De rechtbank Breda heeft een bezwaar van op- en overslagbedrijf Loodet afgewezen en de Inspectie SZW in het gelijk gesteld. Het gaat om een boete van 4.500 euro die de inspectie het bedrijf oplegde na een bedrijfsongeval in augustus 2018. Bij het heftruckongeval werd een werknemer aangereden, waarbij zijn voet verbrijzeld raakte en hij een nacht moest doorbrengen in het ziekenhuis.

De inspectie vond dat het bedrijf te weinig heeft gedaan om het ongeval te voorkomen. De rechter deelt die mening. Loodet verweet de werknemer dat hij zich niet aan de regels had gehouden en helemaal niet op de werkvloer mocht zijn toen de vorkheftruck daar doende was met het verplaatsen van een lading. Hij stond een andere lading te voorzien van stickers en volgens de werkinstructies is dat niet toegestaan.

De rechtbank wijst erop dat de inspectie succesvol heeft aangetoond dat de praktijk een andere was dan wat er op papier stond. “In de praktijk was het kennelijk niet ongebruikelijk dat, ondanks de instructies, werknemers elkaar hielpen met het stickeren. De instructies zijn daarmee niet adequaat en het feit dat eiseres de werkwijze uitdrukkelijk met haar personeel heeft besproken, is onvoldoende om aan te nemen dat zij zich voldoende heeft ingespannen om het aanrijdingsgevaar zoveel mogelijk te voorkomen”, staat in het oordeel van de rechtbank.

De inspectie verweet Loodet ook een gebrek aan toezicht van leidinggevenden, maar het bedrijf stelde dat er ook nog een magazijnmedewerker en een operationeel manager aanwezig waren. Ook daarin volgt de rechter het bedrijf niet. “Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de enkele opsomming van in totaal vier personen die op de werkplaats aanwezig waren, niet wie feitelijk toezicht hield en op welke wijze het toezicht is vormgegeven. Eiseres heeft hiermee onvoldoende aangetoond dat er ten tijde van het ongeval voldoende toezicht was.”