De potige Fries in zijn T-shirt met camouflageprint en tatoeages op zijn armen gaat schuil achter een stapel ordners. Hierin heeft Sietse Quarree de correspondentie verzameld die hij de afgelopen vier jaar met de vele zorgverleners van het ministerie van defensie heeft gevoerd over zijn post-traumatische stressstoornis (PTSS).

Quarree (55) ging twee keer op missie, in 2011 naar Afghanistan en in 2015 naar Mali. “In Afghanistan heb ik waarschijnlijk al PTSS opgelopen. Ik was gestationeerd op de luchtmachtbasis in Kandahar, waar ik vooral moest patrouilleren. Het was heftig daar. In de vier maanden dat ik er zat waren er rond de zestig raketaanvallen. Eentje plofte op 150 meter van mij neer.”

“Pas na mijn uitzending naar Mali in 2015 merkte ik dat het mis was”, zegt Quarree, die korporaal der eerste klasse-reservist was bij de luchtmacht en van beroep activiteitenbegeleider. “Ik kon de draad niet meer oppakken en raakte de weg compleet kwijt. Ik kreeg dissociaties, hoorde soms raketten op me afkomen en dook dan weg onder het bed. Mijn vrouw zei: ‘Wat doe jij nou?’”

Haastklus liep mis
Ook beroepsmilitair Mark Huijbregts (40), eerste luitenant bij de landmacht, maakte een traumatische gebeurtenis mee. Eind 2015 tijdens een uitzending naar Noord-Irak werd hij met enkele maten opgepakt door Koerdische strijders, toen ze voor een haastklus even buiten de basis waren. Ze werden onder schot gehouden, weggevoerd en meer dan zes uur gevangengezet. Uiteindelijk liep het goed af, maar de bedreigende gijzelingssituatie veranderde zijn leven ingrijpend.

De ervaring bleek zo traumatisch dat die hem PTSS opleverde, al realiseerde Huijbregts zich dat later pas. “Ik kreeg nachtmerries, ging steeds meer drinken om mezelf te verdoven en heb meer dan een jaar lopen aanklooien. Ik wist niet wat er aan de hand was. Na de missie was er geen leidinggevende die vroeg hoe het met me ging, ook al wisten ze allemaal wat er was gebeurd. Ik voelde me heel erg alleen staan”, vertelt hij. “De arts van Defensie dacht eerst dat ik een burn-out had. Ik ben twee jaar bezig geweest voordat ik de diagnose PTSS kreeg.”

Huijbregts en Quarree maken deel uit van een aanzienlijke groep veteranen die gezondheidsklachten heeft overgehouden aan hun missie. Het ministerie van defensie heeft voor hen een bijzondere zorgplicht die verankerd ligt in de Veteranenwet. Het heeft een uitgebreid zorgnetwerk ingericht, maar met name bij PTSS’ers kan de erkenning voor hun medische toestand en de behandeling vele jaren duren. Als zij eenmaal uitbehandeld zijn en hun zogeheten medische eindtoestand is vastgesteld door een keuringsarts, kan de afhandeling van verzoeken om schadevergoeding of een invaliditeitspensioen vaak opnieuw jaren duren door bureaucratische procedures en juridische strijd.

‘Helemaal op’ na twaalf jaar strijden
De Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen, tevens Veteranenombudsman, begon onlangs een eigen onderzoek naar de lange duur van de behandeling van letselschadeclaims door Defensie. De afgelopen vijf jaar kreeg de ombudsman veel klachten van veteranen over de ellenlange procedures, en na de bekendmaking van het onderzoek meldden zich er nog eens twintig. De veteranen vertelden hem dat ‘van enige zorg of hulp geen sprake is’, maakten melding van ‘tegenwerking door Defensie’ of zeiden ‘na twaalf jaar strijden helemaal op’ te zijn.

“We kregen tegenstrijdige verhalen”, zegt Van Zutphen. “De veteranen zeggen: het duurt veel te lang en Defensie begrijpt ons niet. Defensie zegt soms de indruk te hebben dat de veteranen het onderste uit de kan willen. Bij zo’n opmerking denk ik dan al snel: Dat is ook terecht, want die mensen is iets ernstigs overkomen in dienst van het vaderland, dus die mogen ook het onderste uit de kan.”

Ongeveer 10 procent van de circa 110.000 Nederlandse veteranen geeft aan dat zij psychische klachten hebben gekregen door hun missie, blijkt uit onderzoek van het ministerie van defensie. Zo’n 5 procent heeft PTSS-klachten die deels goed behandelbaar zijn, en ongeveer 1 à 2 procent houdt blijvende klachten. Bij Defensie zijn de afgelopen zes jaar bijna 600 schadeclaims ingediend, waarvan een kleine 160 zijn afgehandeld en er nog 430 in behandeling zijn.

‘Te weinig keuringsartsen’
In een reactie stelt Defensie maar een handjevol klachten van veteranen te hebben gekregen over de trage afhandeling van schadeclaims. “Het beeld is dat Defensie mensen in de kou laat staan, maar dat is niet zo”, aldus een woordvoerder. “Vertragingen komen onder andere vaak doordat keuringsartsen schaars zijn, maar vorig jaar zijn er nieuwe keuringsartsen bijgekomen. Als er vertraging zit bij de afhandeling van de schadeclaims of de keuringen dan moeten we dat oplossen. We zijn dan ook benieuwd naar de aanbevelingen van de ombudsman.”

