De Verenigde Naties hebben opheldering gevraagd aan de Nederlandse overheid in de PFAS-zaak rondom Chemours in Dordrecht. Afvalwater wordt vanuit die fabriek naar een Chemours-vestiging in de Amerikaanse staat North Carolina verscheept, waar het de gezondheid van de bevolking zou schaden.

VN-rapporteur Marcos Orellana heeft de Nederlandse overheid om opheldering gevraagd over het transport van afvalwater van Chemours. Het water wordt getransporteerd naar de Chemours-locatie in Amerikaanse Fayetteville, North Carolina. De omgeving van deze vestiging is de afgelopen tientallen jaren vervuild geraakt met PFAS. Het transport is recent door protest van omwonenden stilgelegd. Daarom slaat Chemours het chemische water met de herbruikbare PFAS-stof voorlopig weer in Dordrecht op.

De VN heeft ook de Amerikaanse overheid om opheldering gevraagd. De VN-rapporteur wil weten wat wordt gedaan om mens en milieu te beschermen tegen de gevaren van PFAS. Nederland heeft vorige week een reactie gestuurd, die de VN publiceerden. Daarin staat onder meer dat transport van PFAS-afval alleen wordt toegestaan als aan alle richtlijnen en veiligheidseisen wordt voldaan.

De Provinciale Staten in Zuid-Holland heeft het provinciebestuur ondervraagd over de afvalstromen van de fabriek in Dordrecht. Ze willen onder andere weten wat de risico’s zijn voor de omgeving, nu Chemours het afvalwater niet meer naar de VS kan transporteren.

De omgeving rond de fabriek in Dordrecht is de afgelopen jaren ook flink vervuild geraakt met PFAS. Dat leidde al tot diverse rechtszaken. De fabriek zegt er alles aan te doen om de lozingen van afvalwater tot een minimum te beperken.