Een Zuid-Koreaanse rechtbank heeft in hoger beroep bepaald dat Japan schadevergoeding moet betalen aan zestien Koreaanse vrouwen die in de jaren van koloniale bezetting en de Tweede Wereldoorlog (1910-1945) als seksslavinnen werden misbruikt. De vrouwen eisen omgerekend ruim 140.000 euro per persoon in een zaak die in 2016 is aangespannen.

Het hof verwierp daarmee de uitspraak van een lagere rechter die de zaak in 2021 als niet-ontvankelijk had bestempeld. Staten kunnen volgens dat vonnis niet in civiele rechtszaken in een ander land worden aangeklaagd. Maar dat is volgens het gerechtshof in Seoul niet het geval.

De vrouwen werden gedwongen in bordelen voor de Japanse strijdkrachten te werken en kregen de bijnaam ‘troostmeisjes’. Dit gebeurde in door Japan bezette gebieden, waaronder in Nederlands-Indië.

Het Zuid-Koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gaat nu bekijken wat de gevolgen van de uitspraak zijn. Japan beschouwt de kwesties rond de bezetting van Korea, zoals die van seksslavernij en dwangarbeid, als afgehandeld in verdragen en overeenkomsten uit 1965 en 2015.