Werkgevers hebben de kwaliteit van onze banen verwaarloosd. Dat leidt tot onzekere, gestreste werkenden die sneller van baan wisselen of kiezen voor het zzp-schap. Onderzoekers van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), die dit concluderen in een woensdag gepresenteerd rapport, roepen de hele samenleving op om werk beter te waarderen. Voor de overheid hebben ze een hoofdrol in gedachte.

Die overheid zit dichtbij. De WRR zetelt in het gebouw van het ministerie van Algemene Zaken, tegenover het Binnenhof in Den Haag. Van hieruit coördineerden econoom Robert Went en socioloog Monique Kremer een omvangrijk onderzoek naar de toekomst en de kwaliteit van werk.

Veel mensen hebben het gevoel dat zij minder vat op hun werk hebben, staat in het onderzoeksrapport. Hoe merkte u dat?

K: ‘We spraken met zzp’ers die vertelden dat ze hun baan opzegden om als zelfstandige verder te gaan. Dat deden ze omdat niet genoeg grip hadden op het werk, zeiden ze.’

W: ‘Je merkt het overal, het borrelt in de samenleving. In dertig jaar is er niet zo veel gestaakt en gedemonstreerd als nu. Die acties gaan niet alleen over loon maar ook over werkdruk, recht op onbereikbaarheid… Daar sluiten wij op aan met dit verhaal.’

Met dat verhaal doelt Went op de centrale boodschap van het rapport. Technologie, flexibilisering en toenemende werkdruk vereisen een verandering. ‘Goed werk’ moet de norm worden. Werk dat eerlijk loon, autonomie, verbondenheid én een goede werk-privébalans biedt.

De WRR stelde negen aanbevelingen op die daarbij kunnen helpen (zie kader). Uitbreiding van verlofregelingen is er een van, het optuigen van een basisverzekeringsstelsel een ander.

Korter werken
Niet dat er nu niets gebeurt. In cao-onderhandelingen staan werkdruk en verlof vaker op de agenda. Philips-medewerkers hebben tegenwoordig recht op welzijnsverlof. Achmea verkort de werkweek van 36 naar 34 uur. Een groep werkgevers uit de financiële sector behandelt flexwerkers sinds vorige maand hetzelfde als vast personeel.

Toch is Nederland met ‘goed werk’ geen koploper. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) waarschuwt voor de negatieve gevolgen van flexibilisering voor de samenleving en de economie.

Ook de commissie-Borstlap, die onderzoekt wat er moet gebeuren om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken, trok hierover aan de bel. Werkenden ervaren steeds minder vrijheid om hun werk naar eigen inzicht in te delen. Betaalde verlofregelingen voor zorg voor kinderen of ouders zijn in Nederland karig vergeleken met die in andere Europese landen.

Vooral in de publieke sector zijn werkenden ontevreden. Zij vinden hun loon te laag en de werkdruk te hoog. Hoe komt dat?

K: ‘Deze groep — politieagenten, leraren, mensen in de zorg — merkt dat het werk sneller moet gebeuren, intensiever wordt en met meer emoties gepaard gaat. Daardoor hebben zij het gevoel minder grip op het werk te hebben.’

Wat kan de overheid hieraan doen?

W: ‘De overheid kan een voorbeeld stellen. Zorgen voor handhaving van de wetten en regels die er al zijn. En ook het eigen aanbestedingsbeleid kan beter. Er wordt van alles aanbesteed, van de schoonmaak tot de tolken. Daarbij kan de overheid meer aandacht besteden aan goed werkgeverschap.’

K: ‘Goed werk kan ook een rol spelen bij het toekennen van subsidies. Als instellingen afhankelijk zijn van jaarlijkse subsidierondes, kun je mensen moeilijk in vaste dienst nemen. Daar kunnen overheden rekening mee houden.’

Het rapport leest als een pleidooi voor meer zorgzaamheid. Of is dat te soft geformuleerd?

