Het succesvol functioneren van onze beroepsgroep is van vele schakels afhankelijk. En u weet, de kracht van de ketting is zo sterk als de zwakste schakel. En een van die schakels staat wat mij betreft op ‘alarmfase rood’. U snapt het, de medisch adviesbureaus.

Door mr. Inkie Stoop

Maar allereerst: Er zijn vele medisch adviseurs in onze markt (waaronder onze eigen medisch adviseurs) die fantastisch werk verrichten. Zij denken mee hoe ze het letselschadetraject kunnen versnellen, zij kennen de GBL en de Medische Paragraaf als hun broekzak en proberen overleg te zoeken met alle partijen als dat het letselschadetraject en het slachtoffer verder helpt.

In de afgelopen twintig jaar is er veel verbeterd in de ‘letselschadetraject ketting’. De meeste spelers in onze markt zijn met deze ontwikkelingen meegegaan. Helaas geldt dat niet voor enkele medisch adviesbureaus die al sinds jaar en dag bestaan. Hoe komt het toch dat zij nauwelijks met de ontwikkelingen van de huidige markt meegaan? En belangrijker nog: wordt het – ook in hun eigen belang- niet de hoogste tijd dat hierin verandering komt?

Hoewel ik de gevoeligheden snap, heb ik het besluit genomen om deze zwakke schakel uit te lichten en hopelijk een discussie te starten hoe we dit gezamenlijk kunnen verbeteren. Ik put hierbij uit onze eigen vele ervaringen van de afgelopen jaren.

Een voorbeeld
Ruim drie jaar geleden is een cliënt met een leidinggevende functie van een stellage afgevallen. Hij liep hierbij ernstig orthopedisch letsel op. Tot op de dag van vandaag is hij volledig arbeidsongeschikt en zoals het er nu naar uit ziet kan hij nooit meer werken.

Omdat de wachttijden bij expertise-artsen lang zijn, heeft Wijs letselschade met onze medisch adviseurs afgesproken om het overleg over de keuze van de specialist en de vraagstelling ruim voor de 2-jaarstermijn met de medisch adviseur van de verzekeraar te laten plaatsvinden. Op deze manier kan, zodra de medische stabiele situatie is ingetreden, direct de expertise worden aangevraagd en wordt veel overlegtijd naar voren getrokken. Tijd die voor onze cliënt ontzettend belangrijk is. Naast de schadevergoeding is vooral de afsluiting van het proces belangrijker dan ooit.

Zo ook in bovenstaande zaak. Op 17 oktober 2019 sturen wij een concept-expertiseaanvraag naar de medisch adviseur van de verzekeraar. Het ongeval dateert van december 2017.

Op 20 januari 2020 wordt een advies van de medisch adviseur van de verzekeraar ontvangen. Het advies start met: “Kennelijk is betrokkene bij werkzaamheden ten val gekomen” en uit het advies blijkt dat de medisch adviseur om meerdere redenen niet akkoord gaan met het in gang zetten van een expertise. Om het expertisetraject te versnellen vragen we op aan onze medisch adviseur om een belafspraak in te plannen met de medisch adviseur van de verzekeraar. Op 10 april 2020 wordt onze medisch adviseur teruggebeld. Er wordt afgesproken dat de laatste beloopinformatie nog wordt toegestuurd en dat de medisch adviseur dan groen licht zal geven om de medische expertise op te starten. De specialist en de vraagstelling zijn akkoord. Deze informatie die al werd toegestuurd was blijkbaar nog niet bij de medisch adviseur van de verzekeraar terecht gekomen. Op 25 mei 2020 wordt aan de verzekeraar een bericht gestuurd dat we ervan uit gaan dat de orthopedische expertise nu echt kan worden opgestart.

Er komt geen reactie en na diverse rappels en inmiddels geïrriteerde berichten komt op 26 augustus 2020 dan uiteindelijk een advies van de medisch adviseur. Ook dan nog steeds geen witte rook.

Zucht.

Tijd voor verandering
Helaas geen incident maar een voorbeeld van vele zaken waarin het helaas niet veel anders gaat. Maanden wachten op adviezen, adviezen die bestaan uit informatie die nog moet worden toegestuurd terwijl die informatie óf al lang is toegestuurd óf niets toevoegt voor een expertise-arts. Extreme nadruk in adviezen op niet relevante dan wel niet bestaande ongevalsvreemde zaken. Disrespectvolle bejegeningen van de medisch adviseurs van verzekeraars jegens “collega” medisch adviseurs of andere partijen zoals arbeidsdeskundigen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Dit heeft mij doen afvragen wanneer medisch adviseurs eigenlijk cursussen en opleidingen volgen waarin bijvoorbeeld wordt uitgelegd wat voor impact dit heeft op “onze” slachtoffers. Waarin wordt stilgestaan bij de inhoud van de GBL en de Medische paragraaf. Waarom die is opgesteld en wat het grotere plaatje is van een letselschadetraject. Het slachtoffer centraal? Bij sommige bureaus lijkt het soms meer op “de medisch adviseur centraal”.

U snapt, onze beroepsgroep is afhankelijk van het goed functioneren van alle schakels. Hoe kunnen we het voor elkaar krijgen dat alle medisch adviseurs gaan meedoen? Denk aan herstelgerichte letselschaderegeling, snelheid in het letselschadetraject, samenwerken en respectvol om gaan met het slachtoffer?

Wij van Wijs letselschade hebben wel wat ideeën. U?

(Bron: Wijs Letselschade)