet genoeg te hebben gedaan om schade aan de gezondheid van werknemers te voorkomen. Daar komt bij dat de werknemers nooit zijn voorgelicht. „Roken is net zo kankerverwekkend”, zegt Kuiper bijvoorbeeld. „Maar of ik rook of niet, dat is míjn keuze.”

Hoge prioriteit
Daphne van Doorn, die als advocaat namens vakbond FNV de slachtoffers bijstaat, noemt de houding van het OM in deze zaak „zeer actief”. „Er is in feite nog geen sprake van lichamelijk letsel, dus het aanschrijven van slachtoffers is bijzonder”, zegt zij. Helemaal in vergelijking met eerdere zaken.

Ze noemt bijvoorbeeld kabelfabriek Smit Draad uit Nijmegen, waar personeel eveneens is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Justitie besloot die zaak in 2017 te seponeren, omdat medisch onderzoek te complex zou zijn. Aluchemie in Rotterdam, dat onder meer zwaveldioxide uitstootte, kwam in 2017 wél voor de rechter, maar slachtoffers zijn niet aangeschreven. Van Doorn: „Misschien speelt wat in de maatschappij leeft mee bij het doorzetten van deze zaak.”

Peter Koops, advocaat van AAF International, zegt op basis van de jurisprudentie in onder meer asbestzaken een „zeer redelijk” schikkingsvoorstel te hebben gedaan bij het Functioneel Parket. Dat voorstel werd volgens hem afgewezen. Het OM bevestigt dat een voorstel is gedaan, maar wil niet inhoudelijk reageren.

Criminoloog Marieke Kluin, die aan de Universiteit Leiden onderzoek doet naar bedrijven met gevaarlijke stoffen, zegt dat het OM de laatste jaren „steeds harder” optreedt. „Voorheen pakte men zelden door wanneer toezichthouders overtredingen constateerden”, zegt zij. Dat gebeurt nu vaker. Deze trend is volgens haar een gevolg van de misstanden bij tankopslagbedrijf Odfjell in 2012 en meer recentelijk de explosie bij Shell in Moerdijk.

Vast staat ook dat gevaarlijke stoffen sinds drie jaar een prioriteit zijn voor de Inspectie SZW. In het jaarplan voor 2016 kondigt ze het programma Bedrijven met Gevaarlijke Stoffen aan. In het jaarverslag over 2017 is te lezen: „Er is een groeiend besef dat men door het werken met kankerverwekkende stoffen na lange tijd ziek kan worden. Dit toenemende bewustzijn is een gevolg van de media-aandacht voor onderzoeken zoals bij Dupont en defensie.” Deze maatschappelijke aandacht heeft „ertoe bijgedragen dat de risico’s van blootstelling aan gevaarlijke stoffen nu prominenter op de agenda staan.”

Dat de bezoeken bij AAF International inderdaad in het kader van dit programma zijn afgelegd, blijkt onder meer uit een brief die de Inspectie op 20 oktober 2017 naar de directie van AAF International stuurde. Veel wijst er daarom op dat de misstanden met chroom-6 bij defensie en gevaarlijke stoffen bij chemiebedrijf Dupont eraan hebben bijgedragen dat deze zaak hoge prioriteit heeft gekregen.

FNV heeft onlangs met AAF International afgesproken dat personeel dat tussen 1999 en 2017 in de fabriek werkte op kosten van AAF de komende twintig jaar periodiek gezondheidsonderzoek krijgt. „Dat ging in goed overleg”, zegt advocaat van Doorn. Voor de schadevergoeding in de strafzaak heeft ze namens de slachtoffers 3.500 euro voor ieder voorgesteld – op basis van jurisprudentie is dat reëel. Tot nu toe meldden zich ruim tien mensen die zeggen schade te hebben geleden.

„Maar is dát dan wat mijn leven waard is?”, vraagt Zandbergen zich af.

(Bron: NRC)