Buitengerechtelijke kosten (hierna: BGK) vormen in letselschadezaken vaak een discussiepunt. In deze zaak was de benadeelde – die begin 2018 een ongeval was overkomen – drie keer van belangenbehartiger gewisseld. De laatste, derde belangenbehartiger (hierna: de belangenbehartiger), heeft de zaak vanaf augustus 2022 overgenomen. In april 2024 is de zaak geëindigd, waarbij benadeelde een schadevergoeding van in totaal € 20.000,- heeft ontvangen (excl. BGK). De belangenbehartiger meent dat haar facturen nog niet volledig vergoed zijn, maar de aansprakelijke partij wil dat bedrag niet vergoeden. Daarover schrijft advocaat Lotte Warendorf van Kennedy van der Laan.

mr. Lotte Warendorf

Door mr. Lotte Warendorf

De belangenbehartiger meent dat van haar facturen nog een bedrag van € 5.157,57 niet vergoed is. De aansprakelijke partij wil dat bedrag niet vergoeden, nu zij meent dat de urendeclaraties de dubbele redelijkheidstoets niet zouden kunnen doorstaan. De kantonrechter is het daar slechts gedeeltelijk mee eens en wijst een bedrag van € 2.707,57 toe. Eén van de redenen voor de matiging is de overname van het dossier.

Overname dossier
De kantonrechter acht het niet redelijk om de 7,5 uur die met de overname verband houden (intakegesprekken, uitgebreide opdrachtbevestiging en bestudering van het dossier), volledig bij de aansprakelijke partij in rekening te brengen. Zij herhaalt in dat kader een overweging van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 april 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3335 waarin sprake was van maar liefst vijf opvolgende belangenbehartigers: “Als er, zoals hier, vaak van advocaat wordt gewisseld, kan niet van de verzekeraar worden verlangd dat deze altijd maar zal voortgaan met vergoeden van het inlezen en het zich eigen maken van een dossier. Hoe vaker van advocaat wordt gewisseld, hoe kritischer daar naar mag worden gekeken.”

Volgens de kantonrechter had de belangenbehartiger dan ook deugdelijk moeten onderbouwen waarom de benadeelde niet onnodig meermaals van belangenbehartiger is gewisseld. Ook had zij moeten toelichten waarom het redelijk was de overname werkzaamheden in rekening te brengen, te meer nu de voorgaande belangenbehartigers dezelfde werkzaamheden hadden verricht en deze van de aansprakelijke partij vergoed hadden gekregen. Dat had de belangenbehartiger niet gedaan.

Proceskostenveroordeling
De kantonrechter sluit af met een interessant oordeel over de proceskosten. Hoewel de vordering van de belangenbehartiger slechts voor een deel wordt toegewezen veroordeelt de kantonrechter de aansprakelijke partij volledig in de proceskosten. Dit omdat de aansprakelijke partij voorafgaand aan de procedure niet of nauwelijks inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de buitengerechtelijke kosten, zodat de belangenbehartiger wel genoodzaakt was de procedure te starten.

Dit oordeel onderstreept het belang voor de aansprakelijke verzekeraar om reeds tijdens de letselschaderegeling de bezwaren tegen de BGK duidelijk te maken – en niet pas als de belangenbehartiger een procedure is gestart.

Om de uitspraak te lezen klik hier.

(Bron: Kennedy van der Laan)