Na Oslo kan ook Helsinki trots melden dat er in 2019 geen kinderen, voetgangers of fietsers zijn gestorven in het verkeer. De oorzaak? Een verkeersbeleid dat de zwakkere weggebruikers consequent beschermt.

Europa blijkt nog altijd levensgevaarlijk voor fietsers en voetgangers. In veel steden zijn ze vogelvrij. Maar er zijn twee uitzonderingen: Oslo en Helsinki. Dat is niet altijd zo geweest. In 1965 vielen er in de Finse hoofdstad Helsinki, een stad met 630.000 inwoners, 84 verkeersdoden.

In de jaren 80 en 90 waren er nog zo’n twintig tot dertig doden per jaar. Maar toen begonnen de cijfers dramatisch te dalen. Na 2010 verongelukten jaarlijks slechts zeven mensen in het verkeer. En in 2019 overleed er geen enkele fietser of voetganger in het verkeer. Volgens voorlopige gegevens stierven in 2019 in totaal drie mensen in het verkeer, een automobilist en twee motorrijders, zo maakte de stad Helsinki onlangs bekend.

Verlagen snelheid
De verbetering van de verkeersveiligheid is een som van factoren, zo blijkt. De verkeersveiligheid is aangepakt door de wegen te verbeteren, de verkeerscontroles op te voeren en maatregelen en technologieën voor voertuigveiligheid te ontwikkelen. Ook het verlagen van de snelheid tot 30 kilometer per uur in woonwijken en het stadscentrum hielp enorm.

De cijfers van Helsinki laten volgens experts zien dat stedenbouwers erin zijn geslaagd voetgangers en fietsers te beschermen tegen gemotoriseerd verkeer. In Finland worden geboden niet alleen uitgevaardigd, er wordt ook consequent gecontroleerd op overtredingen. Ook in de Noorse hoofdstad Oslo stierven vorig jaar geen voetgangers, kinderen of fietsers. In totaal viel er één verkeersdode – een automobilist die tegen een muur reed.

(Bron: De Limburger)