Het NIVRE en het NIS werken samen bij het organiseren van intervisiebijeenkomsten voor aangesloten letselschadeprofessionals. Het initiatief wordt tijdens een bijeenkomst op 11 april 2024 gepresenteerd tijdens een kick-offbijeenkomst, waarna er tien regionale intervisiegroepen van start gaan. Over dit gezamenlijke initiatief vertellen NIS-voorzitter Inkie Stoop en voorzitter van het Branchebestuur Personenschade van het NIVRE Maarten van der Linden.
Door Martijn van Driel
De kracht van intervisie
Waarom is intervisie waardevol? Inkie legt het uit: “Letselschadeprofessionals hebben een mooi maar ook complex en stressvol vak. Je wordt regelmatig op persoonlijk niveau geraakt door dingen die voorbij komen. Een intervisiebijeenkomst is bij uitstek een moment waarop die gebeurtenissen op tafel kunnen komen en je je kunt afvragen ‘waar komt dit vandaan?’ en ‘hoe kan ik daar het beste mee om gaan?’. In een kleine groep kun je je makkelijker kwetsbaar opstellen. Het helpt als anderen je ervaringen herkennen en je bruikbare feedback kunnen geven vanuit hun eigen ervaringen.”
Ook Maarten gelooft in de kracht van intervisie. “Intervisie past echt bij ons vak, waar grote emotionele en financiële belangen spelen. Er staat vaak veel spanning op en de professionals zijn emotioneel betrokken bij de zaken. Sommige dingen gaan onder je huid zitten. Deze dingen mogen bij intervisie op tafel komen en dat lucht niet alleen enorm op, maar je helpt er ook jezelf en de ander mee.”
Inkie: “De basis van het succes van intervisie is vertrouwen. Alles wat wordt besproken is vertrouwelijk. Daarnaast praat iedereen vanuit de eigen ervaring, zonder tegen de ander te zeggen: ‘je moet het zo doen’. Dit wordt door een intervisiebegeleider bewaakt.” Maarten vult aan: “Ook mooi is dat in de intervisiegroepen WA-mensen en belangenbehartigers worden samengebracht. Zo kunnen zij nog meer begrip en inzicht krijgen in elkaars positie en rol en de dilemma’s die de ander kan tegenkomen. Dat zal de schaderegeling ten goede komen, daar ben ik van overtuigd.”
Samenwerking NIS en NIVRE
“Het organiseren van intervisiebijeenkomsten staat bij het NIS-bestuur al heel lang op het wensenlijstje,” zegt Inkie. “Intervisie is iets heel anders dan elkaar ontmoeten bij een congres of een cursus. Je gaat met een select groepje vakgenoten de diepte in. Maar om dit goed uit te werken en neer te zetten, is een behoorlijk tijdrovend en kostbaar karwei. We waren daarom blij dat het NIVRE hierin samen met ons wilde gaan optrekken.”
Het NIVRE had een aantal jaren geleden al een intervisiemodel ontwikkeld en getest, maar dat project strandde begin 2020 toen vanwege de coronamaatregelen alle ontmoetingen moesten worden geschrapt. Maarten: “Ons plan was in een la verdwenen, maar toen we hoorden dat het NIS graag iets wilde doen met intervisie, was dat een mooie gelegenheid om het weer tevoorschijn te halen.”
Vrijwillige deelname
Er is vorig jaar een gezamenlijke commissie in het leven geroepen om het intervisieproject verder te ontwikkelen. Dat gaat op 11 april 2024 resulteren in een kick-offbijeenkomst voor ongeveer 100 personen, die de eerste tien intervisiegroepen gaan vormen die na de zomer van start gaan. Het is de bedoeling dat deze groepjes drie á vier keer per jaar bijeen gaan komen.
Maarten: “Zowel de leden van het NIVRE als het NIS kunnen op vrijwillige basis aan de intervisie deelnemen. Voor deelname ontvangen zij NIVRE PE-punten.” Inkie verwacht dat mensen die eenmaal over de drempel zijn gekomen, overtuigd zullen zijn van de meerwaarde van intervisie. “Het levert je zoveel op, dat gun je iedereen. Natuurlijk geldt aan het begin nog het credo ‘onbekend maakt onbemind’. Maar als je een paar keer bent geweest, ga je er fluitend naar toe.”
In februari zal er in Schade Magazine een uitgebreid interview met Inkie Stoop en Maarten van der Linden verschijnen over het gezamenlijke intervisieproject van het NIS en het NIVRE.
—