De politie schiet tekort in de omgang met agenten die tijdens hun werk trauma’s oplopen en daardoor PTSS ontwikkelen. Dat schrijft de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen in een brief aan verantwoordelijk minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid). Hij roept hem op snel met oplossingen te komen.
Van Zutphen stelt in zijn brief dat ptss moeizaam wordt erkend, dat het politiemensen veel tijd en moeite kost om medische kosten te verhalen, dat re-integratie niet goed wordt begeleid en dat er nauwelijks coulance is bij het toekennen van smartengeld en schadevergoedingen.
De brief van de ombudsman ligt in lijn met de eerdere kritiek die vakbonden, advocaten en deskundigen eind februari in de Volkskrant uitten op de manier waarop de politie omgaat met agenten met PTSS. Vorig jaar werd de Nationale Politie drie keer op de vingers getikt door de hoogste rechter, die in drie schadevergoedingszaken oordeelde dat de politie de zorgplicht had geschonden en jarenlang ten onrechte had geweigerd aansprakelijkheid te erkennen. Uit de uitspraken bleek dat politiemensen soms meer dan zeven jaar moesten procederen om hun gelijk te halen. Advocaten en vakbonden zeiden tegen de Volkskrant dat politiemensen in dergelijke zaken worden ‘uitgerookt’ en dat de politie ‘een leger aan advocaten’ inzet om claims buiten de deur te houden.
Schadevergoeding
Voor agenten met PTSS is het ‘bijna onmogelijk’ geworden om een schadevergoeding te krijgen als de politie fouten heeft gemaakt, stelt Van Zutphen in zijn brief. Volgens de ombudsman worden de regels in deze procedures sinds 2016 steeds strenger toegepast. Voor die tijd was wél sprake van enige coulance.
Ook komen politiemensen met medische kosten vaak terecht in een enorme bureaucratie: “Stukken raken zoek en er moeten steeds dezelfde stukken aangeleverd worden. In veel gevallen wordt er pas betaald na een ingebrekestelling.” Zo beschrijft Van Zutphen een klacht van een agent die veertien keer met een dwangsom naar de rechter stapte, veertien keer gelijk kreeg en vervolgens deurwaarders moest inschakelen omdat er niet werd betaald. “Het is letterlijk ziekmakend”, aldus de agent.
“Het aantal klachten dat wij hierover binnenkrijgen, neemt toe” licht Van Zutphen toe. “Het lijkt alsof de politie nu nog moet erkennen dat PTSS bij het werk hoort. Je moet mensen met PTSS serieus nemen – dáár gaat het om. Maar de politie moet hier eigenlijk nog aan beginnen. Kijk, veel mensen zijn helemaal niet uit op geld. Ze willen erkenning.” Hij constateert dat de politie achterloopt bij defensie: “Ik zou willen zeggen: schiet op met dat beleid.”
Signalen
De korpsleiding van de politie zegt de signalen te herkennen. Het ministerie van Justitie en Veiligheid meldt dat de minister het onderwerp afgelopen jaar ‘zeer hoog op de agenda heeft gezet’. De minister en de korpsleiding zeggen eind deze maand met een plan te komen om het stelsel te verbeteren. Het plan moet draaien om eenvoud, geen druk voor de agent met PTSS, tempo in de afhandeling van zaken en re-integratie binnen de politie.
De politie zegt dat er momenteel zo’n honderd procedures rond schadevergoeding lopen van politiemensen met PTSS. Daarnaast zijn er bijna duizend dossiers van agenten die wachten op afwikkeling van hun smartengeld. Vakbonden en advocaten stellen echter dat dit het topje van de ijsberg is. Zo schat politiebond NPB dat minstens honderd schadeclaims vanwege het ‘juridische afschrikbeleid van het korps’ nu nog niet bij de rechter liggen.
(Bron: De Volkskrant)