Het NIS, de VJPP en de LSA bundelen voor het eerst hun krachten en organiseren op donderdag 23 juni in het Spoorwegmuseum te Utrecht een gezamenlijke bijeenkomst. Het evenement was binnen 24 uur volgetekend en wij gaan dan ook uit van een succes. Wij benaderden bestuursleden van deze drie verenigingen in de aanloop naar de bijeenkomst over het idee achter deze bijeenkomst.

Door Ivonne van Delft en Brenda Oonk

mr. Guido van de Corput

Waar staan jullie verenigingen voor? 
De Vereniging Jonge Professionals Personenschade (VJPP), zo vertelt bestuurslid Guido van der Corput, richt zich op professionals tot 40 jaar, die werkzaam zijn binnen de wereld van personenschade in de brede zin van het woord. De VJPP heeft tot doel de jonge professionals met elkaar in contact te brengen. Guido zet zich daar als sinds 2019 als bestuurslid voor in.

Inkie Stoop, voorzitter van het NIS, geeft aan dat de vereniging streeft naar verbinden, samen leren en zoeken naar verdieping en contact. Het mooie aan het NIS is dat het een vereniging is waar de leden maandelijks informeel bij elkaar komen. Verzekeraars, WA-experts en belangenbehartigers ontmoeten elkaar bij de diverse gastheren: Van Univé tot Achmea Rechtsbijstand, van Trivium tot Expertisepunt. Heel bijzonder is het dat deze organisaties steeds hun deuren voor het NIS openen.

Vanuit LSA was bestuurslid Gerben Janson ons aanspreekpunt bij de organisatie van de bijeenkomst en vertegenwoordiger bij dit interview. Bij de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA) zijn uitsluitend advocaten aangesloten die de Grotius Specialisatieopleiding Personenschade hebben gevolgd. De leden zijn zowel werkzaam aan de slachtofferkant en de WA-kant.

mr. Inkie Stoop

Waarom deze gezamenlijke bijeenkomst?
Inkie verwoordt dat als volgt: “Wij als NIS hebben samen met de andere verenigingen de verantwoordelijkheid om verregaand samen te werken. We hebben allemaal hetzelfde belang en dezelfde drive: zorgen dat ieder letselschadeslachtoffer een professionele en positieve begeleiding krijgt. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook is waar de leden die aan deze organisaties verbonden zijn ’s ochtends hun bed voor uitkomen. Want krijgen we niet de meeste voldoening van een tevreden slachtoffer dat weer verder kan na een ongeluk? Wat ons als verenigingen bindt, is dat gemeenschappelijk doel. Laten we dan ook proberen met elkaar op te trekken om de kantoren die geen goede kwaliteit leveren en niet nadrukkelijk het belang van de cliënt voorop hebben staan uit de branche te weren. Hoe mooi zou het zijn als straks ieder persoon die betrokken raakt bij een naar ongeval de weg naar het NKL weet te vinden. Eén bekende instantie waar alle kantoren met leden van het NIS, LSA, NIVRE en VJPP vertegenwoordigd zijn en het slachtoffer goed en integer wordt geholpen. Met deze gemeenschappelijk bijeenkomst kunnen we elkaar nog beter leren kennen en zo elkaars drijfveren te delen en samen verder te gaan. Het NIS bestaat al meer dan 40 jaar, jong en oud is lid. We delen ons ongedwongen enthousiasme graag met anderen.”

mr. Gerben Janson

Guido vult aan: “De focus voor een gezamenlijke bijeenkomst ligt met name in het uitstralen van verbondenheid en het bundelen van krachten. Jong kan leren van oud, maar oud kan ook leren van jong. Vaak is er namelijk een jonge geest nodig om een vastgeroeste gewoonte te veranderen. Daarnaast is het uitbreiden van het netwerk ook belangrijk. We willen dan ook (een gedeelte van) onze leden kennis laten maken met twee verenigingen waar ze tijdens en na de VJPP lid van kunnen worden. Voor de overige leden (en dat is een groot gedeelte) is het juist goed om ook de ’oude rotten’ in het vak te leren kennen. Dat zijn toch mensen die je inschakelt óf die jou mogelijk inschakelen. Los van dit alles is het natuurlijk gewoon leuk, leerzaam en gezellig om een wat groter evenement bij te wonen.”

Bij de leerzaamheid van een gezamenlijke bijeenkomst sluit Gerben Janson van de LSA zich aan. “Het is een mooie locatie, er zijn interessante sprekers en het is een mooie gelegenheid om veel diverse mensen uit de letselschadebranche te leren kennen.”