Close-up…

Sinds 1 juni 2018 is mr. drs. Remco Heeremans directeur van De Letselschade Raad en kan hij op de fiets naar z’n werk, nadat hij jarenlang bijna dagelijks in de file had gestaan: “Ik woon dit jaar precies 20 jaar in Den Haag. Ik ben geen geboren hagenees, maar voel me er wel erg thuis. Vanuit de wijk waar ik woon, Benoordenhout, fiets ik langs de Rode Olifant, het oude Esso-gebouw en het oude kantoor van De Brauw en dan door het bos naar de Bezuidenhoutseweg en het SER-gebouw. Daar bemant De Letselschade Raad een etage.”

Door Martijn van Driel

Heeremans volgde Deborah Lauria op, die begin 2018 vertrok om directeur te worden van de Stichting Cliëntbelangen Amsterdam. Heeremans werd meteen op zijn eerste dag in zijn nieuwe functie al geconfronteerd met de grilligheid die de letselschadebranche kenmerkt: “ik was letterlijk twee uur binnen en zag een brief van de ASP op m’n bureau liggen, waarin werd gesteld dat ASP-advocaten niet ingeschreven mogen zijn in het GBL-Register. Dat was natuurlijk niet zoals ik had willen starten. Hun standpunt vind ik inhoudelijk onjuist en strategisch onverstandig maar sindsdien heb ik met het ASP-bestuur goede gesprekken gehad en die gesprekken zijn nog altijd gaande.”

“Het is mijn taak om de belangen van alle partijen te begrijpen en een klimaat te scheppen dat partijen ondanks hun verschillen toch gaan samenwerken”

Wie is Remco Heeremans?
“Ik ben geboren in Haarlem en heb in mijn jeugd op verschillende plekken gewoond. Leidschendam, Vianen, Eindhoven, nog eventjes in het buitenland, en toen terug in Noord-Holland, in Heemstede. Dat verhuizen had met het werk van mijn vader te maken, want zo ging dat toen. Als je vader voor zijn werk naar een ander deel van het land moest, dan verhuisde het hele gezin mee. Hij was actuaris en heeft voor verschillende organisaties gewerkt als pensioendeskundige. Ondanks de vele wisselingen van locatie kan ik trouwens terugkijken op een gelukkige jeugd. Maar dat verhuizen met het gezin is nu precies wat wij niet wilden. Ik ben getrouwd en we hebben twee jongens van 9 en 7. We hebben ervoor gekozen ons in het Haagse te vestigen, de mooie stad achter de duinen! Mijn vrouw komt oorspronkelijk uit Noord-Holland en woonde lang in Amsterdam. Ze is nu huisarts hier in Den Haag. En ook de kinderen hebben hun leven hier. We zijn Hagenaars geworden en dat willen we voorlopig zo houden! Mijn vorige werk was in Utrecht en dan ben je alleen al vanwege het reizen vaak laat thuis. Dat legt een behoorlijke wissel op je privéleven. Nu gaat dat veel beter, dus daar zijn wij allemaal blij mee.”

Waarom Is De Letselschade Raad gevestigd in het SER-gebouw en bijvoorbeeld niet bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid?
“Dit is de ideale plek voor huisvesting van De Letselschade Raad! De Sociaal Economische Raad is hét overlegorgaan, hét poldermodel van Nederland, waar werkgevers, werknemers en de overheid met elkaar praten over belangrijke zaken. En tot oplossingen en compromissen komen. Dat gebeurt bij De Letselschade Raad ook. De Raad vervult in de branche een centrale rol, als de plek waar partijen bij elkaar komen om afspraken te maken over verbeteringen van het schaderegelingsproces. De Letselschade Raad is het polderoverleg van de letselschadebranche. Het werkt hier natuurlijk anders als bij de SER. Het gaat niet om twee kampen, maar om een hele waaier aan partijen. Verzekeraars, letselschade-experts, advocaten, arbeidsdeskundigen, medisch adviseurs, allemaal verschillende partijen, die allemaal hun eigen rol spelen en hun eigen belangen hebben.

“Het vertrouwen dat de overheid en de maatschappij in de branche stelt, moeten we met elkaar wél waarmaken.”

En wat is uw taak als directeur van De Letselschade Raad?
“Toen ik begon nam ik me voor om alle mensen die betrokken zijn bij De Letselschade Raad te leren kennen door hen te bezoeken en te kijken hoe ze hun werk doen en wat ze bezighoudt. Ik ga met alle partijen een kop koffie drinken. ik ben de diplomaat, de polderaar zou je kunnen zeggen, die de kudde bijeen houdt. Ik moet weten wat er speelt in de branche, hoe de mensen denken en welke rol De Letselschade Raad volgens hun moet spelen. Het is mijn taak om de belangen van alle partijen te begrijpen en een klimaat te scheppen dat partijen ondanks hun verschillen toch gaan samenwerken. Die rol is mij niet vreemd. In mijn eerste baan zat ik namens de overheid als secretaris bij het polderoverleg tussen werkgevers en werknemers. En daarbij kan het er rumoerig aan toegaan. Ik kan je vertellen, dat was een heel boeiende en leerzame baan. En die ervaringen zijn heel nuttig om ook hier weer te gebruiken: hoe werkt deze polder? Hoe gaan hier de partijen met elkaar om? En wat moet er gebeuren om de neuzen dezelfde kant op te krijgen?”

