Dertien jaar na de crash van een Air France-toestel in de Atlantische Oceaan is in Parijs de rechtszaak begonnen tegen de luchtvaartmaatschappij en vliegtuigbouwer Airbus. Bij de crash op 1 juni 2009 kwamen 228 mensen om.

Vlucht AF447 van Rio de Janeiro naar Parijs verdween ‘s nachts van de radar in een storm. De grootste wrakstukken van de Airbus A330 werden pas na twee jaar gevonden, net als de zwarte dozen. Die brachten aan het licht hoe er in de cockpit gehandeld was terwijl het vliegtuig door een storm vloog. De piloten bleken verkeerd gereageerd te hebben op het tijdelijke gebrek aan gegevens door bevroren snelheidssensoren van het vliegtuig en duwden het toestel ongewild in een vrije val.

Air France en Airbus geven elkaar de schuld van het ongeluk. Airbus houdt de piloten verantwoordelijk. Air France claimt dat de waarschuwingen van het toestel verwarrend waren voor de piloten. Als een van de bedrijven door de rechter veroordeeld wordt voor dood door schuld, hangt ze een boete van maximaal 225.000 euro boven het hoofd.

Bij aanvang van de zaak was het rumoerig. Enkele nabestaanden van de 228 slachtoffers protesteerden luidruchtig toen de directeuren van de luchtvaartmaatschappij en vliegtuigbouwer Airbus hun condoleances aanboden. Een advocaat namens de nabestaanden: “Het gaat ons om de waarheid. We willen zeker weten dat er lessen worden getrokken uit dit soort grote catastrofes. Deze zaak gaat over het herstellen van de menselijkheid.”