Minister Blok (Buitenlandse Zaken) heeft bekend gemaakt €2 miljoen extra vrij te maken om VN-teams te steunen die zich inzetten voor feitenonderzoek en gerechtigheid voor slachtoffers van grove mensenrechtenschendingen. Doordat landen berechting door het Internationaal Strafhof tegenhouden, zijn er andere manieren nodig om tot gerechtigheid te kunnen komen.
Nederland is al zeer actief op dit gebied. Om tot berechting van de meest ernstige misdrijven te komen, is het van groot belang dat de feiten op tafel komen en er bewijs wordt verzameld. Organisaties die hier op in zetten, verdienen steun, aldus Blok.
Nederland heeft onder andere sterk ingezet op de oprichting van het International, Impartial and Independent Mechanism voor Syrië (het IIIM). Dat verzamelt en analyseert bewijs van misdrijven in Syrië. Ook voor Myanmar is een bewijzenbank opgericht. Voor onder meer Jemen, Venezuela en Libië zijn VN teams opgericht. Die doen onderzoek naar mensenrechtenschendingen, een eerste stap om feiten te verzamelen en de ernst van de situatie te duiden.
De VN-organisatie voor mensenrechten (OHCHR) vervult een belangrijke rol in het functioneren van de verschillende teams die zich richten op feitenonderzoek en de bredere strijd tegen straffeloosheid. Nederland kent in 2021 €2 miljoen extra toe aan OHCHR. Dankzij deze bijdrage wordt de kwaliteit en consistentie gewaarborgd van de verschillende teams die gericht zijn op onderzoek naar ernstige schendingen. Zo kan de OHCHR effectief en snel reageren wanneer zich een nieuwe situatie voordoet waarbij mensenrechten op grote schaal worden geschonden.
Minister Blok: “Wereldwijd gaan nog altijd daders van grove mensenrechtenschendingen vrijuit. Maar deze straffeloosheid mag niet blijven bestaan. Mede dankzij de VN Commission of Inquiry en maatschappelijke organisaties, konden we Syrië aansprakelijk stellen voor grove mensenrechtenschendingen. Een belangrijke stap om gerechtigheid voor slachtoffers te krijgen.”
(Bron: Rijksoverheid)