Een Nederlandse vrouw uit Maastricht (41) riskeerde een celstraf van twee jaar met uitstel omdat ze op 13 juni 2014 een andere moeder buiten bewustzijn sloeg op de speelplaats van een basisschool in Lanaken. Het slachtoffer was een tijd werkonbekwaam en houdt een blijvende ongeschiktheid van 5% over aan de aanval.
Omdat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak volgens de strafrechter overschreden is, werd de aanvalster niet veroordeeld tot een celstraf maar tot een eenvoudige schuldverklaring. Ze moet het slachtoffer wel een schadevergoeding van 17.750 euro plus interesten betalen. “Het stoort mij enorm dat de feiten zich voordeden op een speelplaats met kinderen,” benadrukte de aanklager tijdens de behandeling van de zaak voor de strafrechtbank in Tongeren.
Volgens de beklaagde had de vrouw die ze sloeg haar eerder zelf aangepakt op de parking. “Ze viel me toen aan, ik weet niet waarom.” Haar advocaat benadrukte dat het slachtoffer zijn cliënte een trap in de rug, in de buik en op de arm gaf. De advocaat van het slachtoffer ontkende dat voorafgaand incident. “We hebben de videobeelden van de school bekeken. Beklaagde is naar mijn cliënt toegelopen en heeft haar slagen in het gezicht gegeven. Ze is op de grond gevallen en was bewusteloos. Op de beelden is te zien dat mijn cliënte op geen enkel ogenblik geweld heeft gebruikt.”
De oorzaak van de discussie was naar verluidt een wekenlang aanslepende ruzie tussen de twee partijen, die op 8 kilometer van elkaar wonen. Na de vuistslag bleef het slachtoffer roerloos op de grond liggen, waarna ze afgevoerd werd met de ziekenwagen.
Geen wettelijke zelfverdediging

De wettelijke zelfverdediging die beklaagde en haar advocaat hadden voorgelegd, werden door de strafrechter niet aanvaard. “Uit de camerabeelden van de speelplaats blijkt duidelijk dat M. recht op het slachtoffer afstormt zonder dat er op dat ogenblik enige interactie is tussen de partijen. Op het ogenblik dat zij het slachtoffer tegen de grond werkte en haar een slag gaf was er geen sprake van een nakende aanval op haar persoon,” klonk de motivering.

Van het aangehaald voorafgaandelijke incident op de parking waren er volgens de strafrechtbank geen bewijzen. De verklaringen van M. en haar zus over dat incident waren bovendien tegenstrijdig. De strafrechter oordeelde wel dat de redelijke termijn voor de behandeling van de strafzaak overschreden is. Daardoor ontsnapt M. aan een de gevorderde celstraf. Ze wordt veroordeeld tot een eenvoudige schuldverklaring omdat de zaak al vijf jaar geleden plaatsvond. M. moet het slachtoffer wel een schadevergoeding van 17.757,98 euro plus interesten en een rechtsplegingsvergoeding van 1.320 euro betalen. Het slachtoffer houdt volgens de deskundige een blijvende ongeschiktheid van 5% over aan de aanval en kampt met klachten van schouderpijn, hoofdpijn, concentratieproblemen, hyperalertheid en sociale remmingen.

(Bron: Het Laatste Nieuws)