De Nationale Politie wijst financiële claims van getraumatiseerde agenten stelselmatig van de hand. Volgens de politie hoort het bij het werk van agenten dat ze een doelwit kunnen zijn van een schietpartij of geconfronteerd worden met een overleden verkeersslachtoffer.

Honderden agenten die een posttraumatische stressstoornis (PTSS) hebben opgelopen, blijven nu zitten met een restschade. Ze stellen de politie aansprakelijk voor onder andere inkomstenderving, omdat ze geen carrièremogelijkheden meer hebben. Als ze nog bij de politie hadden kunnen werken zouden ze doorgroeien in rang en daarbij ook een hoger salaris ontvangen.

Inmiddels hebben 150 politieambtenaren de politie hiervoor aansprakelijk gesteld. 54 claims zijn afgewezen en 46 in behandeling. Met 50 andere agenten is een akkoord gesloten. Alleen als er sprake is van abnormale of excessieve incidenten, waar ook geen nazorg is verleend aan de agent kan er volgens de politie sprake zijn van het erkennen van aansprakelijkheid.

‘Heel pijnlijk’ 
Het huidige beleid staat in schril contrast met hoe de politie tot een paar jaar terug met deze claims omging. Jos Tonino was tot twee jaar terug adviseur PTSS van de korpsleiding en handelde dit soort claims af. “Die mensen hebben daadwerkelijk schade geleden en die hebben wij op een hele redelijke en billijke manier vergoed”, zegt hij. Er werden destijds bedragen uitgekeerd oplopend tot enkele tonnen. “Ik vind het tenenkrommend dat collega’s die in de frontlinie hun nek hebben uitgestoken, een stap naar voren hebben gezet en moedig zijn geweest, nu de politieorganisatie tegenover zich zien staan, die zich op regelgeving beroept. Ik vind dat heel pijnlijk”, zegt Tonino.

150 agenten hebben een claim ingediend en honderden anderen overwegen dat nog te doen. De Nederlandse Politiebond (NPB) staat zo’n 400-500 PTSS agenten daar in bij. Met het grootste deel van de dossiers wordt voorlopig niks gedaan, omdat de politie aansprakelijkheid toch afwijst. Bij de Nationale Ombudsman zijn hierover ook tientallen klachten van agenten binnengekomen en die worden nu onderzocht. Begin volgend jaar komt de ombudsman met een rapport hierover.

Gevecht bij rechter extra pijnlijk
“Na 2015 zijn er kennelijk strengere richtlijnen en moeten wij als bond met deze mensen heel veel juridische gevechten aan”, zegt voorzitter Jan Struijs van de NPB. Advocaat Pieter van Hecke staat enkele tientallen agenten bij en ziet ook dat de politie de juridische lat hoog legt voordat ze aansprakelijkheid erkennen. “Dat is enorm zwaar voor deze mensen. Het probleem bij PTSS is nou juist dat je niet wilt dat je alle ellende die je hebt meegemaakt steeds opnieuw moet beleven.”

Zo moeten de agenten zelf incidenten aandragen die hebben bijgedragen aan hun trauma. Daarvoor moeten ze in de politiesystemen waar ze geen toegang toe hebben. Daarnaast wil de politie die gegevens vaak ook niet verstrekken vanwege privacyredenen, zo blijkt uit gesprekken met agenten.

Reactie politie
De Nationale Politie erkent dat agenten te maken krijgen met ingrijpende gebeurtenissen en dat sommigen daardoor PTSS oplopen. In die gevallen krijgen ze smartengeld uitgekeerd oplopend tot 166.000 euro. Daarnaast wordt hun salaris doorbetaald en worden extra medische kosten vergoed. 

In het verleden is een uitzondering gemaakt voor een groep van veertig agenten die de politie voor 2015 aansprakelijk had gesteld voor de restschade. Die groep heeft de restschade vergoed gekregen. Sindsdien moet aantoonbaar sprake zijn van buitensporige situaties waaraan agenten zijn blootgesteld en waarbij ook geen nazorg is verleend. Dit is volgens de politie in lijn met hoe de rechter in eerdere zaken uitspraak heeft gedaan.

Lees hier (pdf) de volledige reactie van de Nationale Politie.

(Bron: RTL Nieuws)