Voor zijn onderzoek stuurde de ombudsman twee weken geleden een brief met een waslijst aan vragen aan minister van defensie Ank Bijleveld, waar hij voor 18 mei antwoord op wil. Na de zomer volgt dan een ronde tafelgesprek met alle betrokken partijen over oplossingen. Kort daarop komt de ombudsman met zijn eindrapport en aanbevelingen.

Advocaat Ferre van de Nadort heeft jarenlange ervaring met letselschadeclaims bij Defensie. Hij staat ruim honderd veteranen met PTSS bij in hun juridische strijd tegen het ministerie, onder wie Huijbregts en Quarree.

“Defensie heeft een heel ingewikkeld bureaucratisch systeem opgetuigd, waarin alles op papier goed geregeld lijkt maar waar in de praktijk veel hindernissen zijn voor deze veteranen”, aldus Van de Nadort. “Het kan jaren duren voordat ze de juiste behandeling krijgen. Alleen het vaststellen van het soort dienstverband en de medische eindtoestand kan al jaren in beslag nemen. Over een medische keuring mag Defensie 180 dagen doen, maar in de praktijk kan dat wel een jaar worden. En dan krijg je een verslag van twintig pagina’s vol met fouten.”

Tijd rekken
Veteranen als Quarree en Huijbregts zeggen dat hun PTSS-klachten zijn verergerd doordat de medische afhandeling van hun zaak al jaren duurt, iets wat ze ook van andere veteranen horen. Veel veteranen met PTSS denken dat het ministerie tijd rekt in de hoop dat hun gezondheid in de loop der jaren door behandelingen verbetert, zodat er minder schadevergoeding of pensioen hoeft te worden uitgekeerd. Maar volgens advocaat Van de Nadort gaat het juist vaak slechter met hen vanwege de lange, stroperige procedures.

“Deze jongens zijn uiterst kwetsbaar. Mensen met PTSS hebben geen zelfredzaamheid meer”, zegt Van de Nadort. “Het gaat om rechtszekerheid. Deze zaken moeten sneller afgekaart worden, anders wordt het onmenselijk. Dan blijven deze veteranen veel te lang in onzekerheid over hun toekomst en dat sloopt hen. De manier waarop Defensie nu met hen omgaat vind ik stuitend. Er gaan echt levens naar de knoppen.”

“Ik heb alle behandelingen gehad, maar ik ben er slechter aan toe dan daarvoor”, zegt Huijbregts. “Je zit volle bak met stress door de onzekerheid, omdat het allemaal zo lang duurt en ik een gezin heb te onderhouden.” Hij zit thuis vaak boven in z’n eentje op een kamer, omdat hij beneden bij zijn vrouw en kinderen te veel prikkels krijgt. “Mijn huwelijk is een paar keer bijna geëindigd in een scheiding. Mijn vrouw is ook al eens een paar maanden met de kinderen het huis uit gegaan. Bij haar was er meer begrip geweest als het bij Defensie sneller was gegaan.”

Huijbregts is arbeidsongeschikt verklaard, maar zijn medische eindtoestand is nog niet vastgesteld. Hij belt regelmatig met Defensie over de voortgang, maar krijgt meestal nul op het rekest. “Je moet zelf overal achteraan. Als je dan belt waarom het zo bizar lang duurt, hoor je vaak: Jouw zaak ligt op de stapel, je moet geduld hebben.”

Hij heeft inmiddels een aanvraag ingediend voor een hulphond. “Die voelt aan wanneer bij mij de spanning oploopt en haalt me hopelijk uit deze nachtmerrie. Ik wil alleen maar rust, mijn leven weer oppakken en er zijn voor mijn gezin.”

Ruzie om niks
Bij Sietse Quarree is de medische eindtoestand inmiddels wel vastgesteld, zodat hij nu een claim kan indienen. Door zijn PTSS kreeg hij last van woedeaanvallen en zocht regelmatig ruzie buiten de deur, vaak om niets. “Ik had een verrekt kort lontje”, zegt hij met een schuldbewuste blik richting zijn vrouw Ellen.

Het hele gezin is erdoor ontwricht, vertelt zij. “Sietse is net een kookwekker. Het ene moment is hij in een goede bui, maar dat kan door de kleinste dingen omslaan en dan wil je niet weten wat hij me allemaal toewenst. Het is moeilijk leven met hem. Hij heeft totaal geen zelfreflectie meer.” Quarree knikt: “Het is heftig voor iedereen om me heen. Ik heb nu medicatie, daarmee kan ik me wat beter staande houden.”

Er wordt heel snel gegrepen naar regels, wetten en juristen, zegt Veteranenombudsman Van Zutphen. Hij denkt dat Defensie de veteranen met PTSS met meer vertrouwen en minder wantrouwen tegemoet zou moeten treden.

“Mijn pleidooi straks aan de ronde tafel zal zeker ook zijn: we moeten hele goede procedures hebben als we gaan juridiseren. Op het departement zou de mentaliteit moeten zijn dat men deze veteranen ruimhartig, vlot en met begrip ondersteunt. Eerst samen de oplossing creëren en als dat echt niet lukt dan hebben we wetboeken, rechters en juristen, maar laten we het alsjeblieft niet zover laten komen.”

(Bron: Trouw)