Brazilië was al de grootste pesticidegebruiker ter wereld, maar onder president Jair Bolsonaro wordt het land alsmaar giftiger. En dat vormt ook een gevaar voor de volksgezondheid in Europa.

erboden te spuiten in Europa, maar Braziliaanse boeren mogen ze wél nog gebruiken: een hele lijst van pesticiden. Ze worden gebruikt op Braziliaanse landbouwvelden, en dat brengt ook de gezondheid van Europa in gevaar. De Europese Unie (EU) en het Zuid-Amerikaanse handelsblok Mercosur sloten onlangs een principe van vrijhandelsakkoord. Als alle lidstaten dat principe ratificeren, zet dat de deur wagenwijd open voor de Europese import van Braziliaanse landbouwproducten. De vraag is: willen we dat wel?

De voorschriften om pesticiden te gebruiken zijn in Brazilië vele malen soepeler dan in de EU. Tal van in Europa verboden middelen zijn in Brazilië gewoon toegestaan. En met de regeringen van de laatste jaren wordt het er zeker niet beter op.

Sinds president Dilma Rousseff in 2016 werd afgezet en een rechtse regering aan de macht kwam (eerst onder Michel Temer, vervolgens onder Jair Bolsonaro) werden meer dan 1200 nieuwe bestrijdingsmiddelen goedgekeurd. 193 van die pesticiden bevatten ingrediënten die in de EU verboden zijn. Vóór 2016 kwamen jaarlijks iets meer dan honderd nieuwe pesticiden op de Braziliaanse markt. Alleen al in de eerste zes maanden van dit jaar waren het er 239. Dat zijn er meer dan in de hele EU in de laatste acht jaar.

“Het is niet de enige indicatie dat de situatie verslechtert”, zegt Larissa Mies Bombardi, hoogleraar sociale geografie aan de Universiteit van São Paolo. “Tussen 2007 en 2014 waren er jaarlijks 3100 acute pesticidevergiftigingen. In 2017 waren dat er 5238, een toename van 45 procent. Het aantal mensen dat eraan stierf, steeg van jaarlijks 148 naar 194.”

“We zien ook de grootste toename in pesticidegebruik in gebieden die deel uitmaken van de Amazonebiotoop”, vervolgt ze. “Het illustreert hoe de Braziliaanse landbouw steeds noordelijker het regenwoud binnendringt.”

Een atlas van gif
Larissa Mies Bombardi publiceerde twee jaar geleden de Geografia do Uso do Agrotoxicos no Brasil e Connexaoes com o Uniao Europa. Het is een atlas die op allerlei wijzen het Braziliaanse pesticidengebruik in de landbouw in kaart brengt, en de links met Europa.

Volgens het Braziliaanse Instituut voor Milieu en Duurzame Natuurlijke Hulpbronnen (IBAMA) besteedde Brazilië in 2017 ruim 10 miljard dollar aan bijna 540.000 ton bestrijdingsmiddelen. Dat is goed voor eenvijfde van de vraag op wereldvlak. Meer dan de helft daarvan (52 procent) was bestemd voor de Braziliaanse sojateelt. Die is de laatste vijftig jaar vertienvoudigd. Het merendeel van de soja is bestemd voor export naar China en de EU.

In 2017 was bovendien 20 procent van alle Braziliaanse pesticiden bestemd voor maïs en suikerriet. Met andere woorden, 72 procent van de 540 miljoen ton landbouwgif was bestemd om slechts drie Braziliaanse gewassen mee te bespuiten.

Verreweg het meeste gif wordt gespoten in het centrum en het westen van Brazilië, niet toevallig ‘de sojaschuur’ van het land. Gevolgd door het zuiden, waar van oudsher de meeste landbouw wordt bedreven.

