Vanaf 1 april krijgen politiemensen met beroepsgerelateerde gezondheidsklachten sneller toegang tot (financiële) voorzieningen die hun herstel en re-integratie ondersteunen. Zorg en aandacht voor hun problemen worden het uitgangspunt in plaats van een complexe medisch-juridische erkenningsprocedure. Daarover schrijft de Nederlandse Politiebond.

De Politie en de bonden zijn het eens geworden over een fundamentele wijziging van het beleid ten gunste van collega’s die tijdens of door hun politiewerk letselschade oplopen. Voor deze gedupeerde medewerkers hebben de werkgever en de bonden in het verleden meerdere (financiële) voorzieningen afgesproken, met name doorbetaling van het loon, vergoeding van medische kosten en toekenning van smartengeld bij blijvende invaliditeit door een dienstongeval of beroepsziekte. Deze laatste aanspraak werd in 1997 in artikel 54a van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) vastgelegd.

In de loop der jaren werd deze bepaling door de werkgever en de bonden uitgewerkt in twee praktische regelingen: de Regeling smartengeld dienstongevallen politie (van kracht geworden in 2007) en de Regeling vergoeding beroepsziekten politie (van kracht geworden in 2015). Deze documenten beschreven vooral hoe het percentage blijvende invaliditeit als gevolg van een dienstongeval of een beroepsziekte bepaald moest worden. Dat percentage bepaalde namelijk de hoogte van het bedrag aan smartengeld.

Wel liepen veel politiemensen tegen een knelpunt aan. Het beleid was jarenlang dat ondersteunende voorzieningen pas beschikbaar kwamen als de klachten officieel waren erkend als een beroepsziekte of een dienstongeval. Zonder die erkenning kwam je dus helemaal niet aan de vergoeding van medische kosten, doorbetaling van het loon en het berekenen van de juiste hoeveelheid smartengeld toe. Een extra drempel daarbij waren de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in ambtenarenzaken – over de erkenning van een beroepsziekte bij politiemensen. De Raad legde de lat op dat punt nogal hoog, aangezien politiewerk neerkomt op het klaarstaan voor zwaar werk in moeilijke omstandigheden. Omdat politiemensen daarop getraind en voorbereid (kunnen) zijn, was het oplopen van een aandoening door dat werk alleen aan de orde als er buitengewone en/of onvoorzien zware vormen van belasting hebben plaatsgevonden – aldus de rechtspraak van de CRvB.

PTSS-beleid
In januari 2020 meldde toenmalig minister Grapperhaus (Justitie) aan de Tweede Kamer dat hij met de politiebonden en de korpsleiding ging werken aan ‘een eigen PTSS-beleid’. Dat zou zorgen voor ‘meer transparantie, meer tempo en minder druk voor de betrokken mensen, met als uitgangspunt dat de medewerkers bij de politie in dienst blijven.’ Dat jaar startten de gesprekken over een andere opzet van de ondersteuning van politiemensen die door hun werk gezondheidsklachten krijgen.

De uitkomst van dat beleidsproces is een verbeterd stelsel voor alle beroepsgerelateerde gezondheidsklachten. Dit vervangt per 1 april 2025 het bestaande stelsel, waarin de beroepsziekte en het dienstongeval centraal stonden. Voortaan staan aandacht en zorg voor de medewerkers voorop; hun herstel en re-integratie moeten optimaal ondersteund worden.

De NPB: ”De nieuwe regeling geeft een medewerker met werkgerelateerde gezondheidsproblemen tijdens de herstel- en re-integratieperiode snel en gemakkelijk recht op zorg, ondersteuning en vergoeding van inkomensschade, medische kosten, huishoudelijke hulp en verlies aan zelfwerkzaamheid. Dit geldt zelfs als de medische klachten slechts voor één procent veroorzaakt zijn door het politiewerk.”


WIL JE NIETS MISSEN?

In de nieuwsbrief van Letselschade.NU staan alle nieuwsberichten, columns en interviews die in de voorafgaande week zijn verschenen. De nieuwsbrief wordt iedere zaterdagmorgen verzonden.