Het Amerikaanse spoorwegbedrijf Norfolk Southern heeft een schikking van 600 miljoen dollar (550 miljoen euro) getroffen in een collectieve schadeclaim over een zwaar treinongeval begin 2023 in Ohio. De schikking moet wel nog goedgekeurd worden door de rechtbank. Het geld is bedoeld voor personen en bedrijven die schade hebben opgelopen als gevolg van het ongeval.

Op 3 februari 2023 ontspoorde een goederentrein met meer dan 100 wagons in het stadje East Palestine, in het oosten van Ohio. Enkele tientallen wagons ontspoorden. Sommige vervoerden gevaarlijke chemische stoffen. Het ging naar verluidt om butylacrylaat, vinylchloride en smeerolie.

Een groot deel van het stadje werd een dag na de ramp ontruimd, omdat de wagons dreigden te ontploffen en de bevolking gevaar liep door mogelijk rondvliegende brokstukken. Daarop liet men de wagons gecontroleerd leeglopen en werd het vinylchloride in brand gestoken. Daarbij kwamen toxische gassen vrij, maar milieuonderzoek in de buurt kon naar verluidt geen gevaar aantonen voor de lucht- en waterkwaliteit.

Toch bleven heel wat buurtbewoners lange tijd ongerust over de mogelijke gevolgen voor hun gezondheid. Hoewel de autoriteiten zeiden dat het onmiddellijke gevaar geweken was, vreesden de omwonenden voor de gevolgen op lange termijn. Sommige Amerikaanse media speelden op die onrust in en verspreidden ongefundeerde complottheorieën over de omstandigheden van het ongeval, als zou het een bewuste aanval zijn geweest.

Naast deze schikking van 600 miljoen dollar spendeerde Norfolk Southern al meer dan 1,1 miljard dollar aan de gevolgen van het treinongeval, waaronder meer dan 100 miljoen dollar aan directe hulp aan East Palestine en zijn inwoners. Het geld werd onder meer gebruikt voor de schoonmaak van de plaats van het ongeval.