Soja, koffie, sinaasappelen
Het Braziliaanse pesticideprobleem gaat niet alleen over kwantiteit, maar ook over kwaliteit. Het Pesticide Action Network (PAN) kwalificeert maar liefst zeven van de tien meest gebruikte bestrijdingsmiddelen als ‘zeer giftig’, net als 153 van de 528 toegestane ingrediënten. Zo’n 30 procent van alle pesticiden in Brazilië is verboden in de EU en Zwitserland.

In de Braziliaanse sojateelt zijn 150 soorten gif toegestaan, waarvan 35 verboden in de EU. Toch exporteerde Brazilië in 2018 al zo’n 3 miljoen ton soja naar Europese veehouders. In de koffieteelt waren 121 pesticiden toegestaan, waarvan dertig verboden in de EU. Toch exporteert Brazilië bijna een miljoen ton koffiebonen naar Europa.

Brazilië is ‘s werelds grootste producent van sinaasappelen en sinaasappelsap. Van de 116 pesticiden toegestaan in de sector zijn er 33 verboden in de EU. Toch exporteerde Brazilië in 2016 al zo’n 1,5 miljoen ton vruchten en sap richting Europa. Dit is overigens niet alleen een probleem tussen de EU en Brazilië.

Vorig jaar april waarschuwde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dat groenten en fruit van buiten de EU vaak niet voldoen aan de in Europa geldende residunormen voor pesticiden; ze bevatten regelmatig resten van verboden middelen. De EU stelt weliswaar strenge eisen aan de Europese boeren, maar het kan die internationaal niet afdwingen noch alle import controleren.

Meer, meer, meer
Het Braziliaanse pesticideprobleem is een kwestie van ‘meer, meer, meer.’ De Braziliaanse boer mag niet alleen in de middelen gebruiken die bij ons verboden zijn, maar ook veel meer van die middelen. En er mag er veel meer gifresidu achterblijven op het eindproduct dan in de EU.

Neem het omstreden middel glyfosaat, inmiddels het meest gebruikte bestrijdingsmiddel ter wereld, ook in Brazilië. De Europese boer mag 0,1 mg glyfosaat per liter water gebruiken. In Brazilië is dat 500 mg per liter. In de EU mag 0,05 mg per kilo soja achterblijven, in Brazilië is dat maar liefst tweehonderd keer zoveel. Op koffie mag tien keer zoveel glyfosaat achterblijven.

Voor andere bestrijdingsmiddelen is het hetzelfde verhaal. Zo mag op meloenen 10 keer zoveel van de insecticide Acefato traceerbaar zijn als in Europa. Op citroenen twintig keer zoveel. Op broccoli mag 250 keer meer van de insecticide Malationa te vinden zijn en 400 keer meer op bonen. En ga zo maar door.

Het weinige onderzoek dat in Brazilië naar pesticiden is gedaan, schetst een verontrustend beeld. Anvisa, deel van het Braziliaanse ministerie van Volksgezondheid, deed onderzoek in de deelstaat Para in 2016. Daaruit bleek dat 20 procent van de geteste groenten en fruit meer resten van pesticiden bevat dan de norm toestaat, of resten had van verboden middelen. En vorig jaar toonde een Greenpeace-onderzoek dat 26 procent van de geteste groenten en fruit in São Paolo en Brasilia resten had van verboden middelen.

De situatie is zo mogelijk nog ernstiger wanneer het gaat over drinkwater. Dat mag volgens de wettelijke norm twintig keer meer Atrazina, zeventig keer meer Carbafurano, 300 keer meer 2,4-D en maar liefst 5000 keer meer glyfosaat bevatten dan Europees drinkwater, voordat het een gevaar voor de volksgezondheid wordt.

Een studie van de Zwitserse organisatie Public Eye en de Braziliaanse media Repórter Brasil en Agência Publica vond restanten van pesticiden in 86 procent van al het Braziliaanse drinkwater.

