Vanaf 2024 wordt het voor binnenvaartschepen in heel Nederland verboden om tijdens het varen giftige stoffen te lozen. Minister Harbers (Infrastructuur & Waterstaat) gaat uiterlijk op 1 juli 2024 een landelijk verbod op varend ontgassen invoeren, schrijft hij aan de Tweede Kamer. Het verbod gaat bovendien voor méér stoffen gelden dan de minister aanvankelijk van plan was, om zo de gezondheid van scheepspersoneel, oeverbewoners en het milieu te beschermen.
Provincies pleiten al tien jaar voor een verbod, en de Tweede Kamer drong in maart aan op een verbod naar aanleiding van berichtgeving in NRC en Omroep Flevoland. De minister zei tot dusverre dat het onmogelijk was om vooruit te lopen op andere landen. Onderzoekers van de Erasmus Universiteit concludeerden eerder dit jaar dat Nederland helemaal niet hoeft te wachten op andere landen. Nederland zou mogelijk zelfs de plicht hebben om ontgassen te verbieden om de volksgezondheid te beschermen. Dat doet minister Harbers nu.
In de meeste provincies geldt al enkele jaren een verbod op varend ontgassen, maar deze verboden zijn in de praktijk een dode letter. Provincies hebben geen bootjes en personeel om hun eigen verboden te handhaven. Er is ook een landelijk verbod op het ontgassen van enkele stoffen in dichtbevolkt gebied, maar ook dat verbod is moeilijk te controleren. Het verbod dat volgend jaar ingaat is beter te handhaven, omdat het in het hele land geldt. De minister schrijft dat de Inspectie Leefomgeving en Transport vanaf juli 2024 actief zal gaan handhaven.
Koninklijke Binnenvaart Nederland, de branchevereniging voor de binnenvaart, vroeg om het ontgassen van alle stoffen in één keer te verbieden, om zo de gezondheid van scheepspersoneel, oeverbewoners en het milieu te beschermen. Schippers willen eigenlijk niet ontgassen, maar ze worden gedwongen door hun opdrachtgevers. Die willen een schone tank als het schip aan wal komt, maar weigeren te betalen voor de reiniging aan een ontgassingsinstallatie. Met het huidige verbod krijgen olie- en grondstofbedrijven de plicht om te betalen voor het veilig verwijderen van de stoffen.