De neuzen dezelfde kant op krijgen is niet gemakkelijk. Hoe gaat u dat aanpakken?
“Ik ben jarenlang lobbyist geweest voor een heleboel verschillende sectoren en allerlei verschillende belangen en ben later les gaan geven aan de Universiteit Leiden om beginnende lobbyisten op te leiden. Het eerste wat ik ze voorhoud is: géén trucjes gebruiken! Ik geloof in openheid en eerlijkheid over je standpunten, je belangen en je strategie. Over wat je wilt bereiken, zowel als persoon als namens je organisatie. Dan moet je niet denken dat je slim bent en dat je even iets kunt bereiken voor de korte termijn. Zo’n hit-and-run-actie kun je misschien doen als je elkaar maar één keer tegenkomt, maar als je in een setting zit waarin je elkaar iedere maand opnieuw tegenkomt, dan krijg je dat de volgende keer twee keer zo hard terug. Trucjes werken gewoon niet. Het is niet integer en het is niet rationeel. Dus wees eerlijk en duidelijk over wat je wilt bereiken en wees duidelijk over wat je wilt.”

Welke rol heeft De Letselschade Raad in de maatschappij?
“We doen aan zelfregulering, maar dat vertrouwen moeten we wel waarmaken. De overheid geeft de branche ruimte om zelf tot afspraken te komen, maar doen we dat niet goed dan wordt er vroeg of laat ingegrepen. Dat vertrouwen moeten we waarmaken met elkaar. Het gaat dan om vertrouwen ten opzichte van elkaar, vertrouwen tussen de branche en de politiek en vertrouwen tussen politiek en maatschappij. Dat is de basis waarop wij moeten functioneren.”

“In iedere branche is het vertrouwen soms hoog en soms laag. Maar doe een stap terug en dan zie je wat er in de afgelopen jaren allemaal is bereikt.”

Er komt geen subsidie meer vanuit de overheid. Is De Letselschade Raad financieel stabiel?
“We hebben momenteel financiële stabiliteit, maar dat blijft een punt van aandacht. Wij bestaan zolang de partijen in de markt vinden dat wij moeten bestaan. Als de branche en de overheid vinden dat we zelfregulering aankunnen, dan moet er ook een neutrale club zijn die dat vormgeeft en stuurt. En dan moet je investeren om dat mogelijk te maken. Eérst de strategie, dan de organisatie en dan de personen. De Letselschade Raad is geen doel op zich, het gaat erom hoe we deze branche met elkaar willen vormgeven. De overheid heeft zich teruggetrokken en vindt dat de sector zichzelf moet kunnen organiseren en reguleren. Dan moet je een orgaan hebben waarmee je dat kan vormgeven. De beginfase werd nog gefinancierd door de overheid, nu wordt de Raad gefinancierd door de sector zelf. Dat is ook goed. Maar ik vind wel dat de overheid zich wat te ver heeft teruggetrokken. Want er wordt van de sector best een hoop wordt verwacht, terwijl er vanuit de overheid financieel niets wordt bijgedragen. Dat vind ik wat al te zuinigjes. Het is voor de maatschappij wat waard dat wij dit met elkaar organiseren. Dus ik ga zeker nog bij het ministerie langs om het daar over te hebben, want een bijdrage in de kosten is naar mijn mening gerechtvaardigd. Bovendien, het ministerie zit als toehoorder nog steeds in het platformoverleg, maar is de enige partij die geen financiële bijdrage (meer) levert. Dat heeft mij ook bevreemd.”

Heeft u vertrouwen in de letselschadebranche?
“Dat heb ik zeker. Natuurlijk verloopt de mate van samenwerking in een sector vaak volgens een sinus beweging. Soms is het vertrouwen hoog en soms is die laag. In de letselschadebranche lijkt het vertrouwen momenteel aan de lage kant. Maar wat ik op de Raadsdag heb gezegd is: ‘doe eens een stap terug. Kijk wat we in de afgelopen jaren met elkaar allemaal hebben bereikt! Daar mogen we trots op zijn.’ Wat me wel heeft bevreemd is dat wij door de één worden gezien als een slachtoffersclub en door de ander als een verzekeraarsclub. Hoe kan dat nou beide waar zijn? Kijk naar onze statuten en reglementen, niets wijst op één van beide richtingen! We zijn een volstrekt neutrale en onafhankelijke stichting, bedoeld om voor alle partijen een platform te bieden om samen verder te komen. Het wordt tijd dat alle partijen dat ook zien en erkennen. Daar ga ik me sterk voor maken. En ik het er begrip voor dat de advocatuur zich niet wil binden aan afspraken die de rechten van hun cliënten beperken. Dat hoeft ook helemaal niet. We kunnen een onderscheid maken in dossierniveau en brancheniveau. Op dossierniveau zijn advocaten natuurlijk vrij om de belangen van hun cliënten zo goed mogelijk te behartigen. En op brancheniveau hebben we de verenigingen van advocaten hard nodig om met elkaar over processuele verbeterpunten te praten en compromissen te sluiten. Het is belangrijk de dialoog te houden met elkaar, zodat je op brancheniveau kunt evalueren en verbeteren. Daar lever ik namens De Letselschade Raad graag mijn bijdrage aan.”