Een eenmalige vergoeding omdat je met gevaarlijke stoffen hebt gewerkt en ziek bent geworden. Sinds vorig jaar geldt die regeling, hiervoor is 30 miljoen euro vrijgemaakt. Maar omdat de meeste aanvragen worden geweigerd, is pas 1 miljoen euro uitgekeerd. Slachtoffers met longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en schildersziekte die een tegemoetkoming aanvragen omdat ze ziek zijn door hun werk, worden vaak afgewezen. Volgens vakbond FNV pakt de regeling ‘volkomen verkeerd uit’.

Niet meer je werkgever aanklagen, jarenlang procederen voor een schadevergoeding en hoge proceskosten maken, omdat hij je onbeschermd liet werken met gevaarlijke stoffen. Wie voor 2023 erkenning en een schadevergoeding wilde voor het oplopen van een beroepsziekte, moest die via de rechter afdwingen en liep hier vaak tegenaan. Daar haalden slachtoffers vaak geen gelijk, omdat het erg lastig is te bewijzen dat je ziek bent geworden door je werk. Dit soort rechtszaken duren gemiddeld vijf jaar en procederen is erg duur. Dat moest anders. Dus werd de TSB-regeling in het leven geroepen om het voor mensen met een beroepsziekte makkelijker te maken om erkenning en een schadevergoeding te krijgen.

Maar ook met de nieuwe regeling worden veel slachtoffers geweigerd. “De mensen die zijn afgewezen krijgen geen geld en geen erkenning voor hun beroepsziekte”, zegt FNV vice-voorzitter Kitty Jong. “De uitvoering van de financiële regeling voor mensen met een beroepsziekte pakt volkomen verkeerd uit”, zegt ze tegen EenVandaag.

EenVandaag vroeg cijfers op bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 2023, het eerste jaar dat de Regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) van kracht was, hebben 254 mensen een aanvraag gedaan voor een financiële tegemoetkoming. Daarvan zijn 170 aanvragen in 2023 in behandeling genomen. 129 verzoeken werden afgewezen en slechts 41 mensen kregen de tegemoetkoming toegekend en uitbetaald.

Het aantal aanvragen en toekenningen is veel lager dan verwacht, zegt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken), die uitging van 1.500 toekenningen en daarvoor tientallen miljoenen vrijmaakte. Ze erkent tegen EenVandaag dat dit niet is zoals werd verwacht. “We zien nu dat de aantallen achterblijven, de aantallen aanvragen maar ook het aantal toekenningen. Dus dat moet anders.”

De minister komt met maatregelen. “Allereerst meer bekendheid, zowel bij artsen als bij patiënten. Het tweede: betere informatie. Wat heb je nou nodig in je medisch dossier om aan te tonen dat je deze ziekte hebt en waar die van komt. En het derde is: kijken of we wel genoeg ruimte hebben voor maatwerk.” De minister geeft aan dat mensen die voor de regeling zijn afgewezen, het nog een keer kunnen proberen. “We moeten mensen beter helpen met het medisch dossier zodat ze in de herkansing kunnen als ze bepaalde informatie wel aanleveren. Misschien dat er dan een ander oordeel uitkomt.”