Verhoogd risico op kanker
“Er is redelijk wat bewijs dat blootstelling aan bepaalde pesticiden het risico op chronische ziekten verhoogt”, zegt Emily Marquez, gepromoveerd biologe en wetenschapper bij het Pesticide Action Network in de Verenigde Staten. “Maar niet alle pesticiden worden in gelijke mate bestudeerd. Verschillende onderzoekers concentreren zich op verschillende aspecten van de volksgezondheid. Onze kennis is dus geenszins alomvattend.”

“Het hangt erg af van de bevolkingsgroepen waarnaar je kijkt”, vervolgt ze. “Boeren en arbeiders zijn interessant voor onderzoekers, omdat zij direct met pesticiden werken. Een andere interessante groep zijn kinderen. Het is aangetoond dat blootstelling aan pesticiden in de kinderjaren het risico op kanker aanzienlijk verhoogt.”

Dat wil niet zeggen dat er per se iets verandert. Volgens Marquez is er een ‘ton aan bewijs’ dat blootstelling aan chlorpyrifos in de baarmoeder of op jonge leeftijd een negatieve invloed heeft op de hersenontwikkeling. “Toch wordt het nog steeds in de VS gebruikt, omdat Dow Chemical hard heeft gewerkt om het Environmental Protection Agency (EPA) te beïnvloeden.”

Het meeste bewijs dat blootstelling aan pesticiden slecht is voor de volksgezondheid betreft volwassenen die daar rechtstreeks mee in aanraking komen: de arbeiders en mensen die in landbouwgebieden wonen. Een groot probleem in Brazilië.

Human Rights Watch (HRW) publiceerde vorig jaar het rapport You Don’t Want to Breathe Pesticides Anymore over ‘pesticideverwaaiingen.’ Op de maïs, soja en suikerrietplantages zijn het vaak vliegtuigjes die precies tot aan de omliggende dorpjes spuiten. Het spreekt voor zich dat de gifwolk bij een beetje wind niet stopt bij het begin van de bebouwde kom.

HRW vond talloze gevallen van acute vergiftiging. ‘Mensen moeten overgeven, voelen zich misselijk en duizelig’, staat in het rapport. ‘Maar dat zijn slechts de onmiddellijke symptomen. Blootstelling week na week, maand na maand, kan tot serieuze gezondheidsproblemen lijden, waaronder kanker en onvruchtbaarheid.’

In 2015 waarschuwde het Braziliaanse Nationale Kanker Instituut (INCA) dat het zich grote zorgen maakt over de volksgezondheid als gevolg van pesticidegebruik. Het waarschuwde voor langetermijnblootstelling ‘aan normaal gesproken lage concentraties in restanten op eten en in het milieu’, wat gevolgen kan hebben voor de gehele bevolking en tot chronische ziekten kan leiden. Kanker is inmiddels doodsoorzaak nummer één in Brazilië.

Onderzoek uit buurland Argentinië
In buurland Argentinië is meer onderzoek voorhanden. Net als in Brazilië vond daar een sojarevolutie plaats. En net als in Brazilië wordt de genetisch gemanipuleerde soja bespoten met een chemische cocktail, waaronder glyfosaat. Jaarlijks spuit Argentinië zo’n 300 miljoen liter gif.

De meeste Argentijnse soja wordt verbouwd in de provincie Córdoba. Sofia Gatica, 52, woont in de gelijknamige hoofdstad in de wijk Ituzangó, die zich pal naast de plantages bevindt. In 1998, twee jaar nadat de eerste soja was geïntroduceerd, overleed haar drie dagen oude dochtertje als gevolg van een misvormde nier.

Aanvankelijk stelde Gatica zich geen vragen. Maar toen ze in Ituzangó steeds meer kankerpatiënten en misvormde baby’s zag, begon ze een verband te vermoeden met het groeiende pesticidegebruik. In 2001 startte ze de actiegroep Moeders van Ituzangó, die het probleem documenteert en roept om een verbod op glyfosaat en endosulfan. In 2012 ontving Gatica de prestigieuze Goldman Environmental Prize. Ze werd al verschillende malen met de dood bedreigd.

