Een aanpikkelateur is een werknemer op een bouwplaats die vanaf de grond lasten vastmaakt aan de hijskraan die wordt bediend door een kraanmachinist. Aanpikkelateurs moeten binnenkort kunnen aantonen dat ze verstand van zaken hebben. Mogelijk dit jaar nog wordt een certificaat verplicht. Aanleiding is een dodelijk ongeval in Den Haag. “Een kraanmachinist heeft gewoon iemand met verstand van zaken bij de haak nodig.”
Hijslasten die niet goed worden aangeslagen. Ruzie om welke last als eerste omhooggaat. Vingers die bekneld raken. Onderaan hijskranen in Nederland is amateurisme troef. Het is zo’n beetje de grootste ergernis van kraanmachinisten. Zeker vier keer per jaar maken ze mee dat er een lading ter aarde stort. Soms met dodelijke gevolgen, zo leert het ongeval tijdens de renovatie van het oude VROM-ministerie in 2016.
Het heeft alles te maken met gebrek aan deskundigheid en opleiding. Aanpikkelateurs – ook wel aanpikkers genoemd – diegenen die de hijslasten aan de haak moeten bevestigen, doen het er vaak even bij, weet Hans Crombeen van de bouwtak van FNV. Al jaren dringt hij aan op strengere regels. In 2017 bracht de vakbond een rapport uit (De machinist tilt er zwaar aan) waarin de risico’s en ergernissen van kraanbestuurders uitvoerig staan beschreven.
Machinist heeft overzicht niet
“Het probleem is dat veel kraanmachinisten niet altijd goed meekrijgen wat er onder aan de kraan gebeurt, ondanks de aanwezigheid van camera’s en communicatie met portofoons. Het gevolg is dat ze te laat in de gaten krijgen als er een hijslast op een verkeerde manier is bevestigd”, zegt Crombeen. “Natuurlijk is dat levensgevaarlijk. In Den Haag ging dat ook zo. Daar zag de machinist te laat dat de steigerdelen niet goed vastzaten.”
Bij die ene dode bleef het niet. Tussen 1998 en 2009 moesten vier bouwvakkers het met de dood bekopen toen ze geraakt werden door vallende voorwerpen uit kranen, staat in het rapport van FNV. Zeventien bouwvakkers hielden er blijvend letsel aan over.
Maar hoe kan het dat coördinatie en deskundigheid onder aan torenhoge kranen ontbreken? Crombeen durft het niet te zeggen, maar hij ziet dat tijd geld is. “Van veel kraanmachinisten horen we dat onderaannemers na de schaft hun keet uit rennen. Ze willen als eerste bij de portofoon zijn om hun klusjes geregeld te krijgen. Goede machinisten laten zich daardoor niet gek maken, maar de onderaannemers die ruzie maken beneden bij de haak, zijn talloos.”
Te vage regels
De regels zijn te vaag, zegt Aarnout van Duuren, directeur van VTC, een van de grootste Nederlandse opleidingsinstituten voor kraanmachinisten (3000 cursisten per jaar). “In de wet staat dat iemand die de last aanslaat, bekwaam moet zijn, maar hoe je daaraan invulling moet geven, laat de wetgever in het midden. Daardoor ontstaat onduidelijkheid en doet iedereen het anders. De ene aanpikkelateur heeft de opleiding voor hijsbegeleiders W4-08 gevolgd en is in feite overgekwalificeerd, terwijl de andere er geen enkele opleiding voor volgde en het er even bij doet.”
Hij denkt dat het probleem misschien nog wel groter is dan uit het onderzoek van de FNV blijkt. Veel ongevallen worden niet geregistreerd. “Ik hoor bijna wekelijks dat ergens spullen naar beneden zijn gevallen.”
Veel bouwers onderschatten de rol van een aanpikker, ziet Van Duuren. “Heel vaak gebeurt het dat iemand zegt: sla jij hem even aan. Absurd. Een kraanmachinist op een toren heeft gewoon iemand nodig bij de haak die verstand van zaken heeft. Het is een vak. Je moet theoretische kennis hebben om berekeningen te kunnen maken. Zo is de hoek van de last bepalend. Hoe groter de hoek, hoe groter de krachten. En je moet weten welk hijsmiddel je wanneer moet gebruiken.”
Van Duuren hoopt dat de overheid de nieuwe opleiding gaat voorschrijven. “Wat ik ervan heb begrepen is dat het wordt meegenomen tijdens de onderhandelingen over de nieuwe bouw-cao (die beginnen in februari, red). Alle partijen hebben de intentie de opleiding in de arbocatalogus op te nemen. Daarmee wordt het in feite verplicht voor bedrijven die onder de cao vallen. Daarna wordt het meestal standaard.”
Hij realiseert zich dat hij voor eigen parochie spreekt. “Maar los van het feit dat ik het veiligheidsbewustzijn in de bouw wil helpen vergroten, ben ik ervan overtuigd dat je met opgeleide aanpikkelateurs ook slimmer, efficiënter en dus sneller kunt bouwen.”
Eerst in de Arbocatalogus
Ook Crombeen van de FNV is voorstander van een verplicht certificaat voor aanpikkelateurs. “Dat moet expliciet in de arbocatalogus komen te staan. En ik heb nog liever dat het in de wet komt. Maar laten we als sector eerst maar het goede voorbeeld geven. Daarna kunnen we altijd nog in gesprek gaan met de minister. Hoe er in de bouw wordt gedacht over gecertificeerde aanpikkers? Aan de vergadertafel is daar geen enkele discussie over.”
De Inspectie van SZW heeft geen mening over een verplichte opleiding voor aanpikkers. “Dat is een zaak van de branche en de bonden”, aldus woordvoerder Paul van der Burg.
(Bron: Cobouw)