Een onafhankelijk onderzoek naar de oorzaak van de vliegramp bij Faro (1992) rammelt aan alle kanten. Dat zegt de advocaat van 26 nabestaanden en overlevenden van de ramp. Maandag eisen ze bij de rechtbank dat de drie deskundigen onder ede worden gehoord.
Slachtoffers van de ramp procederen al bijna zeven jaar tegen de Nederlandse staat. Ze vermoeden dat de oorzaak van de ramp in de doofpot wordt gestopt. De DC-10 van Martinair crashte op 21 december 1992 tijdens de landing op het vliegveld van het Portugese Faro. Daarbij kwamen 56 inzittenden om en raakten er 106 zwaargewond. In het toestel zaten vooral Nederlanders.
Zowel Martinair als de toenmalige Raad voor de Luchtvaart, onderdeel van de staat, wijt het ongeluk aan plotselinge extreme weersomstandigheden – regen en zware dwars- en valwinden – tijdens de landing. Maar de Portugese onderzoekers vonden daar op basis van de zwarte doos geen bewijs voor.
Fouten van piloten
Ondanks dat de slachtoffers al getekend hadden voor een schadevergoeding, gelooft een deel dat de Nederlandse autoriteiten bewust liegt over de toedracht. Zij schakelden een deskundige in, die na onderzoek concludeerde dat de piloten ernstige procedurele fouten hebben gemaakt. Ze hadden in die weersomstandigheden de landing moeten uitstellen of moeten uitwijken.
Uit archiefstukken blijkt dat de gezagvoerder bewust risico’s heeft genomen. Ook hebben bemanningsleden hun eerste – vaak tegenstrijdige – verklaringen later gewijzigd. De Raad voor de Luchtvaart heeft de Portugese onderzoekers onder druk gezet om de oorzaak van het ongeluk bij het slechte weer te leggen en niet bij de piloten. De Portugezen weigerden dat.
Geen antwoorden
Eind 2012 stapten 35 slachtoffers – sommigen zijn inmiddels overleden of afgehaakt – naar de rechter. Die wilde van drie onafhankelijke deskundigen antwoorden op vragen over de landing van het ramptoestel. De twee Franse verkeersvliegers en een Duitse ingenieur kwamen in 2017 met hun rapport. Ze beantwoorden de vragen van de rechtbank niet.
Volgens Veeru Mewa (FTW Advocaten) die de slachtoffers bijstaat, staat het rapport vol fouten. “Er schort veel aan. Het is slecht onderbouwd. De deskundigen putten bijvoorbeeld uit bronnen zonder aan te geven welke bronnen, en maken met hun antwoorden duidelijk dat ze de radardata niet begrijpen.”
Uit technische gegevens blijkt dat de piloten niet recht op de landingsbaan kwamen aanvliegen en op het cruciale moment vergaten gas terug te nemen. Mewa: “Dat gebruiken deze deskundigen niet in hun rapport. Het is eigenlijk vooral een bevestiging van het verhaal van de bemanning. Dat is buitengewoon teleurstellend. Door alles aan de weersomstandigheden te wijten, wordt de daadwerkelijke oorzaak van de ramp onder het tapijt geveegd.”
Geen kennis van DC-10
Ondanks twee tegenrapporten van door de slachtoffers ingeschakelde deskundigen, gaan de drie onderzoekers niet in op kritische vragen en opmerkingen. De slachtoffers twijfelen aan hun deskundigheid en objectiviteit. De staat laat zich adviseren door deskundigen die zelf niet over DC-10 ervaring beschikken. Mewa: “Hoe kunnen zij dan het gedrag van een piloot van een DC-10 beoordelen? Ik wil dat deze deskundigen kritisch bevraagd worden. De rechtbank moet correct en volledig geïnformeerd zijn om tot een goed vonnis te komen.”
De slachtoffers zijn boos over de ‘arrogante’ houding van de staat, die het deskundigenrapport ondersteunt en niet inhoudelijk wil reageren. “Veel vragen zijn niet beantwoord. De slachtoffers voelen zich misleid. Als ze toen hadden geweten dat de fout bij piloten lag, hadden ze de deal niet geaccepteerd,” zegt Mewa.
“Nog steeds worden mensen psychisch behandeld. Mijn cliënten zijn ervan overtuigd dat de waarheid niet is gesproken en dat bewust informatie is achtergehouden. Dat frustreert heel erg en bij een aantal cliënten verstoort dat de rouwverwerking.”
(Bron: Het Parool)