Onder druk van de Moeders onderzocht de Argentijnse overheid het drinkwater in Ituzangó. Dat bleek ernstig vervuild. Ook had zo’n 80 procent van alle kinderen pesticiden in hun bloed.

In het zuiden van Córdoba ligt Mone Maiz, een dorpje van zo’n zevenduizend inwoners. Toen hier meer en meer mensen ziek werden, vroeg de gemeente de Universiteit van Córdoba onderzoek te doen. De resultaten waren schokkend. De experts vonden pesticiden in water, lucht en bodem en duizenden bloedmonsters. Inwoners kampten met huid en longziekten, miskramen, leukemie, borst en darmkanker.

Volgens het Argentijnse ministerie van Gezondheid overlijdt jaarlijks 12 procent van de bevolking aan kanker. In 2014 was meer dan de helft van alle sterfgevallen in Monte Maiz gerelateerd aan kanker. Ondertussen werd in een drietal Amerikaanse rechtszaken tegen Monsanto het causaal verband tussen kanker en blootstelling aan glyfosaat bewezen geacht. Honderden miljoenen in schadevergoeding werden reeds toegewezen. Er lopen zo’n 14.000 rechtszaken tegen Monsanto.

Gifwet
De Braziliaanse pesticidewet van 1989 heeft het op papier prima voor elkaar. De wet verdeelt de verantwoordelijkheid voor het goedkeuren van bestrijdingsmiddelen over drie instanties. Anvisa (deel van het ministerie van Volksgezondheid) test en beoordeelt de giftigheid voor de mens. IBAMA, deel van het ministerie van Milieu, kijkt naar de schadelijkheid voor flora en fauna. En het ministerie van Landbouw beoordeelt de agronomische effectiviteit van het goedje.

Toch lobbyt de landbouwsector al jaren om de wet te versoepelen. In 2002 introduceerde Blairo Maggi, ‘s lands grootste sojabaron, een nieuwe wet. De ‘gifwet’ is nog altijd niet aangenomen, maar daar zou onder president Bolsonaro weleens verandering in kunnen komen.

Volgens professor Lies Bombardi kleven er grote bezwaren aan het voorstel. “Allereerst wil de nieuwe wet dat het Braziliaanse ministerie van Landbouw het laatste woord krijgt, waarmee de rol van Anvisa en IBAMA wordt gereduceerd tot een adviserende”, zegt Bombardi.

“Ten tweede stelt de huidige wet dat een middel nooit kan worden goedgekeurd wanneer er een risico bestaat op kanker of een geboorteafwijking. De nieuwe wet wil dat veranderen naar ‘onacceptabel risico’. Daarmee wordt het principe van absolute voorzorg verlaten en wordt de mate van ziek zijn bediscussieerbaar.”

“Het voorstel wil pesticiden bovendien legaliseren wanneer die reeds in drie van de 37 OESO-landen zijn toegestaan”, vervolgt ze. “Maar het maakt nogal een verschil of dat de EU betreft of Chili, Mexico en Turkije. Het is wederom een manier om bestaande milieuregelgeving en mensenrechten uit te hollen.”

“Tot slot: als er iets in de huidige wetgeving veranderd moet worden, dan is het dat pesticiden niet voorgoed, maar voor een bepaalde tijd worden goedgekeurd”, zegt Bombardi. “Zoals in de EU en VS. Maar daar zegt de nieuwe wet niets over.”

Europese bedrijven knepen in juni ongetwijfeld in hun handjes toen het principe-vrijhandelsakkoord tussen de EU en Mercosur bekend werd gemaakt. Brazilië is berucht vanwege haar hoge importtarieven, die vrijhandel onmogelijk maken.

Maar de Braziliaanse honger naar pesticiden lijkt niet te stillen. En het al zo flexibele pesticidebeleid wordt alleen maar flexibeler. De vraag is: hoe hoog staat de gezondheid van de Europese burger op de agenda van Brussel?

(Bron: One World)