K: ‘Het is belangrijk om zorgzamer te zijn. Dat is beter voor de samenleving en de economie. Dus het klinkt soft, maar je bereikt er veel mee. Het is niet het enige. Het gaat ook om harde maatregelingen zoals wet- en regelgeving die de kwaliteit van het werk moet verbeteren.’

W: ‘Los van wat de overheid en sociale partners kunnen doen, moeten we ons realiseren dat wij allemaal niet alleen consument, maar ook werknemer zijn. Dus we hebben er belang bij om wat meer begrip te hebben voor de mens achter de dienst of het goed dat we afnemen.’

K: ‘Het percentage mensen dat zegt agressiviteit meegemaakt te hebben op het werk is hier hoger dan in welk ander Europees land. Dat kan natuurlijk niet. Vooral de publieke professionals met dienstverlenende beroepen hebben daar last van. Hufterig gedrag, door klanten en consumenten. Steeds assertievere ouders, familie van patiënten in een ziekenhuis. Als individu begrijp je de frustratie, maar in Nederland zijn de uitingsvormen heel sterk. Die manier van omgaan beïnvloedt de kwaliteit van werk.’

W: ‘Mensen zijn steeds meer tot consument gemaakt. Je koopt thuiszorg, je hebt recht op goed onderwijs. Dat is ook wat Tjeenk Willink (oud-vicevoorzitter van de Raad van State, red.) zegt: “We zijn burger en geen klant. De overheid moet ons weer als mens gaan zien, als burger in plaats van als klant.”’

K: ‘Als je wilt dat de kwaliteit van het werk verbetert, dan moet de mens zich dus niet zozeer als consument opstellen maar inderdaad meer als burger en medemens. Het gaat erover dat je je inleeft in de werkende.’

W: ‘Toen we begonnen met dit onderzoek, was er een discussie dat robots banen zouden overnemen, maar nu blijkt: de mens wordt alleen maar belangrijker. Ook met de nieuwe technologieën.’

Maar om belangrijk te blijven moet de mens wel andere kwaliteiten ontwikkelen.

K: ‘Ja. Samenwerken, interpersoonlijke vaardigheden, met mensen omgaan, dat is de kern van onze economie en samenleving.’

Het borrelt in de samenleving, constateert u. Wordt het beter?

W: ‘Dat gevoel hebben wij wel. De overheid snapt dat zij een rol moet spelen. Je ziet het aan de opdracht die de commissie-Borstlap is gegeven: robots zijn niet alleen eng, maar kunnen kansen bieden. Mensen worden bozer, komen in actie dus die gaan zich ermee bemoeien.’

K: ‘En de arbeidsmarkt is krap. Dat scheelt ook. Daarom is er urgentie.’

Negen aanbevelingen van de WRR om de kwaliteit van werk te verbeteren:

1. Voorkom oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen.
2. Ontwikkel een stelsel van contractneutrale basisverzekeringen en voorzieningen voor alle burgers.
3. Vernieuw het actief arbeidsmarktbeleid, besteed meer aandacht aan persoonlijke begeleiding.
4. Geef mensen met een uitkering en weinig kans op de arbeidsmarkt een ‘basisbaan’.
5. Ontwikkel een programmatische aanpak voor goed werkgeverschap binnen bedrijven en instellingen.
6. Versterk de positie van werkenden binnen arbeidsorganisaties.
7. Schep meer mogelijkheden om mensen de keuze te laten hoeveel uren ze willen werken. Dit kan onder andere door goede kinderopvang en ouderenzorg te bieden en meer werken makkelijk afdwingbaar te maken.
8. Verbeter verlofregelingen voor zorg en geef meer zeggenschap over arbeidstijden.
9. Maak het WRR-adagium ‘grip op geld, werk en leven’ tot basis van overheidsbeleid.

(Bron: FD)