Chemieconcern Monsanto is door een jury in de Verenigde Staten veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 857 miljoen dollar (785 miljoen euro) aan zeven mensen die zeggen ziek te zijn geworden van chemische stoffen die vrijkwamen uit de fittingen van lampen waarin ze verwerkt waren. De lampen hingen in een school. Vijf voormalige leerlingen en twee ouders die als vrijwilliger op de school actief waren, stapten naar de rechter.
De advocaat van de zeven betoogde dat Monsanto jarenlang verzwegen heeft wat het wist over de gevaren van de chemicaliën, die moeilijk afbreekbaar zijn en bij een te hoge inname gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. De jury was het daarmee eens en oordeelde dat Monsanto schuldig is aan nalatigheid.
Hoger beroep
Het bedrijf noemt het bedrag buitensporig hoog en heeft aangekondigd in beroep te gaan. Monsanto beweert dat uit bloed-, lucht- en andere tests is gebleken dat werknemers op de school niet waren blootgesteld aan onveilige niveaus van PCB’s. Het zegt bovendien al sinds 1977 geen PCB’s meer te gebruiken. De productie en het gebruik van PCB’s zijn sinds 2001 wereldwijd verboden, maar er zijn nog altijd apparaten en toepassingen in omloop waarin ze zitten.
Monsanto, een dochteronderneming van Bayer, is verwikkeld in talrijke rechtszaken, vooral over zijn onkruidverdelger Roundup, waarin het giftige glyfosaat zit. Meer dan 160.000 klachten zijn ingediend tegen het bedrijf door mensen die zeggen dat ze ziek zijn geworden van het gebruik van Roundup. Bayer, dat Monsanto in 2018 voor 63 miljard dollar overnam, zegt 16 miljard dollar te hebben gereserveerd voor de afwikkeling van de juridische perikelen van Monsanto.
—