Het zerotolerancebeleid van president Trump heeft bij de zuidelijke grens niet alleen duizenden kinderen van hun ouders gescheiden, maar ook langdurig emotioneel trauma’s opgeleverd. In een nieuwe rechtszaak, die afgelopen week namens de migrantengezinnen werd aangespannen door de American Civil Liberties Union (ACLU), wordt precies beschreven hoe schrijnend de situatie zou zijn.
De aanklacht werd donderdag ingediend bij de federale rechtbank in Arizona. Het is de nieuwste poging van de ACLU om tegen het beleid van Trumps regering te strijden. In 2018 werden een paar maanden lang duizenden migrantenkinderen gedwongen van hun ouders gescheiden. De regering heeft daarna veel problemen gehad om de gezinnen weer te herenigen, omdat de instanties niet goed bijhielden welke kinderen met wie waren aangekomen.
Volgens de aanklacht moesten in sommige gevallen kinderen nog niet konden praten de vlag van hun ouders’ land aanwijzen. Zo wilden de ambtenaren een iets beter idee krijgen van wie hun ouders waren en waar zij mogelijk zouden kunnen zijn. Ook zijn er ouders naar hun thuisland gedeporteerd zonder hun kinderen.
Er wordt een schadevergoeding gevraagd voor elk getroffen gezin, hoewel de ACLU geen specifiek bedrag heeft opgegeven. In plaats daarvan hoopt de ACLU dat deze aanklacht de status van een groepsvordering krijgt, zodat de duizenden migranten, die getraumatiseerd zijn door de politie maar zelf niet de middelen hebben om actie te ondernemen, gecompenseerd kunnen worden.
Dit zijn een paar van de ergste dingen die de gezinnen hebben meegemaakt, volgens de aanklacht:
“Schoppend en schreeuwend weggerukt”
Jorge, een migrant uit Honduras, werd naar verluidt midden in de nacht van zijn slapende dochter gescheiden, zonder de mogelijkheid om afscheid te nemen. (Jorge en de andere migranten in de aanklacht worden alleen met hun voornamen of initialen genoemd, om hun privacy te beschermen).
De twee werden vastgehouden op een bureau van de U.S. Customs and Border Protection (CPB). Toen de agent zei dat Jorge zijn cel moest verlaten, dacht Jorge dat hij ondervraagd zou worden. In plaats daarvan werd hij naar een detentiefaciliteit van de U.S. Immigration and Customs Enforcement (ICE) gebracht.
Kinderen die wel zagen hoe hun ouders werden afgevoerd, waren niet beter af. Andrés, een 6-jarige uit Honduras, werd “schoppend en schreeuwend weggerukt” uit de armen van zijn vader. Zijn vader, Jacinto, probeerde de immigratiedienst tijdens de traumatische ervaring te vertellen dat zijn zoon hartproblemen had. Andrés werd uiteindelijk naar een pleeggezin in New York gestuurd, en moest zijn pleegouders volgens de aanklacht “mama” en “papa” noemen.
Afstand doen van hun rechten
Drie van de migrantenouders die in de aanklacht worden genoemd, moesten volgens de aanklacht papieren ondertekenen in het Engels, wat ze niet konden lezen. De migranten kregen naar verluidt te horen dat het hun zaak zou helpen of dat ze met hun kinderen herenigd zouden worden, maar in werkelijkheid ondertekenden ze vrijwillige uitzettingsformulieren.
De immigratiedienst zou een migrant, Lorena, hebben verteld dat ze de formulieren moest ondertekenen om herenigd te worden met haar tienerdochter. Die was naar een opvangcentrum gestuurd en vervolgens naar een pleeggezin. Maar toen Lorena het formulier had ondertekend, werd ze zonder haar dochter uitgezet naar El Salvador. Ze hebben elkaar uiteindelijk meer dan een jaar niet gezien.
Een andere ouder, Jacinto, moest ook papierwerk ondertekenen dat hem volgens de immigratiedienst zou helpen met zijn asielzaak. Maar nadat hij zijn handtekening zette, zei de agent naar verluidt tegen hem dat het eigenlijk een uitzettingsformulier was. Jacinto werd zonder zijn zoon Andres naar Honduras gedeporteerd en moest langer dan een jaar wachten om zijn zoon weer te zien.
In tegenstelling tot de anderen kreeg Jairo, een migrant uit Guatemala, niet te horen dat het ondertekenen van de papieren zijn zaak zou helpen. Er werd tegen hem gezegd dat hij sowieso zou worden gedeporteerd – ongeacht of hij wel of niet zou ondertekenen. Maar als hij wel zou tekenen, zouden de documenten kunnen helpen om hem met zijn jonge dochter Beatriz te herenigen.
Dat gebeurde niet, Jairo werd zonder zijn dochter het land uitgezet. En tegen de tijd dat Beatriz eindelijk herenigd was met haar gezin, kon ze haar moedertaal niet meer spreken. Nu is het voor haar bijna onmogelijk om met haar moeder te praten.
Bespot of geslagen
Veel van de ouders die in de aanklacht worden genoemd zeggen dat zij en hun kinderen werden uitgescholden door de agenten van ICE en CPB. Lorena, de moeder uit El Salvador, beweert dat een CPB-agent haar beledigde toen ze hem had verteld waar ze vandaan kwam. “Fuck deze Salvadoranen,” schijnt de man te hebben gezegd.
Medewerkers van Casa Kokopelli, een opvangcentrum voor migrantenkinderen van de non-profitorganisatie Southwest Key, zeiden naar verluidt tegen Karina, de dochter van Lorena, dat ze terug naar haar land moest gaan en tegen de andere Salvadoraanse kinderen moest vertellen dat ze niet naar de VS moesten komen.
Andere kinderen zijn naar verluidt ook fysiek mishandeld door personeel van de opvang. Beatriz, het jonge meisje uit Guatemala dat haar moedertaal niet meer kon spreken, had blauwe plekken op haar benen en een litteken op haar rug toen ze uiteindelijk herenigd werd met haar vader. Toen haar vader haar vroeg hoe dat was gekomen, zei Beatriz dat een medewerker van de opvang in New York haar met een riem had geslagen.
Niet de eerste rechtszaak
ACLU spande vorig jaar de eerste rechtszaak tegen het scheiden van gezinnen aan. Daarin werd getracht om het beleid te stoppen en ouders met hun kinderen te herenigen. Maar zelfs nadat een federale rechter in juni besloot dat het zerotolerancebeleid moest stoppen, ontdekte ACLU dat er sindsdien nog meer dan negenhonderd kinderen van hun ouders zijn gescheiden door de Customs and Border Protection. Dat blijkt uit weer een andere rechtszaak, die in juli namens de gezinnen door ACLU werd aangespannen.
Andere migranten die emotioneel zijn geraakt door de gezinsscheiding hebben vergelijkbare klachten ingediend. Een groep asielzoekende gezinnen klaagde in september de Amerikaanse regering aan. Diezelfde maand spande ACLU een rechtszaak aan namens een Congolese vrouw die van haar zevenjarige dochter was gescheiden. In februari spanden acht gezinnen een rechtszaak tegen de regering aan, waarin ze zes miljoen dollar schadevergoeding per gezin eisten.
(Bron: Vice)