Een rechtbank in een Franse Nanterre heeft een schadeclaim afgewezen van nabestaanden en overlevenden van de ramp met de veerboot Estonia.

Ruim 1100 mensen eisten samen een vergoeding van 40 miljoen euro van scheepsbouwer Meyer Werft en het bureau Veritas, dat de zeewaardigheid van het schip controleerde.

De Estonia zonk in 1994 in de Oostzee. 852 van de 989 opvarenden overleefden dat niet. Onderzoekers concludeerden dat de ramp vermoedelijk is veroorzaakt door een probleem met de boegklep, al circuleerden ook allerlei alternatieve theorieën.

De rechtszaak tegen de Duitse bouwer van het rampschip en het Franse bureau Veritas begon in april. Een advocaat van de 1116 klagers stelde dat Veritas het schip 53 keer had gecontroleerd. De Estonia was volgens de raadsman niet zeewaardig. “Maar niemand deed zijn werk.”

De scheepsbouwer en het Franse bureau ontkenden schuld. Meyer Werft sprak tegen dat sprake was van constructiefouten. De rechtbank oordeelde uiteindelijk dat niet is bewezen dat de bedrijven verantwoordelijkheid dragen voor de ramp.

Nabestaanden en overlevenden hadden eerder al een vergoeding gekregen van de eigenaar van het schip, het inmiddels failliete bedrijf Estline.

(Bron